Een rondleiding in de stad, met nadrukkelijk verzoek om langs te gaan in de Onze-Lieve-Vrouwekerk èn de Heilig Bloedbasiliek. Het komt voor dat deze jongen, de gids die van de dispatching zo’n mailtje ontvangt, zich al meteen een beeld vormt van de klant die straks op hem wacht. Bestempel je dat als vooroordeel? Vooroordelen zijn verwerpelijk, da’s waar, maar dit keer lijkt een rondgang in een paar gebedsoorden echt wel van belang. Dus vooringenomenheid of niet, zo’n opdracht roept een beeld op van wie langskomt. Een stel pilaarbijters?
Bij de stalen, rode brug aan het Minnewater, waar het gros van de toeristen Brugge binnenkomt, kijk ik die middag dan ook benieuwd uit naar wie zich aandient. Want er is nog iets curieus omtrent de informatie die de gidsenvereniging mij toestuurde. De familienaam van de klant, verraadt die klankkleur niet iets Turks of zo? Waarbij je je afvraagt hoe dat rijmt met die interesse in kerken. Vooroordeel, jawel.
Komt een taxi aanrijden. Een smaakvol uitgedost koppel stapt uit, samen met een kleine jongen. De man en de chauffeur wisselen een paar woorden, de wagen vertrekt en ik maak kennis met Yusuf, zijn partner Fatima en hun zoontje. Ze spreken een behoorlijk vloeiend Engels maar mijn vermoeden – lees: vooroordeel – klopt zowaar, ze komen helemaal uit Antalya, Turkije.
Een wandeling met zo’n klein gezelschap plooit zich na een tijdje wel eens in een gezapige, informele babbel. Tenminste als het tussen gids en klant ietwat klikt. En die middag valt dat klikken best mee, met een koppel dat al aardig wat van de aardbol heeft gezien, zo verneem ik. Trouwens, Yusuf is betrokken bij een organisatie die toeristen vanuit Antalya op sleeptouw neemt naar het Turkse binnenland. Mensen van de wereld, kortom.
We volgen de obligate route langs het begijnhof en in de kortste keren verrassen Fatima en Yusuf mij met hun oprechte interesse in ons verleden. Van onze geschiedenis en cultuur weten ze bovendien nogal wat.
Hun kleine jongen, ik schat hem een jaar of acht, wil graag op de bootjes. Da’s voor straks, belooft zijn moeder. Althans, dat verneem ik wanneer zij mij haar Turkse antwoord vertaalt.
Iets verderop is het met het verhaal van de Halve Maan en de bierpijplijn voor een gids steevast makkelijk scoren, maar ook hier valt de leergierigheid van mijn gasten omtrent bier mij op. Je hebt gelijk, Fatima, we zijn een landje van bierdrinkers.
In de Katelijnestraat blijken we evengoed een volk van chocolade-eters, mijn gasten laten zich graag vangen aan Belgian chocolats. Je bent toerist of je bent het niet, maar in de kerk willen ze ook alles horen over Michelangelo’s Madonna èn de Bourgondische praalgraven. Ook het Bourgondisch verleden van onze stad boeit hen. Aan de overkant van de Dijver zet het terras van Bourgogne des Flandres hen dan ook heel even op het verkeerde been. Neen, weet de gids, dit is niet het stadspaleis van Maria van Bourgondië, dit is nòg een brouwerij! Kunnen we tot bij dat terras, wil Yusuf weten en ik beloof dat voor straks, maar eerst op naar de Heilig Bloedkapel! Daar vertelt Fatima dat ze las over de reliek en hoe die wellicht ooit in Constantinopel werd ontvreemd door onze kruisvaarders, die sloebers. Dit gezelschap blijft mij verrassen!
Mijn rondleiding zit erop, maar Yusuf herinnert mij aan Bourgogne des Flandres. Op het terras aan de waterkant komt voor elk van ons een frisse Blonden Os op tafel. Adil, da’s hun zoontje, neemt iets fris en kijkt geboeid naar de bootjes. Ik vertel over het komende bierweekend en ziedaar de teleurstelling van Yusuf! Dat ze dat moeten missen!
Na onze verkenning van kerk en basiliek mag het weinig verbazen dat religie nog een keer ter sprake komt. Dat ze geen praktiserende gelovigen zijn, vertelt Yusuf. Alvast geen moslims, begrijp ik, anders kwam hier geen schuimend nat op tafel.
“Ach, alcohol …” mijmert Yusuf, “… Bij sommige geloofsgroepen kan het niet, jullie priesters proeven wijn aan het altaar, jullie paters brouwen bier, wie heeft het bij het rechte eind?” Waarna zijn vrouw mij verrast met een markante opmerking. Ze zegt “You can also pray while drinking!” Je kan ook bidden terwijl je drinkt … Er zijn van die achteloze babbels waarvan ge weet, dit blijft me bij!
De Blonden Os heeft ons gesmaakt en bij de aanlegsteiger om de hoek stapt het gezin in een bootje, ik wuif ze uit. De kleine Adil straalt wanneer hij mij toezwaait.
De fooi die Yusuf mij zonet toestopte mag een aardig centje heten. Straks hef ik daarmee op het bierfestival graag het glas op een memorabele middag in boeiend gezelschap. En op die woorden van Fatima. Enfin, een paar glazen misschien.
Verwacht u, waarde lezer, van ondergetekende dat hij als drinkebroer na dat bierfeest hoogst beneveld huiswaarts strompelt, iets mompelend over drinken en bidden? Neen, zo bent u niet, u bezondigt zich nimmer aan vooroordelen.
Dit weekend, zaterdag 14 en zondag 15 september …
https://www.brugsbierfestival.be/
Een boeiend – internationaal – verhaal met een moraal: wijze mensen bezondigen zich inderdaad niet aan vooroordelen.
Zoals William Hazlitt al wist : “Prejudice is the child of ignorance”.
Pol, wat een heerlijk stukje mensenkennis.
Dit zou zeker gepast zijn in onze kranten.
Ga ervoor!