Sinterklaas, de complottheorie

Sinterklaas? Mocht hij niet bestaan, we zouden hem verzinnen! Maar da’s overbodig, de Goedheilige Man bestaat, daar zijn u en ik het over eens. Ja toch, waarde lezer? Kom mij niet vertellen dat u bij het kransje complotdenkers hoort dat de waarheid omtrent de Grote Kindervriend in twijfel trekt!

Bij de passage van de Sint op onze speelplaats …

Want er zijn er, hé, ontkenners! Het voorval, al dateert het van heel lang geleden, herinner ik mij alsof het gisteren was. Hij heette Werner, in de lagere school zat hij in mijn klas. Gebeurde het in ’t tweede studiejaar of al in het eerste? Dat gegeven vernevelde in de dagen en jaren die volgden. Maar des te meer is mij de toon bijgebleven waarop Werner, de slimste van de bende en meteen ook met voorsprong de meest betweterige, zijn mare gniffelend verkondigde. “Sinterklaas, dat zijn gewoon uw vader en uw moeder die dat speelgoed in huis halen!” waren zijn gedurfde woorden.
Die keer was bij de passage van de Sint op school de ‘stelling van Werner’ hèt onderwerp van gefluister op onze speelplaats. Onze klasgenoot was zijn tijd ver vooruit, influencer avant la lettre.
De ‘stelling van Werner’, al die tijd hield ze stand. Met de bedenker ervan als ultieme pretbederver. En toch is lang niet iedereen die mee gaat in zijn dwaalleer van het betweterige, Werneriaanse type. Sommigen blijken zelfs verstandig en van goede wil. Zijn sommigen dichterbij dan een mens kan bevroeden? In mijn naaste omgeving? Wie zal het zeggen, ze houden hun mening vaak voor zich, het zit hem daar.
’t Is inmiddels weer Sinterklaas, de schoonste tijd van het jaar voor alle kinderen. Maar, weet ik zeker, ook voor veel grote mensen. Alleen pakken ook zij, net als de non-believers, daar niet altijd mee uit, ik kan het weten.

Zonder baard? Dat wil niks zeggen …

Trouwens, zoals in elk van de voorbije jaren zit ook in deze Sinterklaastijd weer nogal wat ruis op de lijn omtrent Piet. Dat hij geenszins zwart mag wezen en alleszins niet zo benoemd mag worden. We gaan dat debat hier niet oprakelen. Onder de mat vegen evenmin, maar we hebben het nogal voor prioriteiten. En naast die discussie over de knecht van de Sint is daar toch ook dat hardnekkige, zij het stokoude gerucht als zou Sinterklaas een verzinsel wezen.
Al zijn er meer dan genoeg aanwijzingen omtrent het tegendeel. Zelfs in ons eigenste Brugge.
Zal ik u meenemen naar het Groeningemuseum? Daar hebben ze een eeuwenoud schilderij met Sint Nicolaas erop, de èchte! Op dat paneel zie je hem met zijn mijter en bisschoppelijke staf. Zonder baard? Dat wil niks zeggen, ook heiligen passeerden wel een keer langs de plaatselijke barbier.

En van bij Groeninge leid ik u langs de Nieuwstraat de Oude Burg in, om u daar te wijzen op een beeld van onze vrijgevige Sint, op de hoek van een straatje dat zijn naam draagt. Ooit was dat het Mostaertstraatje, maar ver in de jaren stillekes bouwde een zekere Nicolaas Pagant er een paar godshuizen en noemde die woonsten naar zijn patroonheilige.
Enfin, om maar te zeggen, ook in Brugge wist men van de Sint, lang voordat hier elk jaar begin december een hulp-Sint in zo’n toeristenbootje komt aanvaren. Ja, ook wie in Sinterklaas gelooft, weet van de hoge nood aan hulp-Sinten. U en ik, beste lezer, we zijn niet naiëf, hé!  Dat de Sint niet overal tegelijk kan langskomen, daarover bestaat enige wetenschappelijke consensus. Meer zelfs, de vraag neemt toe, hulp-Sint wordt een knelpuntberoep.
Maar daaruit opmaken dat Sinterklaas niet zou … Neen, da’s er zwaar over!

… een hulp-Sint in zo’n toeristenbootje
komt aanvaren.

Toch houdt dat ongeloof hardnekkig stand, daar kan je niet om heen.
Mensen laten zich misleiden, zo is dat. Door de Werners onder ons. Maar dus niet deze jongen, hij gelooft ten volle in het grote Sinterklaas-mysterie. En dus schreef hij, zoals elk jaar, ook nu weer een brief aan de Sint. Dit keer met de melding dat stilaan een nieuwe printer van pas zou komen. En zodoende brengt hij straks alles in praktische gereedheid.
De haard uit de traditionele Sinterklaasliedjes is vandaag een stoof en het schoentje erbij heeft schoenmaat 42. Maar daarvoor toont Sinterklaas ongetwijfeld begrip.
Voor de Sint zijn paard leggen we er een flink uit de kluiten gewassen wortel bij, een karote. En een Straffe Hendrik voor Ge-Weet-Wel-Welke-Piet. En ik krabbelde ook nog een korte nota voor de Sint.

Met daarop, kwestie van misverstanden tegen te gaan, enige technische duiding omtrent welk type printer ik op het oog heb. Sinterklaas heeft in zijn magazijnen allicht verschillende modellen in stock.
Morgenochtend ben ik vast vroeger wakker dan ooit!”, zeg ik, lichtjes opgewonden, tegen mijn vrouw, “Ik heb er alle vertrouwen in, de printer zal er staan!” Ze haalt zwijgend haar schouders op, da’s niet haar gewoonte.
Wat mij ook verrast, waarom is zij die vroege ochtend al eerder uit de veren dan ik? Maar goed nieuws, de printer, hij is er! “Zie je wel, de Sint kwam langs!“, glunder ik. Mijn wederhelft glimlacht maar zegt niets. Da’s ook raar.

This entry was posted in Het Brugge van nu, Van feesten en vieren. Bookmark the permalink.

2 Responses to Sinterklaas, de complottheorie

  1. Ann Broeckaert says:

    Ik zal wel niets van die lieve Sint krijgen. Mijn enige echte hoop was dat hij een aantal van mijn kinderboeken in zijn geschenkenzak zou bergen en die dan gul door de schouwen naar beneden zou laten glijden.

  2. Lydia a Campo says:

    Zes decades geleden zetten mijn oudere zusters op 5 december de grote schoen van mijn vader voor de schoorsteen, opdat Sint Niklaas het kleine broertje zou brengen.
    Het geloof in de Sint heeft een ferme deuk gekregen, toen het de volgende dag een zusje bleek. Maar daarom niet getreurd.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *