Routineus, zoals de paarden die gedwee hun koets tussen Markt en Minnewater loodsen, zo brengt mijn trouwe tweewieler mij naar de binnenstad. Zomaar wat trappen en het stuur in handen houden volstaat, terwijl mijn hoofd afdwaalt langs een eigen gedachtenwegel. Vanmiddag gaat mijn fietsend gepeins over heraldiek. Over het Brugse wapen en de vlag van de stad, die met de blauwe leeuw.

geklauwd en getongd van keel,
gekroond en gehalsband van goud,
de halsband voorzien van een kruisje van hetzelfde.‘
Heraldici – ‘k heb het opgezocht, het meervoud van ‘heraldicus’ – houden er pas ècht een eigen denkpatroon op na. Vooreerst doen die gasten die met wapenschilden en vlaggen in de weer zijn moeilijk over ‘links’ en ‘rechts’. Een leeuw waarvan u en ik menen dat hij naar links kijkt, volgens hen kijkt die naar rechts. Ze hebben er een uitleg voor, een soort stuurboord-bakboord-verhaal. Maar da’s pas het begin.
Want om hun taaltje met enige mystiek te kruiden, bedachten ze ook eigen woorden voor kleuren. Een handleiding? Hou u vast aan de takken van de bomen, hier gaan we. Wit noemen ze ‘zilver’, daar kunnen we nog in komen. Maar zwart is ‘sabel’. En blauw is voor hen ‘lazuur’, rood is ‘keel’ en groen ‘sinopel’. En zo bedachten ze er nog een paar. En wat meer is, ze menen het!
Neem nu het wapen en de vlag van onze stad, hun definitie daarvan klinkt veel zwaarder op de hand dan de toch redelijk vrolijke kleuren van die leeuw met zijn fris rode en witte achtergrond. Zijn het zijn kleuren die hem minder dreigend laten ogen dan veel andere, veelal grimmiger leeuwen op vlaggen?
Aanleiding voor mijn heraldische bedenking is mijn gidsbeurt van straks. Al laat ik die bizarre terminologie omtrent kleuren toch maar achterwege. Want op deze zonnige middag wordt ondergetekende op de Markt, bij Historium, opgewacht door jong volk, heel jong volk. In de mail omtrent de wandeling was sprake van een basisschool. Daar zijn we mee vertrouwd, dus laat maar komen. Alleen zijn het dit keer … gastjes van een eerste en tweede leerjaar.

Vooraf even de leerkracht opgebeld dan maar, in hun schooltje in het landelijke plaatsje Abele, dorp dat zich tegen de Franse grens aan vlijt. Zij en ik zijn het erover eens, voor bengels van pakweg zeven of acht jaar jong is twee uur met een gids op stap gaan allicht te lang. Ik schets haar kort wat ik van plan ben. Het lijkt haar een goed idee. En dus ben ik vanmiddag voorzien van een pakje tekenbladen en wat stiften. We vinden mekaar op de binnenkoer van Historium, twee juffen, veertien frisse kopjes en uw dienaar die hen een foto toont van een leeuw. Wie van jullie zag ooit een leeuw, een echte? Een handvol vingers gaan de lucht in. Ja hoor, in de Antwerpse zoo, in Planckendael … Willen jullie iets voor mij doen? Willen jullie een leeuw voor mij tekenen, elk een leeuw? Allerlei beesten doemen op. Herkenbare leeuwen en amper herkenbare. Het strevertje in de groep verzint er nog een leeuwin bij.
Mooi, bedankt allemaal! Maar vroeger, jongens en meisjes, hadden de mensen veelal nooit een leeuw gezien en meenden ze dat zo’n beest op zijn achterpoten liep. En dus tekenden ze hem zo. Zoals hier, kijk, op dit vlagje. De vlag van de stad Brugge, met een op zijn achterpoten huppelende leeuw! Een blauwe leeuw, hoe zot! Weet je wat? We gaan samen op pad door de stad, op zoek naar de blauwe leeuw, ik wed dat we hem hier en daar in de straten tegenkomen! Kom, we gaan van start!

Er zijn van die rondleidingen die je vergeet. En andere waarvan je meteen weet, deze blijft mij bij! Het onstuimig plezante enthousiasme waarmee we een middag lang leeuwen spotten. Nóg een, daar, bij die aanlegsteiger! Ginder hoog, op dat torentje! En daar, drie op een rij op die gevel! Een Brugse leeuw op een pet in de etalage van een souvenirwinkel en iemand wijst naar een voorbijvarend bootje. Op de boeg ervan, ook een Brugse leeuw!

Boven wat lang geleden de toegangspoort was van Groeninge, ook zo’n blauw beest! Maar, merkt een pienter meisje op, staat die niet anders dan die op de Burg? Da’s waar, jongedame, wie deze leeuw tekende wist niet hoe het hoort, hij kijkt naar rechts in plaats van naar links! Heel even bedenk ik iets over mensen die links ‘rechts’ noemen, maar dat hou ik voor mezelf.

Bijna twee uren zijn we op pad en daar heeft de blijheid van ons gezelschap dat meegaat in mijn leeuwenverhaal alles mee van doen. We telden dan ook meer dan vijftig blauwe leeuwen, meer dan ik zelf kon vermoeden. Bij de speeltuin van de Botanieken Hof neemt deze gids afscheid van een als kleine kinderen vermomd legertje levensblijheid. En de fiere Blauwe Leeuw, hij hield stand, al werd hij vandaag danig belegerd door een geestdriftig eskadron.
Proficiat Pol. Je doet het als gids en pedagoog evengoed met kleine kinderen als met senioren. Zeker in je enthousiaste verhalen.
Piet
Nou ja, Piet, pedagoog … 🙂
Prachtig. Je hebt er weer je tanden in gezet ! Frisse lectuur, mooi.
Beste, heel mooi hoe je het concreet aangepakt hebt.
Bravo
Pol, goed dat je de kinderen niet hebt moeten uitleggen waarom sommige leeuwen rode tongen en klauwen hebben – en andere niet.
Het verschil dus tussen officiële vlaggen enerzijds en ‘strijdvlaggen’ anderzijds.
Vandaag, tijdens de Ronde van Vlaanderen, zullen we ze zien wapperen – honderden, al dan niet met rode ornamenten.