We waren met een handvol stadsgidsen uitgenodigd bij ‘International Flavors & Fragrances Inc’.
Eigenlijk gingen we gewoon langs in de Gistfabriek, maar met zo’n mondvol Engels in de eerste zin van ons tekstje weet de lezer meteen: hola, dat gaat hier om serieuze connecties! En ’t is niet gelogen wat hierboven staat, vandaag heet het bedrijf bij de Dampoort ècht zo. Bent u al lang Bruggeling, dan weet u natuurlijk nog die naam van lang geleden. ‘Nederlandse Gist & Spiritusfabriek’ roept het beeld op van het overweldigende fabrieksgebouw, die reus met z’n voeten in de Langerei, het gevaarte werd in de jaren tachtig gesloopt. En natuurlijk ook van de jeneverfles, destijds in elke dressoir in elke living van Brugge en omstreken.
Al had de reden van ons bezoek, ietwat tot onze spijt, niks met jenever te maken. Omdat ze daar het stoken van geestrijke drank al lang hebben afgezworen. Er worden nu enzymen aangemaakt, dat klinkt niet als iets voor in een borrelglas. Al garanderen ze ons dat je hun enzymen in alle mogelijke etenswaren en dagdagelijkse spullen vindt. Van cornflakes tot zeep en weet ik veel, en geloof het of niet, enzymen zijn op zich echt der naturen zelve. Biotechnologie heet zoiets.
Maar u wil weten wat stadsgidsen te zoeken hadden in de Gistfabriek. Wel, tijdens het Open Monumenten Weekend, het tweede weekend van september, zijn wij daar present om u en al wie langs komt rond te leiden in het imposante kantoorgebouw. Dat er
kantoren bestaan die ’n bezoek waard zijn, ’t is aan ons om u daarvan te overtuigen.
De vriendelijke meneer die ons die middag ontving wist boeiende verhalen over het leven in en rond de fabriek, wij zullen ons best doen om ze te onthouden tegen dat u langs komt. Over een familiezaak van dertien in een dozijn die uitgroeide tot een bedrijf dat meetelde in Brugge. Over bloeitijden met veel volk aan ’t werk langs perioden van inkrimping en terug.
Maar ook over de sociale geschiedenis van een fabriek die haar stempel drukte op het Brugse volksleven. Niet dat het in en rond die fabriek altijd allemaal ‘suiker en zeem’ was, waar is dat wel zo, maar wie er zijn boterham verdiende genoot van een opvallend arsenaal aan vrijetijdsactiviteiten. Niet in de laatste plaats als ’t op sport aan kwam.
De heerlijk ouderwetste trots waarmee een schare mannen, fier in het gelid en borst vooruit, posteren op de affiche ‘Leven rond de fabriek’ laat daar geen twijfel over bestaan. De tentoonstelling liep destijds in het stadsarchief en vertelde over bedrijfssport, maar ook over allerlei sociale en culturele activiteiten bij grote bedrijven. Bij de Gistfabriek ging dat van een voetbalploeg over een naaischool voor de dochters van ‘t werkvolk, een harmonie en een bibliotheek tot een vakantiekolonie in Heist.
‘Keurgroep voor turners Rust Roest’ van de Gistfabriek werd in ’t jaar 1930 op foto gezet. Maar de cataloog van de tentoonstelling vermeldt de Gistfabriek al voor de Eerste Wereldoorlog als voorloper bij het organiseren van activiteiten buiten de fabrieksmuren.
We zijn al een eind in onze eigen eeuw aangeland, dat soort bedrijfsbinding kennen we niet meer. Maar aan ’t Zuidervaartje op Sint-Kruis heet nog altijd een sportveld ‘Rust Roest’. En als turnliefhebber kan u tot vandaag terecht bij een clubje met de naam ‘Koninklijke Turnkring Rust Roest’. Da’s dus de erfgenaam van de stoere venten op de affiche.
Stel, een frisse najaarszondag in ’t jaar 1930. Zo’n gast van op de foto blijft, nadat hij zich een middagje ferm in ’t zweet zwoegt, nog wat nakaarten in de kantine aan ‘t Zuidervaartje. Waar hij met zijn sportmaten een frisse dreupel van eigen stokerij achterover slaat. Sportzot met jenever.
Tijdens het Open Monumentenweekend verwelkomen wij u bij ‘International Flavors & Fragrances Inc’. Enfin, de Gistfabriek. Met een markant verhaal over een hoogst markant kantoorgebouw. Alleen het dreupelglas zal u erbij moeten verzinnen.
Het schitterende art deco interieur van het kantoorgebouw van de Gistfabriek is toegankelijk op zaterdag 11 september van 14 tot 18 uur en op zondag 12 september van 10 tot 13 uur en van 14 tot 18 uur. Tijdens het Open Monumentenweekend is op sommige locaties vooraf reserveren nodig, in de Gistfabriek is dat niet het geval.
Veel succes Pol met het begeleiden van de bezoekers in het unieke kantoorgebouw van de ‘Gistfabriek’! Vergeet niet ook het belang van architect Maurice De Meester te benadrukken…hij blijft veel te weinig bekend in Brugge.
Brigitte, op zoek naar info omtrent Maurice De Meester vind ik in een hele stapel mappen een ‘dossier’ waarop staat ‘Maurice en Maurice’, weet je nog? Over de architecten Vermeersch en De Meester. Tot mijn verbazing is het al van 2008 geleden dat je mij en Mia Lingier op pad stuurde voor die Open Monumenten-fietstocht.
Dus, wees maar zeker, De Meester krijgt de nodige aandacht.
Jaren 1969 – 1972. ’t Stokersuus bij Marcella (zaliger) in de Langestraat. Uren en nachten heb ik er als student gesleten. En naarmate je er meer en meer thuis werd en aanvaard kon je van onder den toog een witteke vragen van de Gistfabriek. Bij mijn grootouders in De Panne, was het vooral gist van de KGSF voor grootvaders bakkerij. En dan zat ik nog eens 3 jaar op kot in de Langerei. Toch wel enige bindingen en wat nostalgie naar een iconische vestiging in Brugge.
Pol, ik denk dat die mannen van de Nederlandsche Gist- & Spiritusfabriek veeleer hun pinten stonden te hijsen in ‘Café Royal’, op de hoek van de Wulpenstraat en de ’s Gravenstraat. Die bizarre naam ‘Royal’ voor een volkscafé draaide rond de Belgische wetgeving op sterke drank, eind de 19de eeuw. Nadat de Nederlanders hun gist eerst exporteerden, mochten de Belgische stokerijen vanaf 1896 hun gistfabricage ook zelf activeren. De Nederlanders beschikten over de noodzakelijke technologie, de Belgen kenden die niet. De Nederlanders produceerden in Brugge hun ‘Koningsgist’. Aldus ‘café Royal’, afgeleid van de koningsgist. In latere jaren omgetoverd tot kunstkroeg De Vlieghe en nog later tot het spraakmakende ‘Den Uyl’, met ‘Jantje Kokka’ achter de tapkraan (hij werkte bij de Coca Cola).
In Kunstkroeg De Vlieghe nog pinten gepakt met Zjef Vanuytsel waar hij was komen zingen.