Een beurshal voor plezier en … politiek!

In de zomer van 1967 is het lint dat wordt geknipt bij de opening van de Brugse jaarbeurs meteen ook dat van de glimmend nieuwe beurshal in de Hauwerstraat. De opstart van die beurshal komt geen dag te vroeg. Het Brugge van toen reikt amper verder dan zijn vesten en kijkt met argwaan naar het succes van jonge, grote zalen in de randgemeenten. ’t Jagershof in Sint-Andries, in Sint-Kruis het Schuttershof en niet in het minst het florerende Boudewijnpark. Met de beurshal zou de stad al dat zalengeweld van antwoord dienen.

‘Met de beurshal zou de stad al dat zalengeweld van antwoord dienen …
De foto vonden we op ‘Beeldbank Brugge’

Om het elan van het jonge bouwsel luister bij te zetten wordt in het  najaar van 1968 een eerste ‘Brugse Parade’ gehouden. Het spektakel met zang, dans en andere leutige dingen is een initiatief, het zal u weinig verbazen, van het ‘comité voor Initiatief’. Dat comité, dat vandaag nog altijd … nou ja, initiatieven neemt, presenteert zich in lekker progressieve spelling als ‘komitee’ op de affiches en in de kranten van toen.
Oude kranten en hun onschatbare waarde! In onze collectie steken een handvol affiches die de ‘Brugse Parade’ aankondigen. Als grafiek zijn het kinderen van hun tijd, maar de markante historie erachter kan pas worden opgediept met wat de krantenjongens van weleer nalieten op vergeeld krantenpapier.

‘Als grafiek zijn het kinderen van hun tijd …

In hun gazetten lees je over tien jaarlijkse edities van de Brugse Parade. Keer op keer een avond met optredens van al wie zich in Brugge in het zweet werkt bij dansschool of turnkring, of in de weer is bij harmonie of fanfare.  Onder leiding van broeder Maurits Warnier vrolijkt de Speelschaar van de Frères er het publiek op met een origineel ‘Brugse Parade’-kenwijsje.
Uiteraard stond zo’n programma met op het podium een boel Brugse gezichten ook garant voor veel publiek in de zaal.

Mag het verbazen dat onze politici, ook mensen tenslotte, niet te verlegen waren om zo’n volkstoeloop nu en dan te benutten voor eigen glorie? Zo lezen wij omtrent de Parade van 1970 in het Burgerwelzijn over Fernand Traen. Bij het einde van de Parade wordt de schepen voor Cultuur, tot zijn eigen grote verbazing, geloven wij graag, op het podium geroepen om een woordje te placeren.  Enkele weken voor de gemeenteraadsverkiezingen? Een mens kan het minder treffen. Die eerste verkiezingen voor het nieuwe Groot Brugge zorgen voor een legendarische tweespalt binnen de dominante CVP. Michel Van Maele, tweede op de kieslijst van zijn partij, steekt met zijn voorkeurstemmen burgemeester Pierre Vandamme rechts voorbij en trekt de lakens naar zich toe. Tijdens de eerstvolgende Brugse Parade wordt hulde gebracht aan Pierre Vandamme, ‘naar aanleiding van diens ambtsneerlegging’. ’t Moet toch een wat wrang moment geweest zijn, die avond in de beurshal.
En voordat u de christendemocraten, als grootste partij in ’t stad, verdenkt van een monopolie op de Brugse Parade, dan spreekt de editie van 1973 dat tegen. Dat jaar wordt socialistisch voorman en voormalig premier Achiel Van Acker bij zijn vijfenzeventigste verjaardag in de bloemen gezet.
Twee edities later is tussen de show van een turngezelschap en het aantreden van een volksdansgroep nog plaats voor een huldiging van een ereschepen, Cyriel De Meester, maar op de formule van de Parade komt stilaan wat ruis. Naarmate de jaren zeventig voorbij glijden heeft het publiek het gehad met elke keer weer dezelfde fanfares en voorspelbare danspasjes. Het doorgaans brave Burgerwelzijn laat omtrent de variétéformule een niet mis te verstaan ballonnetje op: ‘Ieder jaar wordt hetzelfde programma voorgeschoteld, men zal in de toekomst moeten zorgen voor iets origineler.
’t Is schoon geweest, in het najaar van 1977 blaast de Speelschaar van de Frères een laatste keer het kenwijsje van de Brugse Parade. Voor alles is een tijd, ook in Brugge. Weinig later weerklinkt in diezelfde beurshal een ietwat andere speelschaar. Zichzelf noemen ze Red Zebra en hun kenwijsje ‘I can’t live in a living room’.

Een toemaatje …
Op een site van de Noordzee Brass  Band vonden wij zowaar een audio-link naar het ‘Brugse Parade’-deuntje waarmee destijds de Speelschaar aantrad. De mars staat op naam van Bruggeling Emiel De Cloedt … http://www.noordzeebrassband.com/aidio.html

This entry was posted in Het Brugge van toen, Van Brugse politiek, Van feesten en vieren, Van gitaren en drums, Van zingen en spelen. Bookmark the permalink.

14 Responses to Een beurshal voor plezier en … politiek!

  1. C. Baute says:

    De beurshal, hoeveel Bruggelingen zijn daar in al die jaren aangekleed in een middeleeuws tenue voor een stoete, herschapen in een Romeins soldaat of uit de kleren gegaan om als Adam of Eva te figureren in de Heilig Bloedprocessie!
    Hoor ik nu dat de Praalstoet van de Gouden Boom enkele jaren wordt uitgesteld?
    Laat ons hopen dat de processie zijn status kan behouden.

    • Geert Sagaert says:

      Ik was hier alvast enen van. Het was de jaarlijkse gewoonte dat een bepaalde groep bestond uit leerlingen van het SO Sint-Lodewijkscollege, Magdalenastraat. Ik weet totaal niet meer welke groep dit was, ik weet wel nog hoe we gekleed werden in het beursgebouw, hoe we baard en snor opgekleefd kregen … al bij al een hele belevenis!

      • Dries Simoens says:

        Geert, ik ben duidelijk een generatie jonger. Ik maakte uw ervaringen mee, maar de aankleding gebeurde toen in de feestzaal van het “oude” college (met ingang Dweersstraat) en de repetities vonden plaats op de binnenkoer van de kazerne, waar nu het gerechtsgebouw staat. En “mijn” generatie was die van 1968, en die had jammer genoeg geen boodschap aan het behoud van de status van de processie. Integendeel, ondanks het principiele verbod van het dragen van brillen en polshorloges, zocht al wie kon dergelijke attributen op, ook al lagen die sinds lang opgeborgen in een lade. “De verbeelding aan de macht” leidde blijkbaar tot kwajongensstreken, die men nu in zichzelf niet meer herkent. Het leven wordt “vooruit” geleefd, maar wordt retroactief beoordeeld. In 1843 verwoordde Kierkegaard het zo: “Het is zeker waar wat de filosofie stelt, namelijk dat het leven achterwaarts moet worden begrepen. Maar daarbij vergeet men de andere stelling, dat we voorwaarts moeten leven”.

  2. Daan V. says:

    Het nieuwe gebouw zal zijn plaats moeten veroveren bij de Bruggelingen. Op architecturaal vlak is het weinig verrassend, maar in vergelijking met wat er stond uiteraard een aanwinst.

  3. Dries Simoens says:

    Bij de editie 1973 van de Brugse Parade werd Achiel Van Acker inderdaad in de bloemen gezet, bij zijn 75ste verjaardag. Terecht, wanneer men zijn grote verwezenlijkingen bekijkt als Premier in de jaren 1950 (en als grondlegger van de sociale zekerheid in 1944). Bij de Paradeviering in 1973 zal deze grote staatsman misschien gemijmerd hebben over wat in 1964 in Brugge is gebeurd, en om de gemiste kans om toen de CVP-hegemonie te doorbreken en zelf burgemeester van Brugge te worden. Het zit zo: in 1964 was er nog geen fusie tot Groot-Brugge, en telde de gemeenteraad slechts 27 zetels. Bij de verkiezingen van 1964 was er een nieuw gegeven: voor het eerst kwam een scheurlijst op, geleid door CVP-schepen Fernand Van den Broele. De naam van deze formatie was “Centrumlijst”. In de verwachting dat deze partij 3 zetels zou halen en de BSP haar zetelaantal zou opvoeren van 9 naar 11, dan zou men uitkomen, bij samenwerking, aan 14 zetels – dus een nipte meerderheid op een totaal van 27 zetels. Dus werd op 14 mei 1964 ten huize van Achiel Van Acker (aan de Sint-Annarei) een voorakkoord gesloten tussen de BSP en de Centrumlijst (met als ondertekenaars Achiel én Frank Van Acker enerzijds en Fernand Van den Broele anderzijds). Strekking van het voorakkoord: Achiel Van Acker zou burgemeester worden, en Van den Broele zou voorzitter worden van de Commissie van Openbare Onderstand (de voorloper van het OCMW). Finaal liep het anders: Centrum haalde amper 1 zetel, de BSP bleef haperen op een status-quo van 9 zetels . De CVP verloor weliswaar 1 zetel, maar behield de absolute meerderheid. Wat overbleef was een wederzijds respect en waardering tussen de Van Ackers en Van den Broele. En in de politiek heeft men (soms toch) een lang geheugen: na de verkiezingen van 1982 (een kwarteeuw na 1964) werd een SP-CVP-coalitie gevormd, met Frank Van Acker als burgemeester en Fernand Van den Broele als schepen van financien.
    Nog deze persoonlijke bedenking: Achiel Van Acker overleed in 1975. Ergens een schande dat deze staatsman tot 1987 heeft moeten wachten tot hij een standbeeld kreeg te Brugge, dan nog op een kunstmatig (en naar hem genoemd) plein dat er kwam nadat in de Ezelstraat een huis naast de Joseph Reylandtszaal (de vroegere Anglicaanse kerk) was afgebroken en niet werd wederopgebouwd. Spijtig ook, dat bij de viering van 75 jaar sociale zekerheid (1944 – 2019) bij dat standbeeld van de grondlegger van deze maatschappelijke bescherming enkel een bloemenkrans werd neergelegd door de toenmalige SP.A voorzitter John Crombez en een viertal vakbondsmilitanten.

    • Dries Simoens says:

      Als “uitsmijter” bij mijn Achiel Van Acker-tekst, nog iets luchtig in verband met dialecten. We hebben in ons land eentalig Franssprekende premiers gehad (Edmond Leburton) en premiers bij wie het Nederlands, alle moeite ten spijt, niet echt lukte (Elio di Rupo), maar Achiel Van Acker was tweetalig op zijn eigen wijze: “Assiel parle le bruzois dans les deux langues nationales”.

    • Michiels Dirk says:

      Mooie tekst over Achiel Van Acker en de verkiezingen te Brugge. Maar toch een kleine correctie: de SP-CVP coalitie kwam niet tot stand na de verkiezingen van 1982 maar wel na deze van 1988. Er waren wel kapers op de kust om in 1982 de SP en Frank Van Acker te “dumpen” maar dat lukte niet omdat de zittende burgemeester zijn stemmenaantal en aantal zetels nog fors verhoogde.
      En nog dit: om een groot staatsman te zijn heeft men niet noodzakelijk een standbeeld nodig. Maar het is wel meer dan verdiend!

      • Dries Simoens says:

        Het is inderdaad pas in 1988 dat de zogenaamde “grote coalitie” SP-CVP tot stand kwam (dank voor de correctie). In 1982 was de affiniteit tussen Frank Van Acker en zijn liberale vriend Albert Claes nog te sterk. Claes nam in 1988 echter voor het eerst sinds 1952 geen deel meer aan de gemeenteraadsverkiezingen. In 1988 zag Frank Van Acker dus de kans om Pieter Leys én de vakbekwame maar eigengereide financienschepen Raymond Reynaert te dumpen. De plaats en functie van deze laatste kon dus (eindelijk, na 24 jaar wachten) overgenomen worden door Fernand Van den Broele.
        Wat het standbeeld voor Achiel Van Acker betreft: de man verdient toch een statiger pleintje dan een “uitstulping” van de Ezelstraat, die er kwam omdat de papierhandel Braem-Berton gesloopt werd en niet heropgebouwd.

  4. Marc Bekaert says:

    En geen woord over de edities van Brugges Festival (vzw Rembetika) die daar zijn doorgegaan?

  5. Luc Gilliaert says:

    Ik herinner me enkele opmerkelijke momenten in het oude Beursgebouw.
    Af en toe was er een oldtimer- en ook platenbeurs waar gelijkgestemden elkaar ontmoetten. Je kon er mooie zaken op de kop tikken : kopen of verwisselen.
    En als ik me niet vergis was het in het jaar 2000 dat Oxfam Wereldwinkel Brugge er een Romero-herdenking organiseerde naar aanleiding van de moord 20 jaar eerder.
    Daar mocht ondergetekende de afterparty draaien met vooral wereldmuziek die werd gesmaakt tot in de late uurtjes.
    Alhoewel ik het persoonlijk een niet zo’n uitnodigend gebouw vond, denk ik dat quasi iedere Bruggeling ooit wel eens voor één of andere gelegenheid het gebouw heeft betreden en er mooie momenten mocht beleven.

  6. Dries Simoens says:

    Ook Fernand Traen (overleden in 2018) komt in de blog ter sprake. Deze CVP-politicus was van 1964 tot 1976 schepen van cultuur en (vooral) van de haven. Voor havenaangelegenheden was hij zo bekwaam, dat hij (na 1976) onder het bewind van Frank Van Acker als “havenbestuurder” mocht blijven fungeren. Zo is hij een kwarteeuw havenverantwoordelijke kunnen blijven: een functie die hij overnam van burgemeester Pierre Vandamme en in 2001 ten slotte doorgaf aan Joachim Coens. In 2015 schreef hij zijn memoires, waaruit een ontgoocheling bleek over de wijze waarop de Brugse haven door de politiek wordt bejegend. Traens verdiensten waren zo opvallend, dat hij in de adelstand werd verheven.

  7. Leo Descheemaecker says:

    Tijdens de editie van 1970 nam Socialistische Harmonie Werkerswelzijn – nu Concertband SHW – traditioneel deel.
    Dirigent Maurice Demeyer, afkomstig uit Torhout, was dat jaar 60 jaar muzikant en 40 jaar ‘Muziekmeester’. Onverwacht werd hij hiervoor door het stadsbestuur, met een absolute CVP meerderheid, in de bloemetjes gezet. Een gebaar dat ten zeerste gewaardeerd werd.
    Helaas kon Maurice niet lang nagenieten, want tien dagen later overleed hij.
    De pastoor van Torhout was nog niet zo ruimdenkend als het Brugse stadsbestuur, want noch de vlag van harmonie Rethorika Torhout, noch deze van Werkerswelzijn mochten de kist in de kerk flankeren.

Een reactie achterlaten op Geert Sagaert Reactie annuleren

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *