Willem Uilenspiegel

Die ochtend staan een handvol mensen bij de glorieuze bakstenen gevel van Huyse De Grote Sterre, op de Markt van Damme. ’t Gaat over koetjes en kalfjes, zo gaat wachten. Of ik dat ook gehoord heb, vraagt ze, over Willem. Ze heeft het over Willem Vermandere, daar valt niet aan te twijfelen. Zij en ik komen mekaar af en toe tegen, maar een jaar of wat geleden, tussen pot en pint in een zaaltje in Sijsele – onze West-Vlaamse bard had er net voor een genietbare avond gezorgd – kon je niet om haar bijzondere devotie voor Vermandere heen. Voor Karolien is Willem zowat de mens geworden wijsheid. Mag het verbazen dat ze van slag is, nu Willem Vermandere laat weten dat ie een punt zet achter zijn leven op het podium?

De deur van het middeleeuwse patriciërshuis zwaait open en we kunnen naar binnen. Wij, dat is een groepje gidsen dat uitgenodigd werd om kennis te maken met het pas heringerichte Uilenspiegelmuseum. Uilenspiegel en Damme horen bij mekaar als paard en kar, al sinds Charles De Coster in het midden van de negentiende eeuw in zijn roman Tijl, Nele en Lamme Goedzak een plek toewees in het laatmiddeleeuwse stadje aan het Zwin.
We vernemen alles over de verhaallijnen die in het museum worden uitgetekend. Over wat haalbaar blijkt en wat niet. In een eeuwenoud, geklasseerd monument haal je geen zotte dingen in je hoofd en ook het beschikbare bundeltje euro’s speelt zijn beperkende rol. Toch is het resultaat een moedige poging om de avonturen van Tijl Uilenspiegel een plaats toe te kennen in een tijd die ons langs alle kanten overdondert met een overdaad aan verhalen.

Uilenspiegel en Damme horen bij mekaar als paard en kar …

Wat voor gast die Uilenspiegel was, wat voor fratsen hij uithaalde, onze generatie kan zoiets nog min of meer duiden. Dat zijn naam ons een spiegel voorhoudt. De mythische figuur zoals Charles De Coster hem hertekende, de knaap die tegelijk de grapjas uithangt en tegen schenen schopt, soms speels, soms messcherp, voor jonger volk ligt dat niet meer voor de hand. Het museum wil daar werk van maken.

Tijl Uilenspiegel blijft de hele dag in mijn gedachten. Hij en Willem Vermandere en de vraag of ze iets gemeen hebben, die twee. Wie Willem is, de zanger, dat vertrouwde hij ons toe met zijn uitgebreide liedboek en zijn grafisch werk. Maar over welke Uilenspiegel hebben we het? Heeft niet elk van ons een andere Tijl in gedachten? Voor jou een grappenmaker, voor mij een rebel. Of andersom of nog iets anders. Er bestaan veel Uilenspiegels.
Is Willem er één van?
Misschien kan je Vermandere maar beter situeren binnen zijn eigen generatie van liedjesmakers. Waren er destijds, in de gloriejaren van het kleinkunstlied, niet de Drie Grote W’s? Wie die tijd meemaakte haalt ze zo weer voor de geest, Wannes Van de Velde, Walter De Buck en Willem Vermandere. De Antwerpse, intellectualistische vrijdenker Wannes, de onverbeterlijke rooie rakker Walter uit Gent en uit de Westhoek, ach ja, de zachtzinnige, schier pastorale Willem.
Als jonge muzikant en verteller maakte Willem naam met liedjes die Vlaanderen veroverden op hun kloefen. ’t Ging over Blanche en z’n peerd, over Piere de Beeste. Beetje denigrerend doen over Vermandere, het mocht. Boerenliedjes, toch? Maar als één van de Drie Grote W’s een persoonlijke evolutie doormaakte, dan was het wel onze Willem. Willem, die zich met het ouder worden realiseerde dat er meer is dan de Groote Oorlog die zijn geboortestreek tekende. Dat elk slachtoffer van oorlog en geweld er één te veel is en vluchten van alle tijden. De commotie rond ‘Bange Blanke Man’, weet je nog? Of zijn samengang met de Congolese harmonieën van Sangalayi?
Weet je wat het is? Wannes, Walter, Willem … in elk van hen, in elk van hun liedjes, hoor je een andere Uilenspiegel. Zoals er altijd een Tijl was, in alle tijden, op alle plekken.

Ook in die Groote Oorlog van Vermandere. In wat mijn grootvader zich herinnerde over die oorlog die hij meemaakte als jonge knaap. Over zijn vader die op zijn hofstee aan de klap raakte met een Duitse soldaat die ook thuis was in de boerenstiel. Hoe de Duitser hem fluisterend toevertrouwde … “Kämphen für die Heimat? Meine Frau, meine Kinder, das ist meine Heimat!“. Een Tijl in soldatentenue, op een hoeve ver van huis, sakkerend op de oorlog maar met zijn gedachten op dat hof van hem, thuis bij zijn Nele.

Tijl Uilenspiegel, ik zag hem enkele dagen geleden op tv. Hij heet Julien Bernard, Frans coureur in de Ronde van Frankrijk waarin hij geen rol van betekenis speelt. Een tijdrit brengt de renners in de buurt van Nuits-Saint-Georges, Juliens thuisbasis. Rijen dik staan zijn supporters en kennissen en Julien wuift naar alleman als een volleerd Tourwinnaar. En dan ineens, midden die jubelende troep, daagt zijn geliefde Margot op, hun kleine op haar arm. Julien denkt ‘Momentje!’, trekt zijn remmen toe en geeft zijn madam een ferme pakkerd. Om dan weer zijn rol van wielrenner op te nemen, niks gebeurd. Een onbetaalbaar ‘Ze kunnen allemaal de boom in met hun bonificatie-seconden en wat nog allemaal!’ Hoe dat klinkt in ’t Frans is iets voor kenners, maar daar, op dàt moment is Julien Bernard gewoon Tijl. Tijl Uilenspiegel die gaat voor zijn Nele.

Er zullen, durf ik hopen, telkens weer Uilenspiegels opstaan, dwarsliggers. Elke tijd heeft er nood aan, die van ons nog het meest. Ook aan één die deze wereld in ’t West-Vlaams een spottende spiegel voorhoudt. Dus Willem, merci man. Merci vanwege deze jongen, weliswaar niet je allergrootste bewonderaar, die eer gun ik aan Karolien. Maar toch, ook in die herinnering van mij koester ik jou voorgoed als een wijsneus van waarde. Een Uilenspiegel, op jouw manier. Willem Uilenspiegel.

This entry was posted in Over oorlog, Van boeken en schrijven, Van zingen en spelen. Bookmark the permalink.

12 Responses to Willem Uilenspiegel

  1. Nicholas van Vlaardingen says:

    Dag Pol,
    mooi geschreven!
    Groeten,
    Nicholas van de In&Uit

  2. Lieven Massez says:

    Mooie bijdrage over Willem Vermandere, onze West-Vlaamse kleinkunstenaar, zanger, dichter, beeldhouwer en schilder…

  3. mooi geschreven pol,
    groetjes
    herman

  4. Johny RECOUR says:

    In een ver verleden, halverwege de vorige eeuw, kwam een jonge nog onbekende Willem, getrouwd met de dochter van een scoutsfamilie van De Panne, een klappeke doen en een liedekijn zingen in ons scoutsheem.
    Wie van ons kon toen vermoeden dat hij de stamvader van “Mien menschen van te lande” zou worden ?

  5. arnold strobbe says:

    Beste Pol, wat een (h)eerlijke hulde voor deze West-Vlaamse bard. Naar mijn ‘bescheiden’ mening ontbreekt er één heel belangrijk aspect in de beide portretteringen … de kracht en inspiratie die Vermandere haalde uit zijn christelijk geloof dat steunde op het gebod van naastenliefde dat Christus aan iedere christenmens als hoofdopdracht meegaf .
    Mvg
    Collega Arnold

    • Dries says:

      Volledig akkoord, Arnold: Willem Vermandere is meer dan alleen maar een “levensfilosoof” of een “wijsneus van waarde”.
      Hij maakt geen geheim van het feit dat hij vijf jaar “pater” is geweest, en dat hij godsdienstwetenschappen heeft gestudeerd.
      Van deze periodes heeft hij geen verbittering overgehouden, maar integendeel een mildheid waarmee hij – op zijn manier: als een bard – aankijkt tegen de fundamentele aspecten van het leven waaruit wij allen putten.

  6. STEPHAAN VANDEWALLE says:

    Goe gezeid allemaal, niks meer aan toevoegen !!

  7. Daniel De Deyne says:

    Mooie beschrijving van onze bard en uilenspiegel, mijn eerste optreden van Willem dat ik meemaakte was in jouw geboortedorp in het zaaltje achter het café De Krone, ongeveer 45 jaar geleden.

  8. Dieter Viaene says:

    Zoals steeds heb ik met heel veel plezier je blogpost gelezen, Pol.
    Schitterend, hartelijk dank, ik kijk er elke week naar uit.
    Merci ook voor de knipoog naar de koers!

  9. Christel Verstraete says:

    Zoals iedere week heb ik terug enorm genoten van je blog!
    Ik heb heel wat jaren geleden een optreden van Willem mogen meemaken. Iemand in de zaal zat voortdurend snoepjes te eten waarbij het ‘wikkelpapiertje’ toch voor wat lawaai zorgde.
    Het moet Willem op een bepaald ogenblik teveel geworden zijn…Hij stopte met spelen en zingen en vroeg aan betrokken dame: “Madam zoek ik oak een spekke kunnen kriegen van joe?”
    Ze heeft wijselijk nagelaten om nog ‘spekken’ te eten tijdens zijn optreden.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *