Boudewijn De Groot en Peter Slabbynck

Mijn kop thee schrok van de nadruk waarmee ik ‘m neerzette op de ontbijttafel. Bij wat ik las in de krant naast mijn kom muesli ontbrak het uitroepteken. ‘Boudewijn De Groot laat weten dat hij nooit meer optreedt’, zoiets schrijf je niet zonder uitroepteken, toch? Boudewijn wordt straks 76, stond erbij en dat mag dan een leeftijd zijn waarop een mens het wat rustiger doet, maar toch. Later op de ochtend, op de radio, ‘Na tweeĂ«ntwintig jaren in het leven maak ik het testament op van mijn jeugd 
’ Boudewijn De Groot! De bladzijde die hij omslaat is er een uit je eigen leven.

Die voormiddag fietste ik naar ’t stad, voor ‘Ik was 18 in ’80’, de tentoonstelling die Peter Slabbynck met wat vrienden heeft opgebouwd in het stadsarchief. EĂ©n van die vrienden is archivaris Jan D’hondt en daar zit een verhaal aan vast. Ze bedachten een expositie rond hun eigen jonge dagen. Dagen toen hier in Brugge Red Zebra en ander jong geweld het muzieklandschap op zijn kop zette. En Red Zebra, dat was het groepje waarin Peter de micro mishandelde en Jan de basgitaar. De late jaren zeventig, vroege eighties. Punktijden! Als bij Ă©Ă©n soort muziek een uitroepteken hoort, dan wel hierbij!

Aardige expositie, wat te zien is mag gezien worden en is goed voor meer dan Ă©Ă©n glimlach, herkenning alom. Maar bij ondergetekende is dat tijdsbeeld goed voor een even merkwaardige als eigen herinnering. Achttien in tachtig? Deze jongen was een handvol jaren ouder en ineens vertelde de radio hem dat hij geen jonkie meer was. Wat die snotapen van muzikanten speelden en meer nog wat ze vertelden, het zette hem danig op zijn plaats. Want ineens bleken al die muziekhelden van mijn lichting bol te staan van pretentie en hoogdravendheid. Simon & Garfunkel? Joan Baez en Boudewijn De Groot? Weg, ouwe knarren! Ja maar, wacht eens even, da’s wel mijn muziek, hĂ©! Ik weet nog dat ik toen voor ’t eerst wist, ofwel ben je jong ofwel volwassen, de twee samen gaan niet.

Thuis gekomen heb ik een vroege plaat van The Eagles opgelegd. Die tentoonstelling in ’t archief roept dan wel luidkeels ‘I can’t live in a living room’ maar die living van mij laat zich aardig vullen met troostende meerstemmigheid. En zeg nu zelf, Peter, je bent zelf ook al lang geen jonge snaak meer. Oud genoeg om te weten dat een mens, ondanks zo’n zaaltje vol foto’s en memorabele spullen, ’t meest waardevolle voor zichzelf houdt … dixit Boudewijn De Groot … ‘Verder niets, er zijn alleen nog een paar dingen die ik houd omdat geen mens er iets aan heeft. Dat zijn mijn goede jeugdherinneringen, die neem je mee zolang je verder leeft.’

This entry was posted in Het Brugge van nu, Van gitaren en drums, Van zingen en spelen. Bookmark the permalink.

6 Responses to Boudewijn De Groot en Peter Slabbynck

  1. Rosseel Bernadette says:

    Die slotzin uit het lied van Boudewijn De Groot, ‘Verder niets, er zijn alleen nog …’ was de eindopgave ‘schrijven’ van mijn zesdejaars , toen in mijn vroeger leven! Ze kregen de opgave, daarop verder te borduren … đŸ˜€â€ïž

  2. katelijn says:

    Zo herkenbaar….nostalgie met een gouden randje, voor mij toch

  3. Mia Lingier says:

    Super !

  4. Ulrike De Bondt says:

    De herkenbaarheid vonkt met Boudewijn de Groot, wiens liedjesteksten ik van elpee op tape kopiëerde, beluisterde en neerschreef om dan, met mijn onafscheidelijke gitaar, in een gezellig onderonsje luidkeels te delen met mijn toenmalige vrienden.
    Ook al was ik 25 in ’80, punk en new wave heb ik pas onlangs leren ontdekken middenin de onmetelijke zee vrije tijd. En zo belandde ik op Red Zebra en consoorten.
    Oh Nostalgie, gij plukt aan mijn Memorie!

  5. Richard Ranson says:

    Gaan we op stap in Memory Lane, ja ? Dan ook dit : de beste kroeg ooit in Brugge was “Babylon”, op het Jan Van Eyckplein, periode 1968/1970. Peter Slabbynck in zijn tienerjaren had toen nog knikkende knietjes in zijn kort broekje. Maar wie kwam daar ook langs ? Midden in de week, op een stil uur kwam Boudewijn De Groot een eerste keer Babylon binnengestapt. Een tijdje later deed hij dat opnieuw, en hij zette zich op identiek dezelfde plaats, met zicht op dezelfde muur. Kort daarna werd nieuw materiaal van hem uitgebracht, met een lied “Zacht glazuur is Babylon”. Ongetwijfeld had De Groot zijn inspiratie gevonden in het cafĂ©. Het interieur was gedeeltelijk geschilderd door Joost Debruyne, broer van zanger Kris. Een ander muurschilderij in het tweede gedeelte was van Corine Toussein. Zij knoopte tapijten, en maakte abstracte schilderijen. Voor Babylon had zij een werk gemaakt van zachte kleuren: een vrouwelijk naakt met donkere, ontblote borsten. Op de plek waar je de vagina wil vinden ontsprongen bloemen. Boudewijn De Groot kwam daar dus twee keren vlak voor te zitten. Daarover spreekt ongetwijfeld zijn tekst, die hij zelf geschreven heeft. Het gebruikte coloriet van het schilderij kon je effectief herkennen als “glazuur”.

    Zacht glazuur is Babylon – Boudewijn De Groot

    “Meisjes wachten nachten op de god Sjalomon Ra, de draak bewaakt Ophelia
    die in de laan der leguanen met jasmijn onder platanen terugdenkt aan Antarctica
    Helion verkracht daarna voor mijn ogen Ariadne, zacht glazuur is Babylon
    Tempelgoud glanst helder in de stralen van de zon, daar rijst herboren Helion
    Door de gongen onderbroken spoort de zon in stroken voor de Tongenpoort omhoog
    Helion doodt Oberon voor de ogen van Apollo, zacht glazuur is Babylon
    Priesters heffen horens voor de witte stenen god,
    Elysee beweent het lot als het leger heeft gestreden
    Er zijn meesters overleden bij het eerste lentefeest
    Helion speelt de bigot voor de ogen van Nemesis, zacht glazuur is Babylon”

    • Pol Martens says:

      Tja, ‘k was dat epische lied eigenlijk vergeten, zie! Merci om me daaraan te herinneren. Het deelde zijn langspeler ‘Nacht en ontij’ met het zo mogelijk nog raadselachtiger ‘Heksensabbat’.
      Dat het Brugse café voor de inspiratie zorgde was mij helemaal niet bekend.
      In Babylon ben ik nooit geweest. Niet in de stad wegens te ver, niet in ’t cafĂ© wegens ik te jong. Ergens in mijn collectie zit wel een kleine affiche die iets aankondigt in den Babylon.

Een reactie achterlaten op Ulrike De Bondt Reactie annuleren

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *