“Hebt ge ’t gehoord, Breydel, ’t schijnt dat volgend jaar de start van de Ronde van Vlaanderen weer hier rond ons standbeeld doorgaat!”
“Ja maar Pieter, da’s nog bijlange niet zeker, man! ’t Is nu al vijf jaar dat ze met heel dat spel naar Antwerpen verhuisden. Die overeenkomst tussen de gasten van de koers en die van Antwerpen loopt op zijn eind, maar ze gaan daar nog ferm over bakkeleien! Ge kunt u inbeelden dat ze in Antwerpen ’t been stijf gaan houden! En trouwens, ge krijgt dat niet zomaar cadeau, zo’n start, dat kost munten, véél munten!”
“En toch, Jan, ’t heeft wel iets, al die coureurs en heel die troep supporters hier op de Markt! Ge zijt toch ook een sportzot, ge maakt me niet wijs dat ge daar niet van genoot! Trouwens, ik herinner mij hoe trots ge waart, toen ze destijds elke zomer die marathon organiseerden!”
“Ja, waar is de tijd. Hoe zat dat ook weer, met die marathon?”
“Allez, Jan Breydel, ge weet dat toch nog? ’t Was in het jaar onzes heren 1987, gij en ik stonden honderd jaar hier op de markt. Dat vierden ze met van alles en nog wat. Met die marathon, ook, van Kortrijk naar Brugge.
“Ja, nu ge ’t zegt, ze hebben dat dan nog jaren aan een stuk gedaan, elke zomer! Dus ja, ge hebt gelijk, voor mij mogen ze die koers weer hier in Brugge laten beginnen!”
“Het was, herinner ik mij, in 1998 dat de coureurs hier de eerste keer vertrokken. Het jaar daarvoor had Marec het precies al zien aankomen, hij heeft ons toen al op een affiche gezet met elk een velo!”
“Dat zie ik nog voor me! ‘k Weet nog dat we amper wisten wat hij ons in de handen stopte, in onzen tijd waren er nog geen velo’s!”
“Weet ge wat, eigenlijk zou ’t maar normaal zijn dat de Ronde weer hier begint! Wat hebben die van Antwerpen met die Vlaamse klassieker te maken? West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen hebben niet zomaar hun naam gekregen! Samen waren ze ‘t Graafschap Vlaanderen, en Antwerpen, dat ligt aan de overkant van de Schelde, de Brabantse kant!”
“Ha ja, als ge ’t zo bekijkt! Maar ze zeggen nu dat Brugge en die van aan de Schelde om ’t jaar de start zouden krijgen?”
“’De enigen die de Ronde mogen binnen halen, volgens mij zijn dat Brugge of Gent! Dàt zijn Vlaamse steden! Zeg dat Pieter de Coninck het gezegd heeft!”
“Amai, hoort hem! Maar die Gentenaars, dat waren in 1302 op onze Guldensporenslag toch ook niet onze meest fervente bondgenoten? Wij, Bruggelingen, riskeerden met honderden ons leven, de Gentenaars waren met drie man en een paardenkop!
“Breydel, maat, ge moet zelf ook zo hoog van uwe sokkel niet blazen, hé! Zo’n held waart gij indertijd ook niet op ’t slagveld! Er zijn er vandaag zelfs die betwijfelen of ge wel echt hebt meegevochten!”
“Let een beetje op uw woorden, hé, ventje! ‘k Ben een kop groter dan gij, ‘k geef u een stampke en ge ligt ginder bij de frietkotjes!
“Rustig, Jan, rustig, ’t was een graptje, hé! Trouwens, ge moogt niet klagen, gij. Ge staat hier op de Markt te pronken èn ge hebt een voetbalstadion dat uw naam kreeg!
À propos, hoe zit het daar eigenlijk mee, met die affaire rond dat nieuw stadion?”
“Ach, zwijgt, jong, daar gaan we nu niet over beginnen, hé! Kom, we gaan naar de koers kijken!”
Schitterend geschreven.
Ik zie de gezellige babbel al helemaal voor mij.
Leuk gesprek, dixit Pol..
Twee standbeelden met elkaar in gesprek : moet kunnen. Breydel & De Coninck, dat zijn de architecten van het Belfort, toch ? Of de voorlopers van het Vlaams Belang ! In de tijd dat allerlei “Miss”-verkiezingen populair waren, de jaren 1960 en zo, raakte ook wel eens een “Miss Standbeeld” verkozen. Wanneer komt die eens aan het woord, om voor ons ‘een klapke’ te doen ? Maar het zal moeilijk worden : alle grote standbeelden in Brugge zijn venten.
Meneer Ranson, de koetsiers die lang geleden vertelden dat Jan Breydel en Pieter de Coninck de architecten van het belfort waren, hadden het uiteraard bij het juiste eind. Volgens sommige bronnen waren ook Livia Canestraro en Stefaan Depuydt kandidaat om het gebouw te ontwerpen, maar hun bronzen belfort met fontein er bovernop werd niet weerhouden. Terloops, het is u ongetwijfeld bekend dat Livia Canestraro in haar jonge jaren de ‘Miss Standbeeld’-verkiezing won.
Echt leuk geschreven! wij hebben ervan genoten
Toch weer genoten van de mooie schrijfstijl. Dialoog tussen beide ‘volkshelden’ schitterend. Dankjewel.
De Ronde van Vlaanderen hoort thuis in het Graafschap Vlaanderen (Brugge en Gent). Daar heeft het Hertogdom Brabant (met de stad Antwerpen) niets mee te maken. En wat thans Limburg heet, behoorde toen tot het Prinsbisdom Luik. Niks zo nuttig als een historische atlas!
Vertel dat maar een keer aan Wouter Vandenhaute 🙂 !
Pol, daar ligt het hem juist: sport gaat ten onder aan geld- en winstbejag. De organiserende instantie van de Ronde van Vlaanderen heet nu ook al “Flanders Classics”. Dat zegt genoeg zeker, over de uitverkoop van volkse sporten aan de commercie. Intussen zien we hoe Anderlecht “bestuurd” wordt door dezelfde Wouter Vandenhaute.