Weer om een hond door te jagen

’t Heeft vannacht gesneeuwd in Sint-Andries, onverwacht en gul gesneeuwd. Midden onze onder een witwollig deken stil geworden tuin hapt Hond uitbundig blij naar de laatste neerdwarrelende vlokken. Ravotten, baas? Wandeling?

Maar neen, baas en vrouwtje moeten zo nodig naar Roeselare. Dan ligt hier een keer zo’n plezierig pak sneeuw! Dat ze maar voorzichtig zijn, de onveilige weg op, alleen maar voor een tentoonstelling of wat het ook wezen mag.
Jammer, Hond, onze toegangskaarten voor ‘Het Kunstuur’ laten ons weinig keuze, ze gelden enkel vandaag.

… de markante
Jean Brusselmans.

We gingen al eerder langs bij vorige edities van ‘Het Kunstuur’, in Mechelen en Roeselare. Dus voor wie de formule niet kent, even schetsen.
Een klein gezelschap bezoekers in een verduisterde ruimte. In een lichtbundel doemt één schilderij op. In die donkerte krijg je, naast het kunstwerk, het gefilmde gezelschap van iemand die kort verhaalt wat hem of haar in dat schilderij aanspreekt. Waarna het licht dooft en een ander werk belicht wordt en toelichting krijgt, soms door een bekend iemand, soms iemand ongekend.
Zo passeert werk van een twintigtal schilders de revue. En ja, ’t is redelijk vertrouwde kunst van al even geleden, van ver in vorige eeuw, soms nog iets ouder zelfs. Rik Wouters, Permeke, de markante Jean Brusselmans. Of Valerius De Saedeleer, die laat ik niet onvermeld, ik smelt bij zijn melancholische wintertaferelen.

Of Valerius De Saedeleer …

Bij die schilderijen horen soms alledaagse, soms ontroerende verhalen, kunstpausen halen er ongetwijfeld hun betweterige neuzen voor op. Och wat, een kortademige vorm van kunst beleven, mag het even?
Wanneer je na precies een uur de kerk verlaat – in Roeselare speelt ‘Het Kunstuur’ zich af in de ontwijde Sint-Amandskerk – is ’t namijmeren over een niet bepaald hoog gegrepen maar toch beklijvende ochtend. Over treffende belevenissen, verteld door een Frank Deboosere, een Tess Uytterhoeven of een Jo Demeyere. Maar evengoed door een gepensioneerd mijnwerker of een slagersvrouw uit de buurt.

Terug naar huis, naar Sint-Andries. Roeselare kreeg geen vlok sneeuw, vannacht, maar bij ons is ze in de voorbije uren amper geweken. Kwispelend herinnert Hond mij aan haar eis. Wandeling, baas, nu!
Langs lichtjes morsige stoepen brengt het toertje ons naar het nabije bos. Onderweg kijkt Hond smalend naar mij op. Wat een idee was dat vanmorgen, sneeuwpret ruilen voor een onderbelicht museum!

Hoe vertel je een hardleerse viervoeter dat zo’n dag wèl de moeite loont? Wacht, ik weet iets!
Luister, Hond, we zagen een doek, ‘Meisje met hond’, van een lang vergeten schilder. En je raadt nooit wie over dat werk vertelde. Danny Verbiest! Dè Danny Verbiest, de geestelijke vader van Samson! Je weet wel, Samson en Gert, jouw helden!
Wat volgt is matig enthousiasme, merk ik.
Want intussen staan we midden het bos. Hoge, donkerkale beukenstammen rijzen op boven een licht deinend sneeuwtapijt.
Da’s pas een wintertafereel, baas! Gij met uw De Saedeleer!
De terugweg. Hond en ik, elk diep in eigen gedachten verzonken.
Ik geef haar ongelijk. Zij geeft mij ongelijk … Heb je dan allebei ongelijk of allebei gelijk?

This entry was posted in Van beesten, planten, Van schilderen en plaasteren. Bookmark the permalink.

1 Response to Weer om een hond door te jagen

  1. STEPHAAN VANDEWALLE says:

    Beste,
    we hebben ook dit Kunstuur bekeken en ik vind het héél mooi.
    Ook het uur op zich is OK.
    Je moet er wel goed op tijd zijn want alles is zeer strikt en stipt geregeld.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *