Brugge, najaar 2027
Hier staan we dan, voor de pronkerige ingang van de Poortersloge, op deze herfstdag van het schone jaar 2027. Vijf jaar keken wij hiernaar uit , zoals we er ook vijf jaar voor hebben gepleit. Maar nu is het zover. Voor het eerst sinds het Rijksarchief hier jaren geleden weg ging, krijgt het gebouw weer een invulling die met erfgoed verband houdt. Deze frisse herfst zal in de annalen van onze kustprovincie omschreven worden als het moment waarop het Huis van het West-Vlaams hier zijn deuren opende.
En er daagt, zoals wij hoopten, veel schoon West-Vlaams volk op. Karl Vannieuwkerke en Maaike Cafmeyer zijn er, zoals beloofd. Maar ook Wannes Capelle, Sam Lowyck en Flip Kowlier. En Rik Verheye. En de drie West-Vlaamse Wimmen, Lybaert, Willaert en Opbrouck. Mag het verbazen dat onze burgemeester en schepenen zich haasten voor het fotomoment?
En nochtans, er klonk niet meteen applaus toen we destijds een eerste keer ons voorstel voorlegden op het stadhuis. Maar kom, politiekers zijn mensen en mensen mogen al een keer van mening veranderen.
Dus laten we vooral klinken op dit kostbare moment. Waarna we onze gasten trakteren op een beklimming van de monumentale traptoren. Van hierboven uitkijken over deze schilderachtige buurt! Hoe verrassend, het uitzicht over de Spiegelrei, met vooraan de Koningsbrug.
En verderop het imposante herenhuis bij de Sint-Annarei. Het huis dat ooit, lang geleden, het decor vormde van âDe Vorstinnen van Bruggeâ.
In verre jaren, toen televisie nog zwart-wit was, kluisterde dat feuilleton ons en heel Vlaanderen aan de beeldbuis. Er speelden gerenommeerde acteurs mee in die reeks, Dora Van der Groen, Luc Philips en anderen. Maar toch vooral ook een handvol mensen van bij ons, Gerard Vermeersch, Willy Lustenhouwer en Rita Lommée. En ik herinner mij dat ook Willem Vermandere er heel even in langs kwam, als volkszanger in een café of zo.
Het scenario was gebaseerd op de toen al oude vertellingen van onze eigen Maurits Sabbe. Een saga over enerzijds een deftige familie en volksmensen anderzijds, de hele verhaallijn herinner ik mij niet meer. Maar wel hoe verrassend wij het vonden, dat de volkse figuren in die reeks … gewoon Brugs spraken! Zo hoor ik nog, als was het gisteren, dat jonge gastje dat Monne heette, hij was niet de meest snuggere. Wanneer Monne iets kreeg voorgeschoteld dat hij lekker vond, klonk het steevast in zijn sappigste Brugs
âât Is van lek me liptje, wi!â.
In de kortste keren werd dat een running joke in onze speelplaatsbabbels op school. De school die intussen haar best deed om ons ervan te overtuigen dat alleen ABN, Algemeen Beschaafd Nederlands, ons vooruit zou helpen in ’t leven. Het liep anders. We kwamen in het bestaan weliswaar vooruit, de Ă©Ă©n al meer dan de andere, maar het ABN had daar weinig mee van doen. We gingen vlot door de dagen in onze gezapige streektaal.
Ook al bleef, voor al wie van elders kwam, van alle dialecten ons West-Vlaams altijd het schuchtere broertje, iets om mee te lachen. En al helemaal op tv! Op âDe Vorstinnenâ na, dat ene âmoment de gloireâ, werd elke tongval uit onze provincie naarstig geweerd. Volkse klanken op televisie? Antwerps, ja, maar West-Vlaams? Ho, maar!
Maar tijden en normen veranderen, zowaar. Hoe en waarom, wij weten het niet echt, maar er kwam een ongeziene kering. Groeide ons West-Vlaams uit tot een exotisch curiosum of is er meer aan de hand? Sinds een tijd is ons taaltje meer dan ooit in trek! En wat nog het meest verbaast? Dat de tv daar dit keer een niet geringe rol in speelt. Weet u nog, reeksen als âEigen kweekâ, âBevergemâ of âNonkelsâ? En âChantalâ? Vandaag, anno 2027, herinneren wij ons die kijkcijferkanonnen als bakens in de emancipatie van onze streektaal.
Maar dan daagt in de Poortersloge onverwacht ook Augustijn Vermandere met zijn vader op. Waarbij Wim Opbrouck ons er helemaal terecht op wijst dat het dialect van onze kustprovincie al veel eerder op de kaart werd gezet. Want doorheen zijn hele loopbaan als zanger en verteller, gaf Willem Vermandere onze streektaal de plaats die haar toekwam! West-Vlaams als kostbaar erfgoed, Willem wist het al.
En omdat erfgoed ook toekomst verdient, openen wij vandaag, op deze zondag in 2027, het âHuis van het West-Vlaamsâ. In de Brugse Poortersloge. Waarom hier?
Wel, het idee dateert dus van pakweg het najaar van 2022. ât Was toen dat het stadsbestuur aankondigde, dat het de Poortersloge te koop zou stellen. DĂš iconische Poortersloge! In het middeleeuwse Brugge was het de statusplek voor al wie centen had of macht, en niet zelden die twee samen. De plek, ook, waar later de kunstacademie groot werd! En waar het Rijksarchief jarenlang thuis was! Dat cruciale, beeldbepalende pand … verkopen?
Wij besloten, iets te ondernemen. Omdat we omtrent dat verkoopplan de verontwaardiging van heel wat Bruggelingen deelden. Maar vooral omdat we hier onze West-Vlaamse droom konden waarmaken … een huis waar onze streektaal thuis is.
Maaike Cafmeyer stemde toe om meter van het project te worden en we konden Karl Vannieuwkerke overhalen voor het peterschap.
Tijd, boterhammen en enige West-Vlaamse koppigheid brachten het project in goede banen. Het resultaat? Veel meer dan een archief waar je alles vindt over Lucy Loes, Benny Scott, Jacqueline Compernolle, Willy Lustenhouwer, Gerard Vermeersch en al die anderen die kozen voor hun taal, de onze, het âbeschaafd West-Vlaamsâ. Vandaag is de Poortersloge ook en vooral dĂš plek waar al wie ons taaltje genegen is, zich kan laven aan West-Vlaamse taalrijkdom van vroeger en van nu. En kan bouwen aan die van morgen. Toneel, muziek, film en noem maar op, als ât maar in ât West-Vlaams is.
Jammer, alleen, voor de bootjesmannen. Die zuchten diep, wanneer vanop hun boot weer een buitenlandse toerist wijst op dat grote bord voor de gevel van dat schone gebouw. En vraagt om te vertalen.
Mijn kinderen kennen nog het West-Vlaams, Pol.
Maar mijn kleinkinderen daarentegen?
Fantastisch verhaal, in alle betekenissen!
Ooit eens gelezen dat het niet “veel gescholen et” of het Westvlams was dank zij de inzet van Guido Gezelle, de officiĂ«le taal van Vlaanderen geworden.
‘Fake or fact’, zoals ze nu zeggen?
Johny, de rol van Guido Gezelle kan als volgt worden geduid. âLetter scheelde het âŠâ of heel Vlaanderen sprak en schreef nu West-Vlaams, tenminste als Guide Gezelle en met hem een aantal West-Vlaamse âparticularistenâ in de 19de eeuw hun zin hadden gekregen.
Ter situering ⊠Gezelle stierf in 1899, dus niet zo lang geleden. Mijn grootmoeder, wonend in Roeselare, heeft bij haar plechtige communie ooit een horloge gekregen van de broer van Guido Gezelle.
Wat ik ook vond ⊠ongeveer 80 % van het Middelnederlands uit de 13de eeuw is uit West-Vlaanderen afkomstig, en hier heeft Jacob van Maerlant een grote rol bij gespeeld. Van Maerlant is geboren en gevormd in de streek van Brugge, maar heeft een lange tijd in dienst gestaan van de graven van Holland-Zeeland. Vandaar de populaire mening, dat men in West-Vlaanderen nog spreekt âals in de middeleeuwenâ.
In 1992 vaardigde de Europese Commissie het ‘Handvest voor regionale talen of talen van minderheden’ uit, teneinde deze talen het statuut te geven van cultureel erfgoed. Veel zoden heeft dat Handvest niet aan de dijk gebracht.
Belgie heeft het niet geratificeerd, om ‘de huidige complexe taalsituatie niet nog ingewikkelder te maken’.
Wat Nederland betreft, bracht de Nederlandse Taalunie een negatief advies uit wat betreft het toepasselijk maken van het Handvest op het Zeeuws, toch een zustertaal van het West-Vlaams. Dezelfde afwijzing viel – steeds in Nederland – ook het Limburgs en het Nedersaksisch te beurt.
Weer anders is de toestand in Frankrijk … Onze zuiderburen erkenden het Handvest niet, maar stelden zelf een lijst op van ‘langues rĂ©gionales de France’. Daarin geniet het West-Vlaams wel een officiĂ«le erkenning, maar veel stelt dat niet meer voor, gelet op het slinkend aantal Vlaams-sprekenden in Frankrijk.
Wat je vertelt over het Handvest was mij hoegenaamd niet bekend, Dries.
Ik neem aan dat je, wat Frankrijk betreft, doelt op het ‘Vlaams’ dat gesproken werd in Frans Vlaanderen? We waren er, deze zomer, en spraken toch met een paar mensen die de oude streektaal nog beheersen. Of op zijn minst verstaan. Wat alvast opvalt, vergeleken met pakweg twintig jaar geleden, is hoezeer de streek inmiddels haar ‘Frans-Vlaams verleden’ koestert en uitspeelt op toeristisch vlak. Bij dat laatste mag dan een flinke dosis opportunisme komen kijken, ze scoren er wel mee.
Inderdaad Pol, in Frans Vlaanderen speelt een deel ’toeristisch opportunisme’, helemaal van harte is het niet.
Persoonlijke ervaring … Toen ik een tiental jaar geleden, samen met enkele Vlaamse studenten en hun familie, de thuiswedstrijden bijwoonde van Olympique Lille, werden we ‘met een scheef oog bekeken’.
Ook Jacques Brel, een Brusselaar die zichzelf beschouwde als een Franstalige Vlaming, had met het Nederlands een, laat me zeggen, haat/liefde verhouding. Vergelijk bijvoorbeeld zijn ‘Le plat pays’ met zijn ‘Les F…’.
In 2008 is de Franse Grondwet veranderd om plaats te maken voor het Europese Handvest … Maar men deinst er terug voor mogelijke politieke gevolgen. Op het wachtlijstje staan bijvoorbeeld het Baskisch, het Catalaans, het Corsicaans …
Te vlug worden parallellen getrokken met de “erkenning” van het Fries in Nederland. De Nederlandse rijksoverheid heeft een deel van de bevoegdheden betreffende de regionale talen overgeheveld naar lagere overheden – in dit geval de provincie Friesland. De conclusie is dat deze provincie te weinig faciliteiten biedt voor de Friese taal in onderwijs, media, grensoverschrijdende contacten …
Ondertussen is in veel Nederlandse universiteiten het Engels de facto de onderwijstaal geworden. Moet men de kinderen nu vaardig maken in het Engels, dan wel in het Fries en het Zeeuws? De vraag stellen is ze beantwoorden, of toch niet?
Ja, die talen. Circa 1996 ontstond in de intercommunale Leiedal, Kortrijk, de idee voor een ambitieus, permanent project, âHet paviljoen van de talen van Europaâ, gesitueerd in Rekkem. De gehele, afgeschafte grenspost zou ingericht worden rond het thema van de taal. Dat Europese talenpaviljoen beloofde letterlijk en figuurlijk grensoverschrijdend te worden, want gelegen op de grens tussen de Germaanse en de Romaanse cultuur. Er zou aandacht worden besteed aan âde schoonheid van de geschreven taal, de rijkdom van de gesproken taal en de kracht van de gebarentaalâ.
Op 2 oktober 1998 schreef het Brugsch Handelsblad: “Naar vaste gewoonte zal het provinciebestuur niet alleen zelf als initiatiefnemer optreden, maar bepaalde projecten ook steunen en coördineren. Zoân grootschalig project is bijvoorbeeld het Paviljoen van de Talen, dat in Rekkem moet komen en waarvoor zeven landen zullen samenwerken. In het paviljoen zal men alle info over West-Vlaanderen kunnen krijgen in de taal van zijn keuze”.
Oktober 1999 zochten Leiedal en de CommunautĂ© Urbaine de Lille naar een projectleider, advertenties incluis, voor een periode van twee jaar. Het bureau Art&Amp Design maakte in 2000 een studie over de site Rekkem met als thema âtaal en communicatieâ. Daarna zwegen de initiatiefnemers in alle talen.
Richard, misschien is de gedachte van “Het Paviljoen van de talen van Europa” voor een deel gerealiseerd in het – indrukwekkende, maar weinig bezochte – “MĂ©morial Alsace Moselle”, dat pal in de Elzas is gebouwd, en visualiseert hoe Elzas-Lotharingen in de loop van de geschiedenis liefst zeven keer van land is gewisseld: speelbal tussen Frankrijk en Duitsland. Prachtige website!
Ooit studeerde ik Romaanse filologie en Ă©Ă©n van de vakken die mij het meest aansprak was linguĂŻstiek. Later werkte ik mee aan rondvragen van de Gentse unief ivm dialecten.
Veel woorden in De Panne hebben een etymologische verbastering. Zoals een emmer = een seule, Latijns : situla). Travakken = Spaans trabajar. Soms ook rabotten = Russisch rabotar.Zavatten = Spaans zapatas. Kiekiel = kijk hill (visserstaal, hoogste punt om de boten te zien stranden).
En de beste vind ik nog steeds een zin in het Bray-Duuns Vlaams “ken Ă© pit roen”, wat staat voor “ken een platte band gereden”.
Voor het gebouw zelf ben ik het voor een keer eens met het stadsbestuur … daar valt weinig mee aan te vangen voor een haalbare prijs en het kan maar beter verkocht worden. Er zullen ongetwijfeld voldoende Brugse en andere zotten te vinden zijn die een fors bedrag willen betalen voor een appartementje met een fantastisch uitzicht.
Een huis van het West-Vlaams zou ik toejuichen (al zou een hoekje in het vernieuwde provinciaal hof volgens mij kunnen volstaan), maar eer het zover is zal het West-Vlaams zelf nagenoeg uitgestorven zijn. Kinderen worden tegenwoordig opgevoed in ‘schoon’ of Verkavelingsvlaams. Ik moet – als West-Vlaming – heel goed mijn best doen om iets te begrijpen van wat onze beroemde hedendaags West-Vlaamse zangers zingen. Met de bijna gepensioneerde Willem Vermandere en het eenmalige optreden van Katrien Verfaillie in de coronaperiode als uitzonderingen. En van wat ik begrijp is er dan hier en daar iets wat weinig West-Vlaams lijkt.
Wat mij betreft: graag een zo authentiek mogelijk West-Vlaams als spreektaal onder de West-Vlamingen en in andere omstandigheden Nederlands. Maar uit interviews die ik hoor moet ik concluderen dat zelfs onze Vlaamse acteurs geen correct Nederlands meer kunnen of willen spreken. Hoe kan je dan verwachten dat de Franstalige Belgen Nederlands leren en naar Vlaamse televisiezenders kijken?
De Poortersloge zou ook de ideale locatie geweest zijn waar de stad de provinciale bibliotheek Westflandrica had kunnen huisvesten, naar aanleiding van de gedeeltelijke overheveling, door de Vlaamse Regering in de periode 2015-2018, van sommige bevoegdheden van de Vlaamse Provincies naar gemeenten en Vlaamse overheid.
Deze bibliotheek was eertijds gevestigd vlak rechtover de Poortersloge, in het Tolhuis. De bib bevatte een prachtige collectie, vol met Brugse verzamelingen van wijlen beroemde Brugse inwoners, op en top bijna helemaal Brugs erfgoed.
Ze werd aan de stad gratis aangeboden met een jaarlijkse extra toelage van de Vlaamse Regering er bovenop. En de Provincie wou nog zelf ook een extra toelage toekennen. Maar Renaat Landuyt en Leen Speecke wilden die bib niet want ’te alledaags’. De bib verkommert nu in een Kortrijks erfgoeddepot, zonder verdere interesse van gelijk wie of gelijk wat. Dit was beschamend voor Brugge, net als de verkoop nu van het historisch gebouw van de Poortersloge. Cultuur- en erfgoedbarbarij.
Destijds heb ik niet een klein beetje, maar juist heel veel opzoekingswerk verricht in de interessante Provinciale Bibliotheek, met ingang in de Spanjaardstraat. En inderdaad, deze schatkamer werd zomaar opgedoekt, daarover besliste ‘de politiek’.
Bevindt het ‘Kortrijks erfgoeddepot’ waarnaar je verwijst, Dirk, zich niet in de gemeente Heule? Ga daar maar eens naar toe, vanuit Brugge met het openbaar vervoer ⊠Het laatste wat ik erover vernam, is dat alles zich in Heule nog ‘in dozen’ bevindt, ontoegankelijk en niet geĂŻnventariseerd. Misschien een tip voor ‘Kortrijk 2030, Culturele Hoofdstad van Europa’, waarvoor de stad zich kandidaat stelt? Kortrijk kan deze schande dan aanpakken, voor de gelegenheid.
Met betrekking tot de Brugse Poortersloge … Enkele jaren geleden stelde de Provincie West-Vlaanderen royale subsidies in het vooruitzicht voor projecten in de West-Vlaamse centrumsteden. Roeselare mikte op voeding, Oostende op duurzame technologie, Kortrijk op design, alleen Brugge had geen eigen project.
Gevraagd hoe dit mogelijk was, bedacht de stad alsnog het project van een âOndernemerscentrumâ, dat gerealiseerd zou worden in ⊠de Poortersloge. Dat gebouw, een stadseigendom, strookte helaas niet met de wensen, of met het eigenbelang van de provincie. Gedeputeerde Jean de Bethune, CD&V, zag er meer heil in om dat geplande ondernemerscentrum onder te brengen in de lege zalen van het Tolhuis. In juni 2017 werd dan het ‘Ondernemerscentrum Brugge’ officieel geopend, het vierde in rij na Kortrijk, Roeselare en Oostende.
De Poortersloge werd door de provincie als een stadskanker overgelaten aan Brugge. Conclusie? Waarom halen we de provinciale bibliotheek niet terug naar Brugge, met eindbestemming in de Poortersloge? Dat wordt dan wel een dossier van ‘stedelijke’ bevoegdheid… Maar aangezien er geen toerisme mee gemoeid is, geen winstgevende toeristische industrie, zal de stad Brugge argumenteren geen budget beschikbaar te hebben voor… cultuur. De enige cultuur die Brugge nog kent is ‘marketing’.
De eenvoudigste en meest logische oplossing zou zijn de provinciale bibliotheek terug te brengen naar het Tolhuis, waar voor zover ik weet nu niet veel gebeurt. Maar dan zouden een reeks politici moeten toegeven dat ze geblunderd hebben…
Je weet toch dat de andere Vlamingen ons verwijten dat, als er wereldwijd bijeenkomsten zijn met Vlamingen en er “AN” gesproken wordt, het niet lang duurt zodra West-Vlamingen ontdekken dat ze uit West-Vlaanderen komen en automatisch overschakelen op dialect. En er dus taalkundig wel degelijk een hechte band is.
Zelf meegemaakt “Je zie gie toch van West-Vlaanderen ? Zegt dat toene!” .
Sommige Vlaamse landgenoten vinden dat fantastisch. Anderen vinden dat niet kunnen, want typisch ‘boertjes uit de kleivelden’. Niettemin verbindt het ons, zelfs uitgeweken. Dat is de reden waarom ik zonder namen te noemen de kriebels krijg van ‘BVs’, uitgeweken naar Gent en vooral Antwerpen, die nu luid verkondigen dat hun thuishaven een boerengat was zoals Ardooie, Hooglede, Tielt, Houthulst en blijf zo maar doorgaan.
Wij ergeren ons al jaren bij het lezen van het stadsdrukwerk – Musea, Stadsschouwburg, Concertgebouw, enz – waarin de meeste evenementen aangekondigd worden met een Engelstalige titel. Waar is de tijd dat we op school bestraft werden bij het gebruik van anglicismen of germanismen in onze verslagen. Ook op het Sint Lodewijkscollege worden sommige lessen nu volledig in het Engels gegeven.
Wij spreken nog West-Vlaams maar hoe lang nog?
Misschien in de Poortersloge een cafĂ© inrichten waar alleen West-Vlaams verplicht moet gesproken worden…