Fiets je naar ’t conservatorium in de Sint-Jacobsstraat, dan is voor je tweewielpaard plaats voorzien in de fietsenberging achter het Huis Casterman, het bijhuis van de ‘muziekschool’. Je komt er langs het Palmstraatje. En daar, op een brok natuursteen die ze aan een muur hebben vastgemaakt, staan die woorden, ‘Wedstrijden zijn voor paarden, niet voor musici‘. Schots en scheef gebeiteld staan ze er. Was het een kalligraaf die ze kapte? Of veeleer een bengel die voor het eerst een beitel in de hand gestopt kreeg? Of wie weet, schuilt achter de tegendraadse slordigheid die het citaat van zijn steenkapper meekreeg een speelse knipoog naar de muziek van Béla Bartók, de man die de verrassende mening omtrent paarden en muzikanten verkondigde.

Béla Bartók, componist uit de eerste helft van vorige eeuw, zette tijdens zijn leven zijn tere schouders onder allerlei initiatieven om volksmuziek van de vergetelheid te redden, maar zelf componeerde de Hongaar een eigenzinnig gedurfd oeuvre bijeen. ’t Waren allerminst zonnedeuntjes à la Rossini of wiegende Strausswalsen waarmee Bartòk uitpakte. Dat zijn muziek in het donkere Duitsland van de jaren dertig werd gecatalogeerd als ‘Entartete Kunst’ zegt veel.
Dus misschien was het een volleerd kalligraaf die doelbewust het citaat van Bartók zo schijnbaar slordig aan de steen toevertrouwde.
Wedstrijden zijn voor paarden? In onze tijd, waarin elke week wel ergens een medemens ‘in de prijzen valt’, een schrijver of een acteur of een meesterkok, lijkt ons bestaan één oeverloze wedstrijd. Onze planeet wentelt vrolijk om haar as, als was het de holle, glazen stolp waaruit af en toe een genummerd Lotto-balletje neervalt. Altijd prijs!

Lang voor ons dolgedraaide millennium dacht de componist al het zijne over de gretigheid waarmee musici loerden op allerlei prijzenpotten. Het muzieklandschap is danig veranderd sindsdien, maar ook vandaag zijn wij vertrouwd met een muziekwereld die geenszins onderdoet voor welke competitieve discipline dan ook. Deze week maakt het klassieke muziekvolk zich op voor de Koningin Elisabethwedstrijd. Jonge pianisten van over de hele wereld zakken af naar Brussel waar ze zich met mekaar meten. En na lange avonden vol virtuositeit zal wat als een vakkundige jury wordt omschreven één van hen naar huis sturen met een Eerste Prijs. Een wereld van verschil, schijnt het, zo’n prijs winnen of niet.

met dat jolige liedjesfeest.
Maar ook wie in zo’n competitie vrede moet nemen met een eervolle vermelding, noteert zo’n ervaring wat graag in zijn curriculum.
Da’s alvast één voorrecht dat deelnemers aan de Koningin Elisabethwedstrijd gemeen hebben met al wie ooit naar het Eurovisie Songfestival mocht.
Straks vergaapt het televisiekijkende deel van onze planeet zich weer aan het Songfestival. Ook daar krijgt eentje alle lof, maar ook wie gewoon deelnam wordt tot in lengten van dagen vereenzelvigd met dat jolige liedjesfeest.
Wedstrijden zijn alleen voor paarden? We kunnen er hier in Brugge ook wel weg mee, met muziekwedstrijden. Met jaar na jaar onze eigen Red Rock Rally.
Vanaf dit jaar heet het festivalletje gewoon Red Rock. Zonder ‘Rally’, maar een competitie blijft het. En nogal wat keren kon jong volk zich wagen aan een preselectie van Humo’s Rock Rally, nog zo’n avond voor muzikale strevers.

We zullen ons met onze opsomming maar tot muziek beperken, zeker? Sport laten we aan ons voorbij gaan. Al kan je er moeilijk onderuit, ook in ’t voetbal staan we hier in Brugge op scherp. Met een ploeg die zopas een niet onbelangrijke bekerfinale won en ambitieus lonkt naar de titel van landskampioen. En een andere die zich uit de naad voetbalt om verder in de hoogste klasse aan de bak te komen.
En neen, omtrent politiek houden we helemaal onze mond. Al heeft u overschot van gelijk, waarde lezer, als iemand de kunst van het eufemistisch benoemen van competitiedrang onder de knie heeft, dan wel de politicus.
Maar wacht, houden ze daar ergens in een piepklein staatje bij de Middellandse Zee niet een bijzonder belangwekkende wedstrijd? Het wachten op witte rook uit een schoorsteen, heeft dat ook niet iets van competitie? Zeg niet dat wij dat gezegd hebben.

Wedstrijden, de beste zijn, de knapste, de slimste, ’t is des mensen. Ook al kraste hier in Brugge iemand iets in een steen over wedstrijden en paarden. Trouwens, was u er ooit bij, bij zo’n koers waarbij ze paarden opjutten om als eerste over een eindstreep te hollen? De meeslepende ambiance die van zo’n middag uitgaat. Het dreunen van paardenhoeven, het kraaien van een opgewonden publiek, ze blijven nog even nazinderen.
Al komt het voor dat zo’n paard aan dat rennen enig letsel overhoudt. Of, in ’t verleden, soms erger.
Daarom … zomaar even een bedenking. Mensen die het tegen mekaar opnemen in wedstrijden, doorgaans kiezen die daar zelf voor. Wat je bezwaarlijk kan beweren over paarden.
Misschien, mijn beste Béla, had jij het gewoon bij het verkeerde eind.
Toegegeven, het klinkt behoorlijk tegendraads: ‘Wedstrijden zijn voor musici, niet voor paarden’.
Pol, het bordje met ‘wedstrijden zijn voor paarden’ sprong altijd al in mijn oog sinds ik daar af en toe kwam, van 2003 tot 2020 quasi wekelijks met een tussenpauze van 1 of 2 jaar.
Ik heb mij altijd afgevraagd of het ooit groter was, de bovenkant ziet er een beetje afgebroken uit.
Ja, dat klopt, Laurens.
Wie weet, past de ‘afgebroken’ steen in het gezocht nonchalante dat de kapper van de tekst voor ogen had.
Ook de ‘marge’ aan de rechter kant ontbreekt, waardoor daar een paar bizarre lijnen abrupt worden afgebroken.
Ik herinner me dat ik er eens de toenmalig waarnemend directeur, Michäel Vancraeynest, over aansprak maar die wist me niks méér te vertellen.
Ik denk dat er één of twee generaties zou moeten teruggegaan worden (Wilfried Deroo) om meer te weten.
Het zou met niet verwonderen dat het tekstje geschreven werd door een (oud)leerling van de Steinerschool.
Het logo in de linkerbovenhoek wijst daar op.
Ook de inhoud van de boodschap klinkt Antroposofisch.
Het blijft er hangen omdat het overwegen waard is.
Ten andere Steiner en Bartok moeten elkaar persoonlijk gekend hebben.
Musische groeten
Piet DB
Piet, je hebt het over de foto van de steen-met-citaat, maar wat bedoel je met ‘het logo in de linkerbovenhoek’?