Brugge, provincienest

Een bordje met daarop ‘Ben aan het blokken, niet storen!’, zou het hier of daar online te vinden zijn, nu stilaan een heleboel jongelui in hun cursussen duiken? In dat geval hangt er binnenkort zo eentje aan mijn voordeur. Grapje, lieve lezer, u bent altijd welkom in die bescheiden woonst van ons. Al verzeilt ook uw dienaar dezer dagen in een soort blokmodus. En dat is de schuld van die gasten in het Provinciaal Hof. ’t Zit namelijk zo.

U herinnert zich, van een tijd geleden, hoe de gevel van het Provinciaal Hof zich verschool achter een immens laken dat aan stellingen was opgehangen. Het imposante bouwwerk hadden ze op het doek nauwgezet overgetekend, kwam je vanuit de Steenstraat naar de Markt toe, had je niet eens door dat het in de steigers stond. Het was in die dagen dat ze stadsgidsen uitnodigden voor een infomoment. In het Tolhuis aan ’t Jan van Eyckplein werd ons verteld over de plannen die ze koesterden om na de restauratie van het Provinciaal Hof het gebouw open te stellen voor rondleidingen. Wie van ons te vinden was voor zo’n initiatief, was de vraag.

Een sympathiek idee, daar niet van, al dacht ondergetekende er het zijne van. Had dat provinciaal huis niet vanouds een eerder muf imago? Al ging daar van tijd tot tijd wel een boeiende activiteit door, een tentoonstelling of zo. Maar valt daar een meeslepend verhaal rond te verzinnen? En zodoende liet ik het aanbod aan mij voorbijgaan.

Af en toe haalden de renovatiewerken het nieuws. Met een torenhoge kraan en veel bravoure werd de zorgzaam opgeblonken Sint-Michiel weer naar zijn vaste stek, hoog op de geveltop, gehesen. En toen de gevel van zijn stellingen werd bevrijd, zag Brugge dat het goed was. En dan, op een dag, zwaaiden de deuren van het gerenoveerde gebouw open en kon je gaan zien wat ze al die tijd binnenin hadden uitgespookt.
Verrassing! Verwondering! Hoe fris kan zo’n bejaard huis ogen!

En toen op een avond de raadszaal van het Hof volliep voor de officiële opening van Wim Opbrouck’s ‘Hof der dingen’, keek deze jongen met verbazing naar Wims tastbare maar eigenzinnige benadering van ons West-Vlaamse eigenheid. En bij de babbeldrink achteraf, naar het gebouw zelf. In elke hoek kom je ze tegen, het respect voor de historische architectuur en de durf om iets nieuws toe te voegen, een twee-eiige tweeling die vrolijk doorheen het pand huppelt. Wim heeft gelijk, dit is ongezien. Uw dienaar daarentegen, tja, die had het tot nu helemaal bij het verkeerde eind.

Maar kijk, inmiddels liet hij zich bekeren, met beide handen greep hij de kans om aan te sluiten bij het gezelschap dat het verhaal vertelt over het Provinciaal Hof. Enfin, de verhalen, meervoud. Want dit gaat over veel meer dan het monument. Het gaat ook over onze provincie en over ons, West-Vlamingen.
Bewoners van een provincie, noem je die ‘provincialen’? Klinkt denigrerend? Weet je wat, we maken er een geuzennaam van! Brugge, provincienest!

En in afwachting van zijn eerste rondleiding buigt hij zich over een stapel documentatie. Blokken, gelijk in zijn jonge jaren. Om straks te vertellen. Een neogotisch verhaal en een verhaal van vandaag. Aan streekgenoten en aan wie van verder komt.
Die streekgenoten, die krijgen een vertelling, doordrongen van herkenning. En zij die van elders komen, laten we kennis maken met onze eigenheid. De spullen van Wim Opbrouck zijn ‘Hof der Dingen’, het benieuwt mij nu al hoe je dat aanbrengt naar pakweg een Amerikaans gezelschap. Om over provincies nog te zwijgen. Begin er maar een keer aan, alleen al de Vlaamse situatie uit de doeken doen lijkt mij een heerlijke uitdaging.

Hoewel, waarde bezoeker, ’t is heel eenvoudig. We hebben een provincie Limburg. Wat merkwaardig is, want die naam heeft met dat gebied amper iets te maken, weten onze historici. Er is een provincie Antwerpen, die is genoemd naar een stadje. Wat evenzo merkwaardig is, want die streek hoort Midden-Brabant te heten. Immers, ten zuiden ervan ligt Vlaams-Brabant en in het noorden, in Nederland, Noord-Brabant. Al zien die lieden van het eerder genoemde stadje dat wellicht anders.
Wijzelf houden het simpel. Zo zijn we, hier in het westen van Vlaanderen is ’t gewoon West-Vlaanderen. Terwijl Oost-Vlaanderen, dat vind je dan weer middenin. En dat Zeeuws Vlaanderen en Frans Vlaanderen niet in Vlaanderen liggen, daar kunnen wij niks aan doen.
Zo eenvoudig is het. En mocht u alsnog moeite hebben met het memoriseren, dan vindt u vast wel online een bordje met ‘Niet storen, ben aan ’t blokken’.
En anders helpt in ’t Provinciaal Hof u wel iemand op weg.

Wat meer over het Provinciaal Hof en wat daar allemaal gaande is, vind je hier:
www.provinciaalhof.be/nl

This entry was posted in Het Brugge van nu, Van Brugse politiek. Bookmark the permalink.

8 Responses to Brugge, provincienest

  1. Bart Naeyaert says:

    Beste Pol, ik ben bijzonder blij dat je de restauratie en de invulling van het Provinciaal Hof apprecieert en dat je je ook engageert om het verhaal van West-Vlaanderen in de toekomst te helpen schrijven. We zullen er de komende zes jaar blijven voor gaan om te zorgen dat het, positief bedoeld, een ‘Never ending story’ wordt met telkens nieuwe invalshoeken en verhalen. Met vriendelijke groeten, Bart Naeyaert

  2. dirk michiels says:

    Is idd allemaal geslaagd, maar de communicatie binnenin naar de bezoeker laat toch ernstig te wensen over.
    Het gebouw wordt door elke bezoeker aan Brugge wel bezocht.
    Maar wie eenmaal het gebouw binnenkomt – tenzij de oeroude bruggeling en enkele ambtenaren en provinciegenoten van tussen de 65 a 100 jaar – weet in geen 100 jaar wat eigenlijk de functie van dit gebouw is. Geen enkele uitleg over wat een provincie is, wat een provincie doet en wat de omvang van onze provincie is – tenzij dit heel recent zou gebeurd zijn.
    Op de muur bij het binnenkomen, is dat perfect mogelijk. Je ziet de mensen rondgapen en denken: ‘what the f**k’ is dit hier???
    Een kleine moeite toch om, was het maar een kleine toelichting , iets op die muur aan te brengen, zou een grote winst zijn voor het behoud van de functie en de rol/betekenis van de provincie.

  3. Reinoud Van Acker says:

    Boeiende persoonlijke insteek over het Provinciaal Hof, Pol. Dat blokken zal wel meevallen, zeker voor een ervaren gids en Bruggekenner als jij. Bovendien heb je een interessante deelcollectie affiches over allerlei activiteiten in het PH, we kunnen er al een tentoonstelling mee vullen haha.
    Een terechte opmerking dat het een uitdaging wordt om aan buitenlanders het begrip provincie en West-Vlamingen aan hun verstand te brengen, in een andere taal dan nog.
    Laat ons daar met enkele meertalige gidsen en de Provinciaal Hof-medewerkers volgend jaar eens over brainstormen hoe we dat zullen doen.
    Ik had alvast al een positieve ervaring met een groep Chinezen – in het Engels, weliswaar – die van de ene verbazing in de andere vielen en zeer gevoelig waren voor begrippen als ‘parlement’ en ‘democratie’ waar het Provinciaal Hof een mooi voorbeeld is.

  4. Benoit Kervyn says:

    Hopelijk krijgt de figuur van gouverneur Léon Janssens de Bisthoven – nu zijn portret om duistere redenen verbannen is uit de reeks gouverneursportretten – die toch een belangrijke rol had tijdens, maar vooral na WO I bij de heropstart van de economie en landbouw in de provincie, zijn terechte plaats in het verhaal.
    Graag ook de juiste reden meegeven aan de gidsen en het publiek, waarom een beeld van de heilige Michiel boven het gebouw prijkt. Dat hij de beschermer of patroonheilige zou zijn van West-Vlaanderen/Brugge, zoals meegedeeld na het herplaatsen van het beeld, houdt geen steek.

    • dries says:

      Inderdaad, Benoit Kervyn. De patroonheilige van Brugge is Sint Donaas. De aartsengel Michael, aanvoerder van de hemelscharen, is de beschermer van Brussel.
      Aangezien de engel Michael echter geen heilige is, heeft men de hoofdkerk van Brussel aangeduid als ‘Sint Michiel en Sinte Goedele’. Daar vinden koninklijke uitvaarten en huwelijken plaats.

  5. Johny RECOUR says:

    De coloribus et gustibus non est disputandum.

  6. Ik sluit mij aan bij de vorige reacties. Het is een prachtige restauratie, maar van bij het begin heb ik mij afgevraagd wat de provincie met dat gebouw kan/zal doen, behalve het tonen aan het publiek.
    Logischerwijze zou het voor een groot deel iets cultureels moeten, maar die bevoegdheid heeft men van de provincie afgenomen.
    Er zijn hier alvast enkele goede suggesties gedaan.

  7. dries says:

    In zijn intro stelt Pol zich de vraag: “bestaat er een West-Vlaamse eigenheid?” Anders dan de meeste landsgrenzen moeten onze provincies gebiedsomschrijvingen het stellen zonder vaste scheidingslijnen – zoals rivieren of gebergten.
    In 2010 analyseerde de UCL zes maanden lang het telefoonverkeer binnen België. Men bracht dus in beeld ‘wie met wie’ telefoneerde. Twee hoofdbevindingen: de taalgrens is effectief een contactengrens, en onze contacten overschrijden vaak de administratieve grenzen van de provincies.
    De provincie Limburg is van alle Vlaamse provincies de meest homogene.
    West-Vlaanderen splitst zich op in twee sociale regio’s: de kustregio met inbegrip van de polders (met Brugge als centrum) enerzijds en Zuid-West-Vlaanderen (met Ieper en Kortrijk) anderzijds.
    Oost-Vlaanderen vertoont een lappendeken: Gent (en het Meetjesland) vorm een regio, in het noorden te onderscheiden van het Waasland en met in het zuiden een cesuur met de Vlaamse Ardennen.
    De provincie Antwerpen valt uiteen in de stad Antwerpen enerzijds en de Kempen anderzijds (een inwoner van pakweg Kasterlee zal zich geen Antwerpenaar voelen). De streek Dijle- en Hageland (met Mechelen en Leuven) is een derde regio binnen de provincie Antwerpen, maar tegelijk ook een sociale regio binnen de provincie Vlaams-Brabant.
    Onze beide provincies Brabant (Vlaams en Waals) vertonen volstrekt geen vast stramien: de sociale contacten – vooral professioneel – articuleren er overwegend rond de stad Brussel, met hier de taalbarriére als primordiale factor.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *