De scheve toren van … Brugge

De architect die ergens in de jaren achttienhonderd de Brugse stadsschouwburg uittekent, weet hoe het er in de wereld aan toe gaat. Hij is dan ook van Brussel en daar volgen ze de jongste trends. Eén van zijn bij-de-tijdse ideeën omtrent de schouwburg betreft een bovenbalkon voor het gewone volk. Ook het plebs, meent onze Brusselse bouwmeester, moet de kans krijgen om af en toe een voorstelling bij te wonen. Schoon van hem, vooral omdat hij er meteen ook voor zorgt dat die simpele zielen niet in de weg lopen van monsieur en madame die zich door hun koetsier tot bij de voordeur laten voeren. Daartoe bedenkt hij in de zijgevel van zijn cultuurtempel een deurtje waarlangs Jan met de Pet en Katelijne de kantwerkster naar een bescheiden trap worden geleid, helemaal tot bovenin de schouwburg. Zonder de beau monde te storen. Onderscheid moet er zijn, meneer!

Het raampje
Eenmaal daarboven, het vergt een behoorlijke klim langs die smalle, wat sombere trap, kom je dus bij de goedkope zitplaatsen, hoog boven het podium en het duurdere publiek dat parterre zit.

En ginder kom je, net voor je er je plek opzoekt, voorbij het raampje. Al kan het best zo wezen dat je, stilletjes naar adem happend, boven arriveert en het raam waarover wij je graag vertellen achteloos passeert. Want je bent op weg naar je zitplaats, benieuwd naar wat de avond brengen zal. En dan is een onopvallend venster niet datgene waar een mens oog voor heeft.

Dat je daar helemaal boven in ’t kiekenkot terecht komt, wil geenszins zeggen dat je een foute plaats uitkoos. Een tijd geleden waren vrienden van ons er voor een concert van ’t Zesde Metaal. Je weet wel, Wannes Cappelle en trawanten. Het verraste hen hoe de muziek daar hoog bij ’t plafond van de schouwburg, best genietbaar klonk. De Brugse stadsschouwburg en zijn akoestiek, ’t is niet voor niets dat artiesten er graag langs komen. Dus mocht je nog een keer een avond in de schouwburg plannen, dan is de keuze voor ’t kiekenkot ’t overwegen waard.
En bovendien heb je er dus het raampje als toemaatje.

Scheve toren
Jan met de Pet en Katelijne de kantwerkster waren er zich niet van bewust welk voorrecht hen ten deel viel. Want wat ze door dat venstertje bij hun goedkope etage te zien kregen, daar konden de hoge heren en dames naar fluiten.

Die uitkijk, dus. Je wordt er verrast door een onverhoopt uitzicht op de bovenbouw van het fris gerenoveerde Provinciaal Hof op de Markt. Dat bouwwerk probeert je aandacht te trekken en daar slaagt het ook in. Maar het is het belfort dat je zal verrassen.
Dat ons belfort scheef staat, dat weet inmiddels elke Bruggeling. Maar op weinig plaatsen valt dat zo op als hier, bij dat venster.

’t Is op een frisse zomerdag, zo’n dertig jaar geleden, dat koene alpinisten zich vakkundig van op het dak van het belfort naar beneden takelen, stoer Spiderman spelend. Om dan op specifieke plaatsen aluminium nagels in de torenwand aan te brengen die vakkundige lieden in staat stellen om van op de begane grond uit te zoeken hoe scheef het belfort precies staat.

En, nog net ièts belangrijker, om na te gaan of daar in de loop der tijd nog verandering in komt. Ze komen tot de vaststelling dat de toren een dikke tachtig centimeter naar het zuidoosten leunt. Naar de Wollestraat toe, zeg maar. Of dat veel is, tachtig centimeter? Niet echt, neen. Al zijn er een paar plaatsen waar je dat met wat goede wil met het blote oog kan zien.
Vooraan in de Vlamingstraat, alvast. En in ’t Geernaartstraatje, dat zich tussen de restaurantgevels aan de noordzijde van de Markt een weg zoekt naar de Eiermarkt.

Côté Jardin
Maar als er in de hele stad één plek is waar d’alletorre haar status als scheve toren zo ongegeneerd bevestigt, is dat ginder bovenaan die trap in de stadsschouwburg. Van overal op de begane grond sla je je ogen op, kijk je naar het belfort in kikvorsperspectief.

Maar van bij het kiekenkot kijk je het bouwwerk bij wijze van spreken recht in de ogen. En kan je er echt niet om heen … hoe ons belfort niet weinig neerbuigend naar de Wollestraat toe leunt. Heeft het iets onrustwekkend?

Het staat al eeuwen zo, zeggen ze …

Het staat al eeuwen zo, zeggen ze, dus geen nood. En dat zo’n bejaarde torens wel vaker wat uit de pas lopen. Zou te maken hebben met boomstammen in de fundering, lees je hier en daar. Dat bij zo’n fundaties ook koeienhuiden van pas kwamen?  We vroegen het stadsarcheoloog Frederik Roelens en die verzekert ons dat hij daar nog nooit een aanwijzing voor vond.

Vlaamse subsidies voor het restaureren van de meest iconische toren van onze stad laten op zich wachten. En dus besluiten onze Brugse politici om dat project uit te stellen. Maar heren en dames politiekers, wees toch maar waakzaam! Want of u meent dat de toren naar links, dan wel naar rechts buigt zegt mogelijks iets over uw politieke achtergrond, maar uit de pas staat hij in elk geval.
Laatst sta ik aan het raampje bij het kiekenkot, in ’t gezelschap van een dame die sinds jaren thuis is in de schouwburg. Naar welke kant ons belfort leunt, vraag ik. Haar vastberaden antwoord? “Dat zie je zo, côté jardin!

This entry was posted in Het Brugge van nu, Het Brugge van toen, Van Brugse politiek, Van zingen en spelen. Bookmark the permalink.

12 Responses to De scheve toren van … Brugge

  1. Marc De Brabandere says:

    Beste Pol, wat die koeienhuiden betreft het volgende. De eiken pijlers of boomstammen waarop de ganse constructie rust werden in de grond vastgezet met stenen of keien van witte en bruine kleur; net de kleur van koeienhuiden van toen. In de taal van de landbouwers ‘rood bont’. Vandaar.
    Wat is het telkens fijn jouw blog te mogen lezen. Deze keer heb ik er meer dan normaal van genoten. ’t Is onze materie hé, gidsen die we zijn. Chapeau! Maar het volk in het kiekenkot droeg dat natuurlijk niet. Monsieur et Madame wél.

  2. Johny RECOUR says:

    Hoeveel helt de Belforttoren over na al die jaren? Tachtig centimeter, heb ik ooit geleerd.
    Het is nog niet zoals die van Pisa en in hoeverre er enig gevaar is? Wie weet beter ?

    • Pol Martens says:

      De tachtig centimeter die ik in het verhaal ter sprake breng is ook ‘van horen zeggen’, Johny, zelf heb ik het nooit gemeten. ‘k Zou niet weten hoe eraan te beginnen en vraag mij trouwens af hoe en in hoeverre dat op een centimeter nauwkeurig te bepalen is. En vooral ten opzichte van welk element.
      De toren zou al sinds lang niet meer ‘bewegen’, da’s wel van enig belang.
      Zoals je ongetwijfeld weet, is het belfort in drie bouwfases tot stand gekomen, tussen eind 13de eeuw en eind 15e eeuw. Bij de tweede en derde bouwcampagne zou men overigens al corrigerende aanpassingen hebben doorgevoerd. Blijkbaar kwam men toen al tot de vaststelling dat het gebouw niet meer helemaal loodrecht stond.

  3. Richard Ranson says:

    Antwoord 1. Bron: ‘Gemeenteblad’, jaargang 1938, pagina 130 (van 898):
    “De halletoren bestaat uit drie deelen. Het plat gedeelte, dat nooit begeeft. Het vierkantig gedeelte, dat op het plat gedeelte rust en begeven heeft vóór een zeker getal eeuwen. Dan het achtkantig gedeelte, dat op het vierkantig gedeelte rust.
    De metingen van den halletoren werden reeds gedaan in 1622 en 1664, verder in 1700 en 1800. Thans is men bezig met metingen te doen door middel van de loodlijn, om de vorige metingen met loodlijn gedaan, te controleeren.
    Er is bewezen dat noch het achtkantig, noch het vierkantig gedeelte bewegen. Dit laatste onderschraagt het achtkantig gedeelte door middel van bogen, die ook niet bewegen.
    Vroeger heeft men in het achtkantig gedeelte de ankers verstevigd, waarvan één ’n oude barst vertoonde. Alles is wel nagezien geweest. Wij mogen ons ten volle gerust stellen en wij moeten er ons niet aan verwachten dat op zekeren dag de halletoren in de Wollestraat of op de Markt zal nederstorten.”
    Antwoord 2. Bron: Google, 13 sep. 2014
    De Halletoren, ook wel bekend als het Belfort, staat scheef. De belangrijkste Brugse toren helt 87 centimeter over naar de kant van de Wollestraat. ‘De oorzaak van die scheefstand is nog onbekend, maar omvallen zal die toren nog niet doen’, stelt professor Patrick Ampe in Het Laatste Nieuws.

  4. dries simoens says:

    Net als de ‘scheve toren van Pisa’, staat ons belfort tegelijk scheef én krom.
    In Pisa heeft men beide opmetingen verricht, vóór het starten van de restauratiewerken in 1990.
    De ‘helling’ wordt uitgedrukt in graden, de ‘kromte’ in meter. Met dit laatste bedoelt men hoeveel meter/centimeter, op de begane grond gemeten, de toren ‘uit het lood’ staat. Met andere woorden, hoeveel bedraagt de ‘overhang’.
    Zowel in Brugge als in Pisa, is de kromte het gevolg van het feit, dat men in latere bouwfases de schuine stand heeft willen corrigeren en neutraliseren.
    In de Italiaanse stad zijn de restauratiewerken in 1994 gestart, vanuit twee imperatieven. Voorkomen dat de toren omvalt, maar tegelijk de stad haar toeristische troef niet ontnemen.
    In 2004, na 12 jaar werkzaamheden, waren de werken voltooid, nadat een expertisebureau had aangetoond dat de toren de eerstvolgende drie eeuwen niet zal instorten.
    Pisa kan voortaan bogen op een ‘scheve toren in veiligheid’. Hoe men deze werken heeft uitgevoerd, is mij onbekend. Niet voor niets staat de klokkentoren op het ‘Plein van de Mirakelen’.
    In Pisa, anders dan in Brugge, gaat het om een vrijstaande klokkentoren.

    • Erik Everaert says:

      De bijna 56 meter hoge toren van Pisa is zichzelf recht aan het trekken . Hij helt nu 4 centimeter minder dan ruim 20 jaar geleden.
      Dit is te danken aan de renovatie van de fundering van de toren, die in 2001 voltooid werd. Toen zag het er niet best uit voor de toren, die op instorten leek te staan. Maar met behulp van staalkabels en zware contragewichten wordt de toren nu elk jaar 1 millimeter de goede kant op getrokken.
      Maar er is meer dan de toren van Pisa , ook in Bologna , Venetië , e.a. steden staan scheve torens https://ciaotutti.nl/reizen-door-italie/de-toren-van-pisa-en-andere-scheve-torens-in-italie/

      • dries simoens says:

        De scheefste onder de scheve torens bevond zich in de Italiaanse stad Terlan: hij hing 10 meter uit het lood, en bij het luiden van de klokken bewogen de fundamenten merkbaar. Begin vorige eeuw is de toren afgebroken en heropgebouwd.

  5. Lieven says:

    Ik zat zaterdagavond niet in ’t kiekenkot, maar gewoon op het balkon boven je. Maar je had het zo druk met babbelen, dat je me niet opmerkte 😉

  6. Tristan Cools says:

    De Toren helt inderdaad 87 cm richting Wollestraat. Het is inderdaad geen rampzalige situatie. Wel er bij vermelden dat de toren beweegt als het zwaar stormt. Het is goed dat hij een beetje flexibel is, net als de torenwachter boven trouwens.

  7. dries says:

    Dat een hoge toren wel degelijk kan ‘wiebelen’ bij hevige wind, heb ik ondervonden op de 37ste en hoogste verdieping van de Zuidertoren in Brussel – met zijn 150 meter het hoogste gebouw in ons land. Zeker een gewaagde constructie, opgetrokken in de periode zestig. Het geheel rust op een sokkel die smaller is dan de eigenlijke toren. Het uitgangspunt is een centrale stam van 150 meter, die niet in de grond verankerd is, waardoor pompen het gebouw kunnen laten bewegen. Zelfs na een aardbeving kan het gebouw weer worden rechtgezet.

Een reactie achterlaten op Pol Martens Reactie annuleren

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *