Ooit schreef Johan Hendrik Van Dale een boek. Het was een dik boek en daarom noemen de mensen het De Dikke Van Dale. In zijn boek was plaats voor veel woorden. Voor alle woorden, menen sommigen. Maar toch. Toch doorzocht ik het tevergeefs naar een woord dat omschrijft wat mij deze week overkwam.
’t Was bij het zien van een foto die iemand op het internet plaatste. Het onscherpe beeld – de foto is duidelijk niet van gisteren – toont een witte huisgevel met ervoor stoelen en tafeltjes, schots en scheef bijeen gezet. Plastieken terrasmeubilair uit vroeger tijden. En al doet een magere klimroos haar best om de gevel wat op te vrolijken en al valt fel zonlicht op het plaveisel, toch is het een sombere foto. Niet in het minst omdat
iemand op de wit gelakte gevel in fors bloedrood de letters ‘Adieu!’ verfde. Het onrustwekkende uitroepteken eist de aandacht op, maar toch was ik vooral nieuwsgierig naar de affiches op de ramen. Zo gaat dat met verzamelaars. Vóór alles zien ze hetgeen in hun verzameling kan worden ingepast. Zoals beroepsmisvorming bestaat, zo bestaat ook verzamelmisvorming.
Maar dat woord vind je niet in De Dikke. Omdat het niet bestaat. Of liever, niet bestond. Want u het leest hier, dus bestaat het wel.
‘Verzamelmisvorming – zelfstandig naamwoord – gewoonte als gevolg van chronische verzameldrang’.
Wat voor affiches zijn dat, vroeg ik mij af. In mijn collectie vind ik niet meteen een exemplaar dat overeen komt met wat te zien is aan het café. Want ja, het huis op de foto was een café. Deze verzamelaar zou dat bijna vergeten melden, zo nieuwsgierig is hij naar wat op de donkere
ramen te zien is, onder … het woord ‘Cactus’.
De geschiedenis van de Cactus op het Sint-Amandspleintje vangt aan in 1972. De kroeg ging van toen af bij de brave goegemeente over de tong.
De Cactus? Ze zitten daar met hun gat op de vuile vloer Duvels te drinken, meneer! En ze roken er voorzeker van die rare sigaretten! ‘k Heb het van horen zeggen, mij zult ge niet zien bij die langharige, halve communisten!
Ging diezelfde verontwaardigde burgerman voorheen nooit langs in datzelfde pand, toen het nog een bordeeltje was?
Maar Cactus kwam, zag en bleef. Rolle Debruyne en zijn kompanen bouwden er een nest waar rare vogels uit het Brugse mekaar vonden in lekker alternatief zijn. En in het bedenken en uitvoeren van plannen. Brave plannen, minder brave en stoute. Dat ging van fietsverhuur tot het betogen tegen wapentransporten in Zeebrugge. Vanuit het nest  aan ’t Sint-Amandsplein vlogen initiatieven uit die later elders in Brugge hun vaste stek vonden. In de Baliestraat, bijvoorbeeld, waar de Volkshogeschool neer streek.
Of er Cactussers waren die doorgingen met het verbeteren van de wereld en anderen die hun hart verloren aan muziek? Ach, kiezen tussen wat nodig is en wat plezant is, zo vergaat het ons wel vaker in ’t leven, toch?
En zo kregen sommigen stilaan de smaak te pakken van het op poten zetten van concertjes op ‘hun’ pleintje. Die zomerse feestjes, die almaar meer op festivals gingen lijken, lieten het plein in de zomer van 1986 voor wat het was en verhuisden naar het Minnewaterpark. Waar ze jaar na jaar een stukje concertgeschiedenis schreven. En schrijven.
Intussen kon je nog altijd terecht in het café aan het pleintje bij de Markt. Tot eind jaren tachtig, koude douche, het café werd verkocht. Het huis ging tegen de vlakte, de foto dateert ongetwijfeld uit die dagen. Cactus stond in de kou en daar kunnen cactussen niet goed tegen. Maar in de Langestraat bracht het voormalige café ‘De Grooten Hert’ soelaas en onderdak. Met meer ruimte, een buitenterras en een podium. Soms blijkt verliezen winnen.
Maar soms was vol ook tè vol en dus werd uitgekeken naar iets groter. In de Sint-Jacobsstraat bouwen ze voor hun concerten een ruime kelder om tot Cactus Club. En een paar jaar later kwam ook Cactus Café naar die buurt, in het gebouw waar nu de Republiek huist. U volgt nog?
Na de eeuwwende kwam aan het bestaan van Cactus Café een eind, ’t was mooi geweest. Wat bleef, waren concerten, vanaf 2002 veelal in de nieuwe Magdalenazaal.
Het inmiddels al lang professioneel opererende team van Cactus nam zijn intrek in serieus ogende kantoren in Sint-Andries, een mens blijft niet eeuwig langharig en werkschuw. En daar droomden ze van een eigen zaal.
Plannen om die naast de Magdalenazaal te bouwen kwamen op tafel maar werden weer opgeborgen. Om plaats te maken voor andere plannen die, na niet weinig gepalaver, dezer dagen een nieuwe Cactuszaal opleveren. Na een jarenlange odyssee schraagt zich tegen de hoge brug nabij het station de nieuwe Cactus, de definitieve.
Met daarin een actueel concertaanbod zoals we dat van Cactus gewoon zijn. Nieuw geluid naast namen die het al maakten. We kunnen veel zeggen van die van Cactus, maar op het dragen van oorkleppen zullen we ze niet betrappen. Ge speelt cello in een hardrock band of ge zijt een rapper met panfluit? Als ’t goed is, krijgt ge speeltijd. De jongens en meiskes van Cactus leggen overal hun oor te luisteren. Van een muziekske genieten zonder zich meteen af te vragen of het past op hun podium, zou hen dat nog lukken? En indien niet, vind je daarvoor dan een woord in de Dikke Van Dale?
Ook nog pinten gedronken in de Cactus op het Sint-Amandspleintje en een concertje meebeleefd aldaar. Het was een boeiende ervaring!
De tekst is een mooi overzicht van de Cactusgeschiedenis!
Was verbaasd toen ik las dat de nieuwe Cactus plaats biedt aan bijna 600 bezoekers. Da’s zowat de hele stadsschouwburg, toch?
Trouwens, klopt het dat het Cultuurcentrum, dat instaat voor de programmatie van de schouwburg, met Cactus afspraken maakt omtrent wie wie op de agenda zet?
Waarom zou dat niet kunnen kloppen Leen ? Sonia De Bal, destijds directeur, organiseerde nooit jazzconcerten in de stadsschouwburg, omdat zij niet op het jazz-territorium wilde komen van Rik Bevernage en zaal De Werf. Indien de cultuuractoren vooraf onderling met elkaar overleggen, dan is dat alleen maar een goede zaak. Want veronderstel nu even dat op dezelfde avond niet één maar twéé wereldvermaarde formaties zouden aantreden in Brugge ? Dan doen beiden elkaar de das om… Het wordt alleen maar erg, wanneer men elkaars expertise betwist. Het Concertgebouw bijvoorbeeld, haalde de dansvoorstellingen uit de stadsschouwburg weg.
De Cactus is mij onbekend terrein, want na mijn tijd. Toen ik in Brugge toekwam in 1969 liep vooral ‘De Blekken Ten’ over de lippen en de Rembrandt, het café van “‘de Witten’. Daarnaast was er ook het jazzcafé ‘De Spiegel’ langs de Spiegelrei, voor de liefhebbers. En nog iets later ‘De Vlieghe’ in de Langerei. En mijn stamcafé ‘Het Stokersuus’ bij Marcella in de Langestraat. Daarna volgden er nog, maar toen verkastte ik van november 1972 tot februari 1974 en trok op met ABL uiteindelijk naar Köln. En eenmaal terug was het een andere scène, zeker als je pas gehuwd bent.
Ik herinner mij ‘De Blekken Ten’ maar al te goed. Een op zijn minst geruchtmakend – of moet ik zeggen “geluid makend” café, pal in het hart van het stille Sint-Gillis. Bron van ergernis voor buurtbewoners die – zoals ikzelf – naar nachtrust hunkerden, zeker tijdens de weekends. Met een rechtstreekse band met de Nederlandse provo’s, provocateurs en lichtjes anarchistisch. Toen in Nederland de provo’s van het politieke toneel verdwenen, ook al omdat drugs daar geen taboe meer waren, hield ‘De Blekken Ten’ het omstreek ’73 ook voor bekeken.
Sindsdien veranderde het pand steeds van uithangbord … de Sjakos, de Kwassa Kwassa, de Buene Fé en ten slotte ’t Opkikkertje. Toen het pand in 2016 moest worden gesloopt, deed de laatste uitbaatster via HLN een oproep om fondsenwerving … “Mijn zaak is een van de laatste authentieke bruine kroegen en muziekcafés”. Twee donateurs deden een kleine duit in het zakje.
Ik passeerde onlangs het West Gistelhof 13 en wat er over blijft is een vervallen ruïne – blijkbaar de sloopkosten niet waard.
Blekken Ten doorstond nog meer uitbaters, Dries, en elk zette het café naar zijn eigen hand. De zaak opende aanvankelijk als de ‘beste kunstkroeg van België’, evolueerde pas later mee met de Provo actie, was daarna een artistiek cabaret, was een kleinkunstkroeg, was een drugshol, en zo verder. De naam ‘Blekken Ten’ verdween inderdaad in 1973, veranderde in ‘De Klinkaart’, wat slechts een dik jaar duurde, en toen werd het opnieuw ‘Blekken Ten’, zoals vanouds. Dat bleef zo tot 1981. Met ‘den Blekken’ was het definitief gedaan in 1982, vanaf dan spraken we van ‘Christo’, later opgevolgd door de Sjakos. Blekken Ten, periode 1966-1982, was een mijlpaal in het uitgaansleven van Brugge.
Eén correctie op mijn eigen tekst: tijdens een bepaalde periode was dat pand niet louter een zaak van Decibellen en Drugs: in de periode 1996 – 2002 huisde er een wereldmuziekcafé, met Ben Lierman – nog steeds bezig met de Brugse politiek – als animator, en onder de naam Kwassa Kwassa. Over de lustrumviering bestaat een affiche, waarop de locatie vermeld staat: de zaal Patria te Assebroek. Het pand op Sint Gillis was te klein geworden om wereldmuziek te herbergen. Dan vervelde het initiatief tot “de studio Kwassa Kwassa”, steeds onder de hoede van Ben Lierman – en deze studio is meermaals opgetreden op … het Cactusfestival.
De affiches aan het raam van de oude Cactus zijn volgens mij van het Beachfestival, het is niet helemaal duidelijk welke editie, denk 1989 maar ben daar niet helemaal zeker van. Op deze link afbeelding van de affiche: https://duranduran.fandom.com/wiki/1989_-_6_August:_De_Panne_(Belgium)?file=1_duran_duran_belga_beach_festival_with_joe_cocker_belgium_poster.jpg
Wat het St-Amands-pleintje betreft, er was ooit een optreden van Guido Belcanto.
Ik weet niet meer wat hij zong noch wanneer, maar het ganse plein was in extase!
Mooie herinneringen!