Aan Roger Deruwe en Marc Braet
– en voor Lieve Deruwe –
En dan beloof je, iets te schrijven over haar vader. Eén van de komende dagen zou de onlangs overleden Roger Deruwe zijn honderdste verjaardag vieren, vertelde ze over de man aan wie muzikaal Brugge iets warms in zijn klankkleur dankt. Ze had je laten langskomen om je een map vol affiches toe te vertrouwen. Affiches omtrent orgelconcerten van haar pa en van koren die hij begeleidde als dirigent, soms een heleboel jaren na mekaar. En omdat het ene plezier het andere waard is, plande je een cursiefje bij haar vaders honderdste geboortedag.

Je bedacht iets van een verhaallijn. Over vroeger, onze kindertijd, die van haar en van mij. Weet je nog hoe hoogst uitzonderlijk het toen was, iemand die honderd mocht worden?
Je zou vertellen over het jongetje op die foto van zestig jaar geleden. Dat ventje dat met meer zelfzekerheid in de lens kijkt dan je je van hem herinnert.
Wellicht was hij die keer gewoon trots omdat hij mocht mee opstappen in de stoet die door het zondagse dorp zou trekken? Nooit eerder werd ons stille buitendorp door zo’n feeststoet in rep en roer gezet. Wij hadden dan ook alle redenen om voluit te gaan. Want hoezee, Melanie De Mey, ‘Melleke’, een vrouwtje van bij ons, was honderd geworden! Iedereen, burgemeester en pastoor voorop, was erbij om Melleke te groeten. De meester op school vertelde dat niemand wist wanneer we nog een keer zouden meemaken wat vandaag voorviel.

In onze tijd, al die vandagen later, komt een verjaardagstaart met honderd kaarsjes wel vaker voor. Muziekmens Roger Deruwe nam vrede met achtennegentig. Geen toeters en bellen, dus. Een cursiefje dan maar.
Over de prille orgelpassie die Roger te pakken kreeg in het Brugse muziekconservatorium. Nogal wat Brugse orgels herinneren zich zijn vingerspel.
Later zou Roger – naast een loopbaan als muziekleraar, onder meer in Sint-Andreas en Sint-Leo – volop inzetten op het dirigeren. Aanvankelijk bij het Renaat Veremanskoor, later voor zijn zelf opgerichte Scola Gregoriana Brugensis, waarmee hij ook in het buitenland naam zou maken.

Ingewijden benoemden Scola Gregoriana kortweg en amicaal als ‘de Scola’ en hun dirigent als ‘de Chef’. Dat leer ik van Hendrik Vanden Abeele, die zijn jaren bij het koor kleurrijk omschreef in een hartverwarmend In Memoriam bij het overlijden van zijn leermeester.
Onlangs nog zag ik op een stemmige avond Hendrik Vanden Abeele zijn eigen zanggezelschap Psallentes begeleiden in de in duisternis gehulde begijnhofkerk. Pas achteraf realiseerde ik mij van wie hij de gedrevenheid erfde die hij die avond al dirigerend aan de dag legde. De appel en de boom.
Gaat komende dinsdag Roger Deruwe’s honderdste geboortedag in stilte voorbij? De stenen die hij verlegde in het Brugse muziekwater weten beter. Enige eenvoudige belangstelling had gemogen. En ineens bedenk ik, midden ’t verzinnen van dit tekstje … Allez kom, een tentoonstelling met concertaffiches waarop zijn naam prijkt! Ach, laat maar, daartoe zijn de affiches die zijn dochter mij gunde tè bescheiden ontworpen. Zeggen ze iets over de dirigent?

Doch kijk hoe merkwaardig soms, de gang van ’t leven. Want dat van die tentoonstelling herinnert mij aan wat momenteel loopt in de Bogardenkapel bij de Stedelijke Kunstacademie. Een groepje plastische creatievelingen brengt er materiaal bijeen dat herinnert aan … een honderdste geboortedag!
Drie maanden voor Roger Deruwe hier in Brugge, zag Marc Braet in Nieuwpoort het levenslicht. Ook de geëngageerde dichter met het hart op de zeer linkse plaats haalde de honderd niet. Maar krijgt bij zijn eeuwverjaardag wèl een expositie!
Roger en Marc, ze zullen er hun eeuwige rust niet voor laten. Al besluipt mij een vaag vermoeden dat de diepgelovige dirigent en de vanouds vrijzinnige dichter bij leven over dat eeuwig rusten niet bepaald eenzelfde kijk deelden. Zoals ze wellicht op meerdere vlakken elk op hun manier in ’t leven stonden.

Maar toch … lees ik hier in wat Hendrik Vanden Abeele neerpende over zijn overleden muziekmeester en zijn visie op Gregoriaanse zang, zowat de bestaansreden van zijn Scola Gregoriana. Hoe weigerachtig Roger Deruwe stond tegenover de algemeen aanvaarde stelling dat je Gregoriaans ook ten volle kan beleven buiten zijn liturgische context.
Zo’n stelling smaakt naar enig debat?
Welnu, neem even enige afstand, waarde lezer, want wat volgt speelt zich af in het hiernamaals. Dat hiernamaals waar Roger uiteraard met volle vertrouwen heen ging. Op een keer komen ze mekaar daar tegen, de dirigent en de dichter. Tot verbazing van de eerste en groot ongeloof van de tweede, die het bestaan van zo’n eeuwig leven altijd wegwuifde. Dat Gods wegen ondoorgrondelijk zijn, Roger wist het, Marc leert het.
Hoe dan ook, die twee gaan aan de babbel. Over wat ze allemaal meemaakten, hier in het ondermaanse. Over Brugge en hoezeer ze het allebei missen. En in de kortste keren gaat het over hetgeen je verwacht van kunstenmakers.
Bekent Marc Braet dat hij Gregoriaans best wel kan smaken en kijk, Rogers ogen blinken in het hemellicht! Tot de dichter droogjes opmerkt dat zo’n gezang zijn diepgang ook buiten het geloof behoudt. Voor even maakt ginder hoog de zo geprezen eeuwige rust plaats voor gezonde opschudding. Een hemels debat! Twee heren die elk een gedegen stelling verdedigen. De ene met dragend zingende stem, de andere met militante verzen. Voor wie de eeuwigheid moet slijten met rijstpap met gouden lepeltjes, de gedroomde, welkome ambiance. Roger Deruwe en Marc Braet? Helden van hierboven!
Ziehier, mijn waarde Lieve, de knaap die iets zou bedenken over uw vader. Maar met lede ogen toekijkt nu uit zijn pen een heel ander verhaal vloeit dan verwacht. Dat komt ervan als twee gedreven kunstenaars het overnemen.
Een mooie tekst over ‘De dirigent en de dichter, het debat’.
Vriendelijke groet,
William
Beste heer Martens, wat een verrassing !!!
ja en nee… Ja, vandaag opeens verrast ! Nee, niet verrast, want u had het beloofd
en u hebt het ook gedaan!!! Formidabel!
Mijn zus en ik zijn u heel dankbaar! Heel hartelijk bedankt!
Het is een mooie inspiratie!
We zijn ook heel blij dat de affiches zo goed terecht konden komen!
Veel succes verder en nog veel goede inspiratie!
Je maakt de Bruggelingen gelukkig!
Met beste groeten!
Lieve
Het is minder bekend dat Roger Deruwe niet gelukkig was met de restauratie ven de orgels van de kathedraal.
Het gaat immers om een ingrijpend en betwistbaar restauratieproject. Het bestaande imposant Klais-orgel werd gesplitst, het Van Eynde-deel is na de restauratie op een nieuw doksaal geplaatst. Op het oude doksaal is een grotendeels nieuw orgel in een ‘moderne’ orgelkast ingebouwd.
Dit restauratieproject leidde tot protest van verontwaardigde burgers bij zowel de bevoegde autoriteiten als de Unesco.
De restauratie van de orgels werd als een esthetisch niet te verantwoorden ingreep beschouwd die het pas gerestaureerde interieur van de beschermde kathedraal zwaar schendt.
Alle protest kon de werken echter niet stoppen, en het nieuwe orgel werd in 2023 ingewijd.
Juist.
Dag allemaal,
hierbij toch even een beetje meer uitleg omtrent de restauratie van de kathedraal en de orgel-geschiedenis.
Het begint eigenlijk omtrent 1934, toen beslist werd om het doksaal tussen de kerk en het koor (van het kapittel) weg te nemen, en naar de achterkant van de kathedraal te verplaatsen. Op dat doksaal stond het oorspronkelijke Van Eynde orgel, met zijn voor- en achterpositief (of dus een deel gericht naar de kerk, en een kleiner orgeldeel gericht naar het koor). Dat werd geïntegreerd in een “nieuw” Klais orgel, waarvan de orgelkast maar gedeeltelijk het oorspronkelijke orgel omvatte. Of dus: ook toen een “quasi” volledig nieuw orgel … De twee Van Eynde delen werden daarbij boven elkaar in het grotere Klais orgel ingebouwd. Te vermelden ook, de toonzetting werd daarbij aangepast van “barok” naar “hedendaags” of dus een halve toon hoger …
Om maar te zeggen dat het orgel zoals “gekend” in feite niet het oorspronkelijke was, maar al een grondig aangepaste versie in een grondig aangepaste omgeving.
Bij restauratie wordt tegenwoordig altijd een overweging gemaakt tussen “oorspronkelijk” en “huidig”. Er waren daarbij dus twee opties: terug naar de hele oorspronkelijke toestand (met opnieuw doksaal tussen kerk en koor), of de restauratie van het orgel in de “1934 Klais” vorm.
Het werd dus een “compromis”, want het doksaal terugplaatsen was geen optie.
En zo kwam het Van Eynde orgel op een nieuw “doksaal” aan de kooromgang, en werd daarenboven ook terug geïntoneerd op de oorspronkelijke barokke toonzetting.
En is er een aangepast nieuw orgel (met nieuwe orgelkast) op het grote “doksaal” achteraan de kathedraal gekomen.
En heeft men in de kathedraal terug het oorspronkelijke Van Eynde orgel met de correcte toonzetting, en een groot orgel, met alle hedendaagse registers die nodig zijn voor de huidige orgelliteratuur. Overigens het enige orgel in de hele omgeving (niet alleen Brugge) dat een dergelijke (actuele) registerzetting heeft.
En ja, daardoor is het uitzicht van het geheel veranderd, maar dat was in 1934 ook al veel ingrijpender het geval, en eigenlijk “historisch” niet correct. In de OLV kerk heb je nog een voorbeeld van een (klein) orgel op het doksaal tussen kerk en koor.
En nog even: bij de “echte” liefhebbers van de orgelliteratuur (van toen tot nu) is er geen protest, want voor de “oudere” orgelwerken is er terug een orgel met correcte toonhoogte, en voor actuele orgelliteratuur een orgel: het “nieuwe” Klais orgel.
En waarbij dus blijkbaar de discussie eerder gaat over het “uitzicht”, dan de muzikale kwaliteit van het orgel als (hedendaags aangepast) hoogwaardig muziekinstrument.
En ook nog als overweging: in de Sint-Baafskathedraal in Gent kun je een gelijkaardige situatie gaan bewonderen, met het oorspronkelijke Vlaamse orgel aan de zijbeuk.
Dag Pol,
wat een mooi stukje!
Groeten,
Louise
erfgoedconsulent
Beste,
Mooi eerbetoon aan een gewaardeerde Bruggeling