De ‘Groote Tombola’? Win een huis … of twee!

Afgeladen vol, zo laat de provincieraadzaal zich die avond omschrijven. Een zaal vol goesting en daarvan heeft Wim Opbrouck er misschien nog het meest van al. Zoals verwacht toont de gastheer zich van zijn speelse, Opbrouckse kant. De officiële opening van het ‘Hof der Dingen’ is dan ook zo’n beetje zijn avond. Die van hem en van iedereen die hem in de voorbije maanden een voorwerp toevertrouwde waaraan een verhaal vast zit, een West-Vlaams verhaal.

Die inzameling resulteert in een rariteitenkabinet waarin de meest onvermoede spullen vertellen over onze provincie. Dat gaat van de bokshandschoenen van Delfine Persoon over de megafoon van stoetenbouwer Tony Willems tot de bemodderde laarzen van een boerin die ook halftijds als verpleegster in ’t beroepsleven staat.
Doorheen weinig gebouwen die een restauratiecampagne over zich heen kregen waait zo’n verfrissende wind als hier, door dit Provinciaal Hof op de Brugse markt. En nu iedereen er vrijelijk af en aan loopt, noopt de plek tot een opgewekte dit-huis-is-van-ons-stemming. Wellicht zo kwam Wim Opbrouck op het idee om hier zijn en ons ‘Hof der Dingen’ onder te brengen. Maar in de voorbije maanden kwamen meer mensen met verrassende hebbedingen aanzetten dan Wim kwijt kon in zijn expositie. De curator stond voor verscheurende keuzes. Wie weet, wat vandaag niet aan bod komt, diept hij misschien later nog op.
Trouwens, zopas kwam een affiche in mijn archief terecht die zich thuis zou voelen in Wims ‘Hof der Dingen’. Een affiche met een door en door West-Vlaams karakter. Herinnert de lezer zich, van een paar weken geleden, ons relaas over een concert in het Brugge van de jaren twintig? Een avond ten voordele van een hersteloord voor tuberculose-patiënten dat ze bouwden in Sijsele.

Welnu, voor dat Sanatorium Elisabeth gingen naast die muziekavond wel meer benefietacties door. De ‘Groote tombola’ was daarbij met voorsprong het meest in het oog springende steunproject.
De ‘Groote Tombola’, in de hele provincie werd de bevolking opgetrommeld om deel te nemen aan dat loterijspel. ‘Daar hier in de stad vele personen nog niet in de gelegenheid geweest zijn, zich lotten aan te schaffen, zoo komt het comiteit een groep juffrouwen aan te stellen die zich bereidwillig gelasten de loten bij al de inwoners van Brugge aan te bieden’, meldde het Burgerwelzijn.

Eén frank voor een lot, de modale burger kon zich daarmee verzoenen. Daarmee en met prijzen, samen goed voor zomaar eventjes 150.000 frank. Dat is welgeteld 3.750 euro. Vandaag geen schokkend bedrag, maar in de jaren twintig ronduit een fortuin. In het Provinciaal Hof werd alles tentoongesteld wat te winnen was. Alles, behalve de twee hoofdprijzen. Al waren het vooral die twee die van zich lieten spreken. Of wat dacht u van, dixit de affiche, “een schoon burgershuis te Yper” of ook “eene villa te Knocke aan zee”?
In Knokke, het oord dat zich schoorvoetend ontpopte tot het mondaine vakantieoord dat het ooit zou worden, kon je een gloednieuw huis verwerven. Of een aardig optrekje in het na de oorlog als een feniks uit zijn as herrezen Ieper. Het nieuwerwetse Knokke en het herboren Ieper, het West-Vlaanderen van toen ten voeten uit.

Waarde lezer, u weet van onze nieuwsgierigheid op zo’n keren. Over welke huizen gaat het? En zijn ze er nog, vandaag? En ja hoor, het lukt om ze te vinden. Althans, met een bereidwillig helpende hand vanuit het plaatselijk stadsarchief kwamen we het pand in Ieper op het spoor. In de Lange Torhoutstraat staat het tot vandaag fier overeind als huisnummer 10, in de kenmerkende gele baksteen van de naoorlogse heropbouw.

De woonst in Knokke verging het minder gunstig. In de destijds pas aangelegde Paul Parmentierlaan was het één van de eerste bouwwerken. En tot voor een aantal jaren stond ‘ons’ huis er nog. We traceerden een niet eens zo oude foto waarop we het herkennen van op de affiche. Maar het is niet meer. Wat had u verwacht?

Anno 2024 is de Paul Parmentierlaan een aaneenschakeling van karakterloze flatgebouwen. Nog niet zo heel lang geleden veegden die misbouwsels ons Villa Louis, zo heette ze, genadeloos van de kaart. Onze provincie en haar kuststeden … zucht.

De Paul Parmentierlaan, anno 2024 …

Maar er is ook veel schoons te zien in onze contreien. In het ‘Hof der Dingen’, bijvoorbeeld, waar Wim Opbrouck ons fijntjes wijst op het bijzondere van het alledaagse. Mijn tombola-affiche van bijna honderd jaar geleden, Wim, misschien had die er ook een plaatsje verdiend.
Maar … ik weet nóg iets beter.

We konden nog niet achterhalen wie destijds die huizen won. Werk aan de winkel! Doch wacht, stel je voor dat ze nooit werden toegewezen! Een tombola met nooit gewonnen hoofdprijzen, zou het kunnen? Die ondeugende bedenking voert mij terug naar een heel ander soort tombola, een loting uit mijn kindertijd. Weet je nog, Wim, Domus Dei?
Op school werden we er elk jaar weer mee opgezadeld, met de lotjes van Domus Dei. Een loterij ten voordele van kerkenbouw en dat soort projecten, zeg maar een bisschoppelijk gokspel. Elk godvruchtig huishouden werd verondersteld een paar lotjes aan te schaffen. En elke keer was de hoofdprijs een auto, het toenmalige summum van luxe. Dat we keer op keer lacherig deden over het hardnekkige gerucht dat die auto, in mijn herinnering was het altijd een Mercedes, nooit door iemand werd gewonnen, dat hoorde gewoon bij Domus Dei.

Allez Wim, zeg nu zelf, een lotje van Domus Dei, portret van de volkse goedgelovigheid van weleer, dat mag toch ècht niet ontbreken in je collectie? Vergeet die knaap met zijn affiche, Wim, ga voor Domus Dei!
Hierbij, waarde lezer, een oproep. Diept u uit een zolderse lade zo’n kleinood op, aarzel niet. Breng het naar Wim, met mijn groeten. Een lotje van Domus Dei, het wordt de ultieme blikvanger in het ‘Hof der dingen’. Met ernaast, onverstoord op een hooghartige sokkel, de Mercedes die nimmer iemand won.

This entry was posted in Het Brugge van nu, Het Brugge van toen, Van feesten en vieren. Bookmark the permalink.

5 Responses to De ‘Groote Tombola’? Win een huis … of twee!

  1. STEPHAAN VANDEWALLE says:

    Schitterend bekeken !!

  2. Johny RECOUR says:

    Als jonge gast heb ik destijds met enthousiasme getjoold met allerlei lotjes voor de goede zaak. Vele zijn al ter ziele gegaan.
    Ik herinner mij dat er zelfs een wedstrijd aan verbonden was. Wie in het geval van Domus Dei het meeste lotjes verkocht in het Bisschoppelijk College kreeg een ere-prijs.
    Ondertussen heb ik daar een andere kijk op. Liever als oud-scout tjolen met een ‘stikkarre’ door De Panne om oud papier op te halen en dan stockeren in een Duitse WO2-bunker, tot die af en toe vol water liep en wij moesten redden wat nog verkoopbaar was. Andere tijden, andere doeningen.

    • dries simoens says:

      Beste Johny, ook ik heb in de jaren 1950 enthousiast lotjes verkocht voor Domus Dei. Maar toen reeds was de bestemming van deze loterij niet meer, of toch zeker niet meer op de eerste plaats, het bouwen van kerken – maar het tegemoetkomen in ‘sociale projecten’, meer bepaald het optrekken en uitbreiden van scholen. Alles kaderde toen in de schoolstrijd, voorgesteld als de strijd ‘om de ziel van het kind’.
      De bouw van kerkgebouwen werd toen reeds meegefinancierd door het stoelgeld. ‘Per stoel’ ging 0,08 euro naar kerkenbouw. In ons bisdom is Domus Dei blijven bestaan tot 2003 – nadien kon men oudere leerlingen en leden van jeugdbewegingen niet langer ‘motiveren’.
      De basiliek van Koekelberg van haar kant werd gefinancierd door jaarlijkse omhalingen, buiten Domus Dei om. Best ook, dit megalomaan project – gestart door Leopold II bij de 75ste verjaardag van Belgie – had bijna een eeuw nodig om gefinaliseerd te worden.
      Omdat de keldering niet mocht worden gebruikt voor de Annie Cordy-tunnel, moest deze tunnel in beide richtingen grote bogen maken rond de basiliek. Bezien vanuit Vlaanderen vormt de basiliek – vooral het lichtend kruis op de toren – een soort vuurtoren: we zijn bijna in Brussel.

  3. Richard Ranson says:

    Zou het kunnen dat Wim Opbrouck zijn inspiratie voor het ‘Hof der Dingen’ ontleende aan het ‘Internet der Dingen’? IoT of Internet of Things, het ligt eigenlijk voor de hand.
    Tot zelfs de West-Vlaamse Tombola’s aan toe, hetzij een kleine of een grote, dat maakt verder niet uit. Het herinnert mij aan de ‘Reuzetombola’s’ die georganiseerd werden door de commerciële winkelcentra, tijdens de jaren 1950 en 1960. De jaarlijkse Kersttombola of Eindejaarstombola liet de charme van de te winnen hoofdprijs over aan de verbeelding van de klant. Dat was ofwel 1 kilo fysiek goud, ofwel 1 auto (Fiat, Volkswagen, etc.), ofwel het equivalent uitgekeerd in baar geld dan wel in aankoopbons. De winnaar haalde uitgebreid de pers.
    Wat is tegenwoordig de prijs om als particulier 1 kilo goud aan te kopen? Dat bedrag schommelt momenteel rond de 70.000 euro. Zo’n smak geld kon de kleine klant toen winnen bij de lokale middenstand. In onze huidige tijden van grote winkelketens is dat soort wervende Tombola ondenkbaar geworden. En wat kwam ervoor in de plaats? Spraakmakende solden op de courante winkelprijzen? Rechtstreekse kortingen, uitgekeerd aan de consument?
    Mijn voorstel is om 1 kilo fysiek goud toe te voegen aan de collectie van het ‘Hof der Dingen’. En meteen ook een goede verzekering af te sluiten, tegen diefstal of zo.

  4. Jef Swimberghe says:

    Als jongeman heb ik in de jaren ’70 elk jaar de lotjes van Domus Dei mogen drukken in Drukkerij Van Damme te Assebroek.
    Een zeer stresserend werk want we drukten tien lotjes op een vel met tien verschillende numeroteurs die niet mochten haperen en zeer duidelijk moesten afgedrukt zijn.
    Ooit is in dit verband tweemaal dezelfde prijs uitgekomen omdat iemand van een ‘0’ een ‘9’ gemaakt had met een pennetje Chinese inkt… De oplage weet ik niet meer, maar dat zal wel 100.000 geweest zijn…

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *