Van Arno geleerd

Mijn beste Arno,
sinds jij de tocht aanvatte naar je moeder hierboven, een pad waarvan je al een tijd vertelde dat het op jou wachtte, gaat het met de dagen zoals voorheen. Ze gaan voorbij. Maar elk van die dagen was er wel een moment waarop ik aan jou dacht. En laat mij het maar meteen bekennen, telkens sloop daar iets van spijt doorheen. Spijt, omdat ik in al die jaren het bestaan van een waardevol mens, van jou, als zo heel gewoon en vanzelfsprekend beschouwde.

1981 – TC Matic op Rock Torhout …
1995 – Arno op het Rudd-Rock festivalletje

En daarom ben ik gaan uitvissen wanneer het was, die ene keer dat ik jou op een podium bezig zag en hoorde. ’t Was een zomerse zaterdagmiddag in 1981. We gingen voor de derde keer op rij naar Rock Torhout. Op de affiche van het jaarlijkse festival lees ik zeven namen en in die lang vervlogen tijden gold zo’n aanbod zonder meer als een hoogdag. Jaar na jaar trok dan ook meer jong volk naar de weide. De affiche van die keer herinnert mij aan Dire Straits dat de festivaldag zou afsluiten. We hadden hen daar een paar zomers eerder leren kennen als verfijnde melodiemakers, dus dat zou leuk worden. Ook Robert Palmer was er en de wat somber ogende jongens van The Cure. En Elvis Costello. Vroeger op de dag was een reggaegroepje geboekt, maar dat kwam niet opdagen. De voormiddag was voor The Undertones maar eerst mocht een jonge Belgische groep aantreden. Het festivalpubliek opwarmen, dat was op zich al een benijdenswaardige eer voor jongens van bij ons.

1998 – in de Cactus Club-kelder in de St-Jacobsstraat

We waren doende met het uitkiezen van een goeie plek, ergens midden de weide, waar we ons neer vleiden. Met zicht op het podium waar dat groepje, TC Matic, al volop bezig was. Ze hadden net hun eerste album uit, het toen nog normbepalende Humo liep hoog op met TC Matic en we zongen allemaal mee met die ene radiohit van hen. Oh La La La, c’est magnifique!, ging het. We vonden dat de frontman, Arno Hintjens, dat goed deed en keken uit naar de echte, grote namen, later op die zomerdag. Dat ruim veertig jaar en een glorierijke carrière later jouw overlijden voor zo’n rilling doorheen

Vaak in de Magdalenazaal …
Soms in de stadsschouwburg …

het muzieklandschap zou zorgen, niet één van ons kon dat toen vermoeden.
Ik zou je nooit meer terug zien, Arno. Maar door al die jaren heen trok jij op tijd en stond mijn aandacht. Met muziekskes uit het hart, af en toe. Met een interview waarover wij het achteraf met enig plezier hadden aan de toog. Dien Arno, ’t is mij toch wel ene, hé! Jouw babbels met een woordenschat die alleen van jou kon zijn.

Op het Cactusfestival, in 2008 …

Zoals de songs die je bedacht ook alleen de jouwe waren. Met optredens ook, veel optredens. Ook hier bij ons in Brugge, leert mij mijn affichecollectie. Van het Rudd-Rock-festivalletje in ’t Boudewijnpark tot in de Cactus Club-kelder in de Sint-Jacobsstraat. Later vaak in de Magdalenazaal en soms in de stadsschouwburg.

Eén keer op het Cactusfestival, ook. Maar ik was nooit van de partij. En nu vind ik dat jammer, zo gaat dat.
Vrienden van ons vertellen over een concert van jou, onlangs in Oostende, je laatste keer op een podium. Zij vertelden over jou en hoe jij op jouw beurt vertelde over je moeder die op je wachtte.
En dan komt het nieuws dat je naar haar toe ging. En realiseert een mens zich, Arno is weg. Voor altijd. En ook dat vind ik nu jammer, zo gaat dat.

Enfin, Arno, laat me jou toch maar vooral dankbaar zijn. Ja, ik weet het, dat gaat hier even de sentimentele toer op. Je zou dat weglachen met zo’n welgemeende godverdomme die je leerde aan de vistrap in je thuishaven. Maar dit wou ik je nog meegeven. Met jouw weggaan leerde je mij, de aanwezigheid van ferme, authentieke mensen nooit meer vanzelfsprekend te vinden.
Merci voor wie je was, Arno.

This entry was posted in Het Brugge van nu, Van 't Cactusfestival, Van gitaren en drums, Van zin, zen en zijn, Van zingen en spelen. Bookmark the permalink.

13 Responses to Van Arno geleerd

  1. Christine says:

    Mooi Pol. Ik denk dat wij der bij waren toen in Torhout op de weide.
    Wij hebben hem wel nog verschillende keren zien optreden. Telkens genoten.

    • Roland Van De Velde says:

      Inderdaad, we waren er ook bij, toen in Torhout. En jij, Christine, was er ook bij toen hij zei dat hij binnenkort naar zijn moeder ging…
      Roland

  2. Mia says:

    Bedankt voor die heel mooie tekst, Pol.

  3. Richard Ranson says:

    Het debuut in Brugge van Arno Hintjens en Paul Couter, samengevat ‘Tjens Couter’, gebeurde nog onder de naam ‘Freckle Face’, begin juli 1972. De zomervakantie was net begonnen. Een half jaar eerder, december 1971, was langs de Lange Rei muziekcafé ‘De Vlieghe’ geopend, waar muzikale optredens werden georganiseerd in de pop- en kleinkunstsfeer. Enkele cafétafels werden in een vierkant opgesteld, daarbovenop nam gitarist Paul plaats op een stoel en Arno zong er staande het woord, micro in de hand en met zijn hoofd tot bijna tussen de houten balken van het plafond. De Brugse jeugd uit de katholieke scholen wist meteen dat ze hier geen vertegenwoordigers van de Britse ‘upperclass’ aan het werk zagen. Arno zong in het ruigste ‘cockney’ stadsdialect van Londen. Ik herinner mij onder meer het nummer ‘Little Red Rooster’ en hoe plotseling – op het einde – de smalle cafétoog dienst deed als danspodium. Waren dat tijden? Ja, dat waren tijden. Het blues-duo werd opnieuw uitgenodigd in theatercafé De Kelk in de Langestraat, deze keer als ‘bluesrockgroep’ aangekondigd. In oktober, november, en december 1974, daarna mei 1975. Tjens Couter was een sensatie in Brugge, dat moest je toch gezien hebben, en gehoord.
    De ‘Ensor van Oostende’ in muziek is nu dood. Genieten wij verder van Arno, altijd. Betuigen wij eer aan alle ernst en de zotskap die hij bood en biedt. Zijn Europese zeebonkenbeat, en ‘Ohlalala’, alle dreunende deuntjes van zijn lied. Hij bracht Oostende naar Brussel om daar het zenuwachtige stadsleven met jodium te vermenselijken en vooral te ont-zee-nuwen. Knap gedaan van Arno, altijd knap gedaan.
    Naar verluidt had hij in elke stad een schat. Wie waren de telefoonnummers in Brugge?

  4. Luc Gilliaert says:

    Ik heb slechts één optreden van Arno mee gemaakt omdat de manier of stijl waarop Arno ‘rock’ bracht niet echt mijn ding was. Maar tegelijkertijd besefte ik wel dat hij voor de populaire muziek in België een grote meneer was. Toen iemand me ooit vroeg wie ik als Ambassadeur Muziek voor België zou aanduiden dacht ik direct aan hem (Jacques Brel even buiten beschouwing gelaten). Want Arno zong in het Oostends, Nederlands, Engels èn het Frans.
    Het enige optreden dat ik dus bijwoonde was een nevenproject ‘Charles et Les Lulus’ met o.a. Roland Van Campenhout. Ze speelden wat eigen nummers, blues, rock’n’roll en allerlei covers.
    Ik was verwonderd met welke spontaniteit en gemak hij het publiek bespeelde en mee kreeg in zijn ‘verhaal’. Op een gegeven moment, ’t was midden in een tango, stopte hij, legde de muziek stil en zei tegen het publiek : “Allé gow ! Pak mekoar ekè vaste! Dat doe gin zeer! Je wordt dor nie ziek van! … Allé gow, we doen voort!”
    En effectief, de concertvloer veranderde in een ballroomdansvloer. Quasi iedereen nam zijn buur bij de hand, legde een arm rond de middel en er werd ‘getangoed’. Tango op zijn Frans … Ah ja, want het was Charles et Les Lulus. Wie erbij was, sprak van een heerlijke concertgebeurtenis !
    Door dit optreden steeg mijn respect voor Arno als performer enorm. Hij had het gewoon …
    Voor de mensen die hem muzikaal waarderen, laat hij gelukkig een groot en zeer verscheiden oeuvre na. En niet mis voor een ‘Petit Belge’ uit Oostende, die toch zo maar eventjes van de Franse staat de onderscheiding kreeg van ‘Chevalier’ in de ‘Ordre des Arts et des Lettres’.

  5. vandeplassche herman says:

    Ja, Pol, ik was er ook bij in Torhout!
    Groeten, Herman

  6. Robin says:

    Het is met Arno zoals met alle authentieke mensen, genre Bernard Dewulf, Herman dC, Henny Vrienten, onze twee collega’s Filip en Pieter … We nemen hen inderdaad te vaak als vanzelfsprekend in het/ons leven en blijven verweesd achter bij hun vertrek. Maar het goede nieuw is: zij hebben sporen nagelaten.

  7. vandeplassche herman says:

    Te veel volk, Pol, we kwamen elkaar niet tegen in Torhout, maar het optreden van Dire Straits is me bijgebleven.

  8. dries simoens says:

    Zowel Salvatore Adamo als Arno beschouwen als een van hun hoogtepunten, het duet dat ze in de loop van de jaren 1990 samen zongen over ‘Les filles du bord de mer’. In de pers gewaagde men toen van een ‘onwaarschijnlijk maar geniaal duo’. In een recent artikel, geschreven na de dood van Arno, verklaarde Adamo zelfs dat het bewuste duet zijn – dus Adamo’s – carrière, die toen tanende was, een nieuwe elan heeft gegeven. Adamo omschreef zijn overleden vriend als iemand die ‘soms bruut was maar nooit brutaal’. Toen Adamo hoorde dat Arno ziek was, en hem wilde bezoeken, was Arno’s antwoord: “’t Is ’t moment niet om dood te gaan, de bloemen zijn te duur”.

    • dries simoens says:

      In het “mondaine” weekblad Paris Match – Belgische editie – worden twaalf pagina’s gewijd aan Arno. Men laat er vooral zijn boezemvriend Salvatore Adamo aan het woord. Arno wordt er geprezen om zijn “belgitude”. Omdat Brussel ongeveer even ver ligt van Londen als van Parijs, wist Arno als geen ander een symbiose te maken van Angelsaksische én Romaanse invloeden. Inderdaad, een onwaarschijnlijk maar geniaal duo: Adamo, de charmezanger en Arno, die zich meesterlijk wist aan te passen “aan wat het publiek voelde”. Gelukkig is het meesterduet “Les filles du bord de mer” integraal te bekijken op youtube.

  9. Linda vermeulen says:

    Pol, mooi verwoord . Arno gaf mij altijd het gevoel dat we gewoon moeten doen … op alle vlakken … met niet teveel kapsones.

Een reactie achterlaten op Linda vermeulen Reactie annuleren

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *