Heel Groot Brugge … een raadsel

Bent u zo nu en dan te vinden voor een raadsel, waarde lezer? Wij hebben er eentje, hier komt het. Let wel, ’t is voor gevorderden!
‘Hoe kan je opgroeien in een dorp, daarna in een stad gaan wonen, na verloop van tijd naar een andere stad verhuizen en toch al die tijd blijven waar je bent?’
De oplossing van het raadsel komt er zo, maar eerst nemen wij u mee in een verhaal. Gaat u er rustig bij zitten, het is een verhaal ‘van toen tot nu’. En het gaat – dat is deze blog aan zichzelf verplicht – over Brugge. Over een stad die al sinds vroeger tijden moeite heeft met zijn eigen begrenzing.

In de revolutiedagen na de moord op graaf Karel de Goede, delven de Bruggelingen hun allereerste omwalling.

Het verhaal begint in de twaalfde eeuw. In de revolutiedagen na de moord op graaf Karel de Goede, delven de Bruggelingen hun allereerste omwalling. Die gordel kan u vandaag nog altijd afwandelen. Volgt u van bij ’t Minnewater de loop van de reien, langs de Dijver helemaal naar de Langerei, waar de Gouden Handrei afbuigt, westwaarts naar de Speelmansrei en het Zand. En dan langs de Westmeers weer naar ’t Minnewater. Ja, het Brugge van toen was veel kleiner dan dat van ons.
Maar een stad die almaar meer volk aantrekt, groeit vroeg of laat uit zijn kleren. En dus kreeg, ergens in de jaren twaalfhonderd, Brugge de grafelijke toestemming voor een heel nieuw project. De ‘paallanden’ waren een ronduit revolutionair idee.
Meerdere boogscheuten ver buiten die eerste omwalling, zelfs een heel eind voorbij de ‘vesten’ die we vandaag kennen, werden her en der grenspalen neergepoot, een tiental, in een wijde boog omheen de stad. Fictieve lijnen werden landmetersgewijs tussen die palen bedacht, doorheen de velden. En voilà, al wat daarbinnen lag waren de Paallanden. Een Groot Brugge avant la lettre.
Niet zo veel later, rond 1300, werden onze vandaag zo vertrouwde ‘vesten’ gegraven. De stad wou zijn inwoners en rijkdom beschermen. Maar de veel ruimer bemeten paallanden bleven in juridisch opzicht bestaan, ze werden pas afgeschaft bij het eind van het ancien regime.

Brugge zocht weer aansluiting met de zee en groeide noordwaarts, richting Zeebrugge.

Het was dan wachten tot begin vorige eeuw vooraleer nog een keer grenzen werden hertekend. Brugge zocht weer aansluiting met de zee en groeide noordwaarts, richting Zeebrugge.
En in de veertiger jaren volgde een nog ingrijpender verruiming. Dat was toen hier heel veel Duitsers in uniform rondhingen. Ze waren ongevraagd gekomen en bleven vier lange jaren. En beslisten op eigen houtje dat Brugge de nabije gemeenten zou inlijven. Sint-Andries, Assebroek, noem maar op. Een tweede Groot Brugge, zowaar. Maar de oorlog ging voorbij en deze stad trok zich weer braaf terug binnen zijn vesten.
Tot in ’t jaar 1971, toen met de fusie de randgemeenten zowaar opnieuw werden ingelijfd in het Groot Brugge van vandaag, het derde dus. Niet iedereen was daar enthousiast over, het verhaal van boeren van Sint-Andries die met gekantelde karren de omgeving van de Smedenpoort blokkeerden is bekend.

En vandaag, een halve eeuw verder in de tijd? Voelt vandaag al wie in Groot Brugge woont zich ook Bruggeling? Misschien zijn op zo’n vraag evenveel antwoorden te bedenken als er Bruggelingen zijn. Zal ik mij beperken tot het antwoord van mij en mijn wederhelft? Het kwam ons enkele dagen geleden aanwaaien, op een zondags terras op de Platse van Sint-Andries. Het milde herfstlicht en de verrassend lekkere koffie herinnerden ons, inwoners van Sint-Andries, eraan hoe beschamend zelden wij daar op de Platse langs komen.
Veertig jaar geleden, na twee wittebroodsjaren op een flatje in ’t centrum, kwamen wij hier in Sint-Andries wonen. Eigenlijk in Sint-Willibrord, een gezapige wijk tussen het centrum van onze randgemeente en de binnenstad. En ietwat tot onze eigen verbazing stellen wij dus vast dat er weinig is dat ons naar de Platse brengt. Allebei fietsten we al die jaren elk naar onze werkstek binnen de ‘vesten’. En zo komt het, dat we ons bij zowat alles wat buitenhuis gebeurt, op de binnenstad richten.
In Sint-Andries staat het huis waar we graag thuis zijn. Maar meer dan van Sint-Andries, zijn wij van Brugge. Neen, de ene Bruggeling is de andere niet.

Damme, ooit één van de levensbelangrijke voorhavens van Brugge …

Is Brugge synoniem voor Groot Brugge en andersom? In onze buurt ken ik mensen die in de binnenstad enkel vertrouwd zijn met de hoofdstraten. Hun antwoord op die vraag zou mij benieuwen. En of ze weten dat er plannen worden gesmeed voor een nieuw,  nóg  groter Brugge? Misschien wel, de voorbije weken kreeg dat nieuws nogal wat aandacht. Stel u even voor, Zedelgem, Zuienkerke, Damme … allemaal Brugge!
Zal het zo’n vaart lopen, of vindt men een andere vorm van samenwerking? De tijd zal het leren. Er is alvast ook nu weer aan opinies geen gebrek, voor, tegen en ergens daar tussenin. Neem nu de voorzichtige terughoudendheid vanuit Damme, we kunnen ons daar iets bij voorstellen.
Damme, ooit één van de levensbelangrijke voorhavens van Brugge, draagt de titel van ‘stad’, toch? Zoiets laat je je niet zomaar afpakken!
Maar omdat fantasie geen pijn doet, stellen we ons even voor dat het ècht zover komt. Heel Groot Brugge komt eraan! Damme, die trotse, is niet langer stad maar voorstad.
En kijk, dan komen goeie vrienden van ons in het vizier. Vrienden in Sijsele, waar ze opgroeiden toen dat dorp nog een zelfstandige gemeente was. Maar tegen de tijd dat ze een stel werden, en in hun dorp een huis vonden, was Sijsele deel van fusiegemeente Damme … en dus stond het huis dat ze kochten in Damme, de stad. Maar straks wordt Damme misschien Brugge en wonen ze … in Brugge, die andere stad. Het lijkt wel het antwoord op een raadseltje …

This entry was posted in Het Brugge van nu, Het Brugge van toen, Van Brugse politiek. Bookmark the permalink.

2 Responses to Heel Groot Brugge … een raadsel

  1. Richard Ranson says:

    Wat mijn identiteit als ‘Bruggeling’ betreft, ben ik al heel lang het noorden kwijt. Als historische stad telt Brugge minder dan 20.000 inwoners in de stadskern. Met meer dan 20 kerken, zo vertellen de bootjesgidsen. Als ‘Groot Brugge’ tellen we sinds 1971 circa 120.000 ‘Bruggelingen’, met de randgemeenten meegerekend.
    Behoort Zeebrugge psychologisch tot Brugge?
    Als regionale centrumstad heeft Brugge een bereik van zowat 250.000 bewoners, waarmee onze consumptiestad rendeert. En als toeristische stad ontvangt centrum Brugge, normaal gesproken, 8.000.000 bezoekers op jaarbasis, reden waarom ‘stad’ Brugge zich graag vergelijkt met de grote Europese metropolen, zoals Londen en Parijs. Drink maar eens een koffie op de Grote Markt, dan proef je meteen het verschil in de prijs!
    Wie heeft dus voeling met welk soort Brugge? Wanneer men het over Brugge heeft, weet ik nooit naar welk ‘Brugge’ men verwijst. En nu zou stad Damme met de gemeente Sijsele in het vizier komen, om de administratieve stad Brugge uit te breiden?
    Dat wordt bij uitstek een uitdaging voor het toeristische domein – cfr. een miljoenenpubliek – teneinde te voorzien in passend openbaar vervoer. Als boekenliefhebber geraak ik vanuit ‘Brugge’ (sic) niet eens tot in boekenstad Damme, bij gebrek aan publieksvriendelijk transport… Ik heb dat traject noodgedwongen al te voet afgelegd, langs het kanaal. Verwelkomen wij niettemin de nieuwe stad “Heel Groot Brugge” ? Politiek Brugge ziet er kennelijk wel brood in, in zo’n rationele constructie.

  2. Johny RECOUR says:

    Van Groot- Brugge heb ik als ‘inwijkeling’ nooit echt last gehad. Toen ik in 1972 werkte voor de Dienst voor Toerisme van Stad Brugge werd die afdeling gecatalogeerd als’extra muros’, alhoewel wij toen olv Raf Dusauchoit pal op de Markt zaten waar nu Historium gevestigd is. Toen moest je ook nog een domicilie hebben binnen de stadsmuren om te mogen werken voor Stad Brugge.
    Jarenlang heb ik samengewerkt met collega’s van Lissewege die bleven volharden in de boosheid dat Lissewege Brugge erbij gepakt had en niet omgekeerd.
    Hoe groter de stadsomgeving hoe groter er meer problemen voor de lokale bevolking moeten worden opgelost. Wat echter al lang bij mij vragen doet rijzen … de Duitse bezetter had toch enigszins een bestuurlijke visie, vermits Groot Brugge, Groot Brussel. Die werden na WO2 afgevoerd, want ‘Nazi gedachten’.
    In 1971 kwamen ze na 30 jaar erop terug, behalve in Brussel waar ze er nog steeds niet aan uit zijn. Soms moet de gang van zaken rijpen in de geesten, zeker ?

Een reactie achterlaten op Johny RECOUR Reactie annuleren

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *