Pauzeknop
’t Is om te zeggen dat uw verteller volgende week even de pauzeknop indrukt. Om de week daarna meteen weer toe te geven aan de goesting om Brugge te vatten in afficheverhalen. Maar om even te ontwennen, zegt hij zijn stad een keertje goeiedag en trekt erop uit met een handvol vrienden.
Op reis? Tenerife! Dubai, Patagonië! Ach, inmiddels kent u deze verstokte dichtbij-reiziger!

… nu en dan een toerismebeurs, hier in Brugge.
Was het destijds niet de betreurde George Harrison die de wijsheid ‘The more one travels, the less one knows’ aan de wereld toevertrouwde? George, bij de Beatles altijd al degene met het hoogste schoolmeestersgehalte, bedoelde zoiets als ‘wie thuis blijft, denkt na en wie nadenkt, blijft thuis’.
Jammer voor George, zijn gezongen goede raad verzeilde op de B-kant van een single en da’s vanouds de plek waar liedjes in de vergetelheid geraken.
Mag het verbazen dat George’s thuisblijfadvies geen zoden aan de dijk bracht en vandaag de halve mensheid al reizend dooreen krioelt?
Meer ‘elders’ dan ‘hier’
De ironie? Ouwe George dweilde met zijn muzikale kompanen de halve aardbol af, om tenslotte in het verre Indië te beseffen dat de zin der dingen ook dicht bij huis te vinden is.
Of, zoals een ander wijs mens ooit orakelde … er is overal meer ‘elders’ dan ‘hier’.
George had zoiets net zo goed kunnen overwegen, nippend aan een ochtendlijk kopje thee, uitkijkend over een broos, in nevel ontwakend dal in ons aller Henegouwen.
’t Is daar dat u uw dienaar en zijn vrienden dezer dagen treffen kan. Als u grondig zoekt, tenminste, want de schone plaats waar ons reisgezelschap neerstrijkt, houdt zich gedeisd.
Henegouwen
Op naar onze zuidelijke landgenoten, dus, die ons eerder al over de taalschreef lokten met nu en dan een toerismebeurs, hier in Brugge. En veelal met de Ardennen als lokaas. Terwijl ginder ook andere oorden rust en schoonheid herbergen. Zoals het minder tot de verbeelding sprekende Henegouwen, waar wij straks neerstrijken, in zo’n dorp waar niets te beleven valt. Het huis waar we verblijven vlijt zich aan tegen een bos, van waar het zich elke ochtend vergaapt aan het weidse uitzicht aan zijn voeten.

Pastorale eenvoud, maar altijd opnieuw keren wij terug naar die kalmteplek. Daar en in het dorpscafé, waar iedereen alleman en zelfs ons kent. Met de Saint-Feuillien in frisse glazen, bij de bordjes met worst van de lokale slachter. En met Leonardo achter de toog. De in de streek geboren en getogen Leonardo is, dat raadt u, van Italiaanse komaf. Na de oorlog vestigden zich daar in de omgeving ‘Borinage Italianen’. Mijnwerkersfamilies.

Nabij een stad die wij Bergen noemen, maar die eigenlijk Mons heet. Daar hadden ze ooit een burgemeester – Elio is ook van Mediterrane komaf – die de stoffige binnenstad van Mons opfriste zodat tien jaar geleden de wegwijzer ‘Europese Culturele Hoofdstad’ daarheen leidde.
Van bij ‘ons’ boshuis is ’t een korte rit naar Mons. Om een blonde Paix Dieu te proeven zijn er kwalijker plekken dan een terras op het schilderachtige marktplein.
U merkt, waarde lezer, ze serveren bieren van klasse, daar in Henegouwen.
Salvator Dali in Brugge
En ze pakken daar, ook tien jaar na hun Culturele Hoofdstadjaar, nog geregeld uit met spraakmakende kunst. Straks zien wij in Mons een expositie rond David Hockney. Benieuwd of ons BRUSK binnenkort ook met zo’n wereldnamen uitpakt.
En ze hebben daar iets met Vincent van Gogh. Niet zoals Brugge, waar de gevel van ons meest imposante gebouw, het belfort, zich laat ontsieren door een ridicuul spandoek dat zowaar verwijst naar Salvador Dali. Alleen omdat onder die gekleurde lap stof een winkel zich de in dit geval pretentieuze status van museum aanmeet. De band tussen Dali en Brugge? Was de grootmeester nog onder ons, dan vond hij het ongetwijfeld een smakelijk surrealistische grap.

Maar de Borinage, Vincent van Gogh woonde daar. Korte tijd, maar niet zomaar een tijd. Wel in de dagen waarin hij zijn roeping vond als kunstenaar. Dat zijn woonst in het gehucht Cuesmes zich museum noemt, daar valt wèl mee te leven.

Slogan
Fietst deze Bruggeling een paar dagen geleden door zijn stad. Zoals veelal zonder acht te slaan op straatnaambordjes – op de kasseien van Brugge Fietsstad houdt de fietser zijn ogen maar beter op hobbels en putten.
Maar die keer wel met zijn gedachten bij dit stukje dat hij schrijven wil. Om ineens te beseffen, ik rij hier langs de Waalsestraat!

Waalse? Thuisgekomen, zoekt hij wat info. ‘Waal’ of ‘wal’ verwijst naar water, schrijft Chris Weymeis. Ha ja, een walgracht, dat is ons bekend. En Albert Schouteet, die van ‘De straatnamen van Brugge’, had het over de middeleeuwse handelsroutes tussen Vlaanderen en Frankrijk.
Om bij de straatnaam fijntjes te verwijzen naar ‘Wat Wals is, vals is’. Dat zijn woorden van Jacob van Maerlant die met dat ‘Wals’ de Franse literatuur, die van ‘zijn’ dertiende eeuw bedoelde. Die vond hij maar minnetjes, vandaar. Had zodoende met ons Belgisch Wallonië niks van doen.
We kijken er naar uit, naar ons lang weekend, ginder midden de Henegouwse velden. Waar we ons nuttig maken met het bedenken van een meer flatterende slogan, voor ‘t geval de Walen nog een keer naar Brugge afzakken met een vakantiebeurs.
Met een ontkurkte Prestige van brouwerij Dubuisson bij de hand, als inspiratiebron. De karakterbieren van ginder zijn daar goed in.
Een slogan? Wat te denken van ‘Henegouwen … weet van brouwen!’?
Laat het u smaken, op elk vlak.
Ook wij dwalen volgende week door Henegouwen.
Misschien kruisen en groeten we elkaar. Zoals ze daar nog plegen te doen.
Dag Pol, ja ja, weeral veel bijgeleerd.
En gedenk, doe daar elke morgen in de ochtendstond een frisse wandeling met de hond.
Geniet ervan, ginder in Henegouwen.
Goeie morgen Pol,
voor ons is het ook tijd voor ons jaarlijks weekend in de Hoge Venen ,dat samen met enkele vrienden.
Blij dat ik bij jouw vrienden mag horen.
Zo kan ik mee genieten van het Henegouwse bier en alle moois.
Wat ik wel ga missen is jouw vertelling volgende week … al is deze live ook zeker niet te versmaden …