Pannenkoeken? Je wou al eerder iets vertellen over de kruisvaarders en de veelal weinig lovenswaardige fratsen waarmee die mannen de wereldgeschiedenis bijstuurden. Maar je kon niet meteen een aanleiding bedenken. Tot zich vandaag eindelijk een uitgelezen kans aandient ⊠in de vorm van een stapeltje ruim bemeten, gul met bloemsuiker besprenkelde pannenkoeken.

De zon doet wat van haar wordt verwacht op deze fietstochtdag. Zodoende merkt op de terugweg iemand van ons op dat dorst stilaan zijn opwachting maakt. Waar kunnen we dat vieren?
Of hier iets verfrissend in de buurt is, vragen wij ons af. Waarna de koptrekker van ât moment een verrassend besluit neemt door ons groepje de dreef naar Zevenkerken in te loodsen.
Zevenkerken? Bij de paters? Welja, de cafetaria. Oord dat wij doorgaans gniffelend omschrijven als voorbehouden voor mensen op leeftijd. Maar laten we toegeven, daar op het gazon onder de fruitbomen vallen wij inmiddels ook zelf almaar minder uit de toon. En ât is waar, daar staan een paar aangename bieren op de kaart. Maar eenmaal onze glazen geleegd, laten wij ons verleiden door de verlokkelijke geur van pannenkoeken aan een nabije tafel. Weinig later dampt op elk van onze borden zoân warmbruine lekkernij.

Zevenkerken, dus. âk Weet nog de eerste keer dat ik hier kwam met wat vrienden. Was het een soort bezinning? Ach neen, daarvoor ging het er te informeel en nonchalant aan toe.
We waren het soort âopgroeiende knapen die de wereld gaan veranderenâ.
Iemand tokkelde wat op een gitaar, je kon ongegeneerd âThe Times They Are a-Changinâ zingen en het nog geloven ook.
We waren min of meer lid van een groepje dat zich om één of andere godvergeten reden ‘Gamma‘ liet noemen. Een losvast genootschap van studenten en scholieren die zich op sleeptouw lieten nemen door een hoogst markant figuur. Luc Vranckx gaf als priester les in een paar Brugse scholen â godsdienst, uiteraard. Hij woonde in een heel bescheiden huisje in de Boeveriestraat. Boeiende middagen, daar bij Vranckx. Of avonden in cafĂ© de Goezeput.

Dat Luc ons met zijn ‘Gamma‘ vooral wilde behoeden voor de destijds wervende extreemlinkse wind, het Rode Gevaar van ‘Amada‘ en konsoorten? Daar waren wij ons amper van bewust. Veel later zou de naam Luc Vranckx overigens opduiken in redelijk donkerrechtse middens.
Maar in die schooltijd van ons speelden wij dus als âGammaâ een weekendje lang wereldverbeteraars in een soort woonschuurtje in de schaduw van de abdij van Zevenkerken. En Luc, hij vertelde.

is de toren van de parochiekerk van Sint-Andries.
Over de plek waar we waren, in de bossen bij de âSint-Andriesabdij Zevenkerkenâ, zoals ze officieel heet. Dat de abdij eigenlijk niet zo heel oud is, vertelde hij, ze werd pas rond het jaar 1900 gebouwd op initiatief van ene Gerard van Caloen, zoon van de fameuze van Caloens van ât kasteel van Loppem.
Een herstichting werd het, eigenlijk de erfgename van een eerdere, eeuwenoude beneditcijnerabdij die de Franse Revolutie niet overleefde. Het enige wat van dat eerste bouwsel rest is de toren van de parochiekerk van Sint-Andries. Daar was dus ooit die eerste abdij waaraan de deelgemeente haar naam dankt.

De stichting van die oorspronkelijke monnikengemeenschap, daâs een heel bijzondere historie. Die had namelijk van doen met â u voelt âm komen â een kruistocht, de eerste.
Robrecht, graaf van Vlaanderen, trok samen met de meer tot de verbeelding sprekende Godfried van Bouillon op naar Jeruzalem. Die eerste kruistocht werd een ongemeen bloederige bedoening, en volgens sommige bronnen liet onze graaf zich lang niet onbetuigd als ât op moorden en plunderen aankwam. Chagrijnig ventje, onze Robrecht?
Hoe ging het verhaal ook weer? Over één van hun vele gevechten waarbij graaf Robrecht met zijn leger in het nauw gedreven werd, wanneer hij plots in de wolken een Sint-Andreaskruis meende te herkennen. Inderhaast beloofde de graaf aan de heilige Andreas een abdij als hij en zijn trawanten behouden zouden thuis geraken. De heilige verhoorde zijn gebed en zo verrees in de nabijheid van onze stad een Sint-Andriesabdij.

Dat van die kruisvaarders die de geschiedenis hertekenden, waar we het daarnet over hadden, was dat niet wat sterk gezegd? Wel neen, waarde lezer, volgt u even.
Stel, onze graaf Robrecht bleef thuis, ging nooit op kruistocht. Dan hoefde hij op dat slagveld die gelofte niet af te leggen. En was er nooit sprake van een Sint-Andriesabdij, die bij de Franse Revolutie dan ook niet werd gesloopt. En dus plande Gerard van Caloen geen nieuwe abdij van Zevenkerken. Waar dan ook nimmer een monnik met het idee voor de dag kwam om een cafetaria te openen. En dientengevolge â het woord! â dampten hier ook geen pannenkoeken voor de neus van een handvol fietsers. Robrecht, de kruisvaarder, was zelfs verantwoordelijk voor onze pannenkoeken.
Zeg nog een keer dat die kruisvaarders het verloop van de wereldgeschiedenis niet bepaalden.
Wie – nu er nog leden van leven – schrijft een Wikipedia-artikel over dat godvergeten ‘Gamma’?
En over Luc Vranckx?
De lezers van deze rubriek zijn ongetwijfeld grotendeels erfgoedliefhebbers en ook dat is Brugs erfgoed dat het verdient niet helemaal vergeten te worden.
Ongetwijfeld gaat http://www.odis.be/lnk/PS_6527 over Luc Vranckx, maar Wikipedia is veel bekender dan ODIS.
Zou de Brugse Gamma een onderdeel geweest zijn van Gamma Vlaanderen (http://www.odis.be/lnk/AE_1465)?
Roland, over Luc Vranckx alvast dit overlijdensbericht: https://www.inmemoriam.be/nl/2014-05-08/luc-vranckx/
Wat ik in het verhaal aanstip over zijn latere verwantschap met het wel heel rechtse milieu, houdt verband met zijn nadrukkelijke engagement bij de IJzerwake.
Over Luc vind je bij dbnl hetvolgende: https://www.dbnl.org/tekst/_nee003200101_01/_nee003200101_01_0053.php
En op een eerder onverwachte plek, in het boek ‘Van Brugse Feesten tot Burgrock’ lees je
‘Luc Vranckx was als priester en doctor in de politieke en sociale wetenschappen, directeur van het âCentrum voor Socio-Religieus Onderzoekâvan het bisdom Brugge.
Hij was actief in de werkgroep âGammaâ en pionier van âEuvoâ (Europa der Volkeren) en als dusdanig actief in Baskenland en Frans-Vlaanderen.
Hij was mede-organisator van de Vlaams-Baskische avonden te Brugge ten voordele van de Baskische scholen en initiatiefnemer voor het aanbrengen van geel-zwarte Vlaamstalige naamborden in Frans-Vlaanderen.
Hij nam ontslag als lid van de Raad van Beheer van het IJzerbedevaartcomité om lid te worden van het aanbevelingscomité van de IJzerwake.
Hij kreeg samen met Gamma de eerste Prijs Stichting Witteryck in 1981.’
Dat van de Witteryck-prijs had ik eigenlijk moeten weten, want ik heb nog maar enkele dagen geleden het pas verschenen Witteryck-boek gelezen, met op het einde achtergrondinformatie over de prijswinnaars.
De titel van het artikel is zeer terecht!
In een crĂšperie in Frankrijk aten we ooit boekweitpannenkoeken, ‘sarrasins’.
De uitbater beweerde dat pannenkoeken door de kruisvaarders naar hier meegebracht waren. Dat ze deze via de Sarasenen hadden leren kennen.