Over maskers … en Wim Opbrouck

Beste Wim,
op de Markt is de gevel van het Provinciaal Hof al even van zijn stellingen verlost, tijd om het pand weer open te stellen voor het publiek. Op zoek naar een West-Vlaming om het feestrumoer bij die heropening in min of meer goede banen te leiden, kwamen ze bij jou terecht. En dat lijkt ons … terecht.

Het was de affiche die ‘Over morgen’, dat feest, aankondigt die mij ertoe bracht om je te schrijven. Er is de indringende blik waarmee je ons aankijkt door die buitenmaatse bril. En de vraag ‘Hoe leven we in 2050?’. Maar het ontwerp vindt zijn dynamiek in die ragfijne, witte driehoekjes waarachter je karakterkop schuilt. Wie aandachtig toekijkt, merkt in die lijnen het silhouet van een hoofd. En dat silhouet is niet het jouwe. Het is een masker.
Toen ik dat ontwaarde, wist ik meteen, Wim Opbrouck is de man die mij vooruit kan helpen! Want al een tijdje zit ik met een vraag opgescheept. Een voorstel, eigenlijk, we komen er zo op terug.
Het openingsfeest heet ‘Over morgen, festival van de toekomst’. Dat strakke lijnenmasker verwijst naar dat idee, neem ik aan? Het masker van de mens die ooit één wordt met de robot? Of het masker dat we altijd al dragen en in een verre toekomst zullen afwerpen?

Maskerades zijn van alle tijden. Je bent acteur, Wim, ‘k hoef je niet te vertellen over Shakespeare en al die maskers die opduiken in zijn dramastukken. Ook bij ons kom je ze tegen, er is elk jaar, kort na nieuwjaar, een weekend waarin Venetiaanse carnavalsmaskers door de straten flaneren.
En heeft iemand het dezer dagen over het masker, kan je er donder op zeggen dat het over Ensor gaat, omdat die mens vijfenzeventig jaar geleden overleed. De Oostendenaar bedacht maskers in alle maten en kleuren. Hij schilderde ze vrolijk, grimmig of triest. Maar de meest bevreemdende, Wim, zijn nietszeggende maskers. En met één zo’n masker zit ik momenteel verlegen. Je hoeft het niet ver te zoeken, ’t is bij je buren, vlak naast het Provinciaal Hof.

De gevel van het provinciegebouw, dat weet elke Bruggeling, wordt geflankeerd door twee hoekpanden. Bij de Breidelstraat is er het voormalig postgebouw. En aan de andere kant is er sinds jaar en dag ‘Historium’. Kwam je daar al een keer over de vloer, Wim? Ze maken zich sterk dat je er eeuwen teruggaat in de tijd, al gaat het er behoorlijk hedendaags aan toe, met virtual reality en zo.

Mag het mij verbazen, dat zo’n plek vol nieuwerwetse snufjes de bezoekers verwelkomt met … een stramme ledenpop? Het ding bij de ingang moet een middeleeuwse ‘belleman’ voorstellen, in zijn hand houdt hij een bel waarmee hij af en toe stijfjes rinkelt. En dan roept hij, in een taal of drie, dat je welkom bent en nog een paar dingen. En dat gaat luid, zoals je dat van zo’n omroeper verwacht. Maar ondanks al dat kabaal verroert zijn mond voor geen millimeter. ’t Is een masker, kortom. Een pop die een masker draagt. Beetje zielig.

Zo’n hulpeloos ding, het zou mij niets mogen uitmaken. Ware ’t niet dat wie op de Markt het toeristisch infopunt zoekt, doorverwezen wordt naar … Historium. Dat kantoor zit daar, ergens in een hoekje. Stel je voor, je komt er langs zoals heel veel geïnteresseerde toeristen. Nog voor iemand van de toeristische dienst de kans krijgt om je te verwelkomen, klampt die maffe kerel je aan met zijn roepstem.
We hebben Historium geen lessen te spellen omtrent de wijze waarop ze volk lokken. Maar ik ken niet één zichzelf respecterend toerismekantoor waar je wordt ontvangen door een pop die zo van haar oren maakt.
Zoals wel meer stadsgidsen, wordt ondergetekende door de toeristische dienst nu en dan opgeroepen om daar, op de binnenkoer van Historium, mensen te ontmoeten die de stad willen verkennen. Krijgen mijn collega-gidsen van zo’n gezelschap ook soms de vraag, waarom we bij ons infokantoor zo’n nodeloze luidroeper bij de ingang neerzetten? Leg dat maar een keer uit aan wie voor ’t eerst kennis maakt met onze stad. Enfin, ‘k wil maar zeggen, leve Historium, maar mocht het aan deze jongen liggen, dan huisde het informatiekantoor elders.
Ergens hoorde ik over plannen om op termijn de toerist te informeren in één van de hallenzalen onder ’t belfort. En weet je wat, Wim? In de loop der jaren verhuisde dat infokantoor al meer dan een keer. In 1973, bijvoorbeeld. Weet je waar ze toen terecht kwamen? In die stadshallen!  En waar kwamen ze vandaan? Eén keer raden … van het gebouw dat vandaag Historium heet!

Een concert, een lezing …

De geschiedenis herhaalt zich en soms doet ze daar goed aan, maar ze vraagt geduld.
En hier ben ik nu met mijn pleidooi, zie. Want na het opblinken van ‘jouw’ Provinciaal Hof komt de restauratie van het belfort en de stadshallen in ’t vizier. Een verhaal van lange adem, ge ziet dat van hier. Dus de verhuis van het informatiekantoor is nog lang niet voor morgen.
Mijn voorstel? Wel, Wim, je kan moeilijk ontkennen dat het Provinciaal Hof een bouwwerk is met veel, héél veel ruimte. En het stelde zich in ’t verleden wel vaker open voor allerlei initiatieven. Een concert, een lezing. Soms een tentoonstelling … Dus … Ergens in dat pand moet toch wel wat ademruimte te vinden zijn voor het toeristisch infokantoor van de stad? In zo’n schoon, neogotisch monument, dat zou tot de verbeelding spreken!

’t Is een bescheiden voorstel van een bescheiden stadsgids. Eentje met een niet eens bijzonder dragende stem, laat staan een roepstem zoals die van dat ventje in Historium. Maar daarom kom ik bij jou, Wim, aankloppen. Bij de roerganger van het Provinciaal Hof. Als iemand als Wim Opbrouck een keer zijn stembanden roert, hoop ik, wie weet, komt er dan wat van. Van een ruim bemeten informatiepost, in een pand dat iets van de glorie van de stad in zich draagt.
En zonder belabberde poppenkast bij de toegang.
Slagen we daarin, Wim, dan heb je er eentje van mij tegoed. Zoals ik je Bourgondische natuur ietwat meen in te schatten, sla je een verkenning van een paar dorstlessende adressen niet in de wind. Je bent van Bavikhove, hé? Dus kwam je hier in je jonge jaren

… soms een tentoonstelling.

ongetwijfeld wel een keer de bloemen buiten zetten, wed ik. Waar ging je dan langs? Je muzikale achtergrond indachtig, zie ik je aan de toog in de Kelk in zijn glorietijd of in De Kroon van lang geleden. Of in de Versteende Nacht, waar je met patron Daniël een boompje kon opzetten over jazz. Er is veel veranderd, sindsdien, Wim. De Kroon is prooi van de sloophamer en de Versteende al lang geen café meer.
Maar Daniël, over hem moet ik je nog wat vertellen. Iets dat, nu ik eraan denk, verrassend wil aansluiten bij dat discours van mij. Er zijn, daarvan hoef ik je niet te overtuigen, van die mensen die zichzelf blijven heruitvinden. Daniël van de Versteende

… in het voormalig klooster van de Rode Nonnen … foto Fran Osteux

Nacht is er zo eentje. Is al jaren in de weer met schilderen en andere plastische creativiteit. Dus mocht je, in alle drukte omtrent ’t Provinciaal Hof, nog even vrij hebben, je vindt Daniël in het voormalig klooster van de Rode Nonnen in de Katelijnestraat. Daar is ie nog tot eind dit weekend present met zijn jongste kunstwerken. Je gelooft het amper … het is iets met maskers.

Daniël Dehulster, ’50 shades of me’ … https://www.visitbruges.be/nl/agenda/evenementenkalender/50-shades-me-rode-nonnen-brugge

This entry was posted in Het Brugge van nu, Van Brugse politiek, Van feesten en vieren, Van schilderen en plaasteren, Van toeristen. Bookmark the permalink.

7 Responses to Over maskers … en Wim Opbrouck

  1. Daniël Dehulster says:

    Bedankt Pol voor dit alweer mooi betoog en jouw bezoek!

  2. Boudewijn Vanhouteghem says:

    Pol, je oproep kan ik absoluut ondersteunen! Begin dit jaar ging ik ook even langs in het toeristisch informatiepunt in Historium en vond het voor een stad als Brugge maar niks, zelfs verwarrend want je zou er meteen je toegangsticket voor het Historium willen aankopen… niet dus.
    En ja, o ironie, misschien herhaalt de geschiedenis van het toeristisch informatiepunt zich in het komende decennium.

  3. Johny RECOUR says:

    Donderdag 16 november 2023 had het 45e Galaconcert van het Provinciecommando W-VL plaats, waar wij op een paar na steeds aanwezig waren. Dit keer met als gastvedette Wim Opbrouck, die je wel een ’touche-à-tout’ mag noemen.
    Wat hij allemaal kan en doet! De moeite om hem bezig te zien en te horen.
    Benevens dat ik de benedenverdieping van Historium van buiten en van binnen ken. In 1972 werkte ik er als seizoenpersoneel olv Raf Dussauchoit in de toenmalige Dienst voor Toerisme.
    Ik leerde er mijn echtgenote Daisy Scohy kennen, omzeggens kind aan huis bij Raf en Denise, die gedurende 40 jaar voor ‘Toerisme Brugge’ actief was. Dus herinneringen à volonté en ondertussen 50 jaar getrouwd, dankzij ‘Toerisme Brugge’.

  4. Johan Quintens says:

    In het begin van mijn carrière als ambtenaar bij de RVA gingen wij ’s middags eten in het restaurant van het Ministerie van Financiën dat gevestigd was waar nu Historium is. Ik herinner mij nog de eetzaal met fresco’s aan de muren. Alle ambtenaren, zowel federaal als Vlaams, konden daar gaan eten.
    Die muurschilderijen waren een ode aan de arbeid, zoals hoogovens en koolmijnen.
    Dat was een beetje in de stijl zoals in de wachtzaal van het Brugs station.

    • Pol Martens says:

      Wat zou van die muurschilderijen geworden zijn, Johan?
      Zoals je ze beschrijft, doen de thema’s mij inderdaad heel erg denken aan wat René De Pauw realiseerde in de wachtzaal van het station.
      Ik herinner mij, dat in het Brugse Vrije op de Burg in één van de zalen een paneel van De Pauw hangt, maar ik weet niet meer precies wat het voorstelt en al helemaal niet of het mogelijks daar vandaan kan komen.

      • Johan Quintens says:

        Dag Pol, ik weet het niet. In het beste geval bestaan ze nog en zitten ze achter panelen die Historium geplaatst heeft. Ik hoop het. Heb je geen contact bij Historium die je verder zou kunnen helpen?

        • Pol Martens says:

          Inmiddels vond ik op mijn pc foto’s terug van de panelen van René De Pauw in het Brugse Vrije, maar die taferelen hebben betrekking op ons middeleeuws verleden. Dus in die richting hoeven we niet te zoeken.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *