Tony Willems, Simon Bening en een nieuwe kraan op het Kraanplein

Weet u nog, de stadskraan die de leerlingen van het VTI bouwden? De reconstructie van het houten monument was een blikvanger in ons straatbeeld, toen in 2002 Brugge Culturele Hoofdstad van Europa mocht spelen.
’t Was een jaar dat herinneringen opriep aan de èchte gloriejaren, de middeleeuwen, toen de stad handelsvolk uit de vier windstreken over de vloer kreeg. Toen het Zwin de oprijlaan was waarlangs zeeschepen tot in Damme en Sluis zeilden. De vracht die ze aanbrachten werden langs een verre voorloper van de Damse Vaart tot in Brugge gebracht. En voor het lossen van die spullen diende dus die kraan. Simon Bening was toen een befaamd miniaturist, zo’n knaap die dure boeken verfraaide met piepkleine schilderijtjes. Op één van zijn minutieuze prentjes zie je de stadskraan in volle glorie en werking.

Dat miniatuur werd het campagnebeeld van een tentoonstelling waarmee Brugge terugblikte op zijn florissante handelsverleden, een expositie met de naam ‘Hanze@Medici’. Dat was in dat Brugse pronkjaar 2002. Zo’n titel met een apenstaartje erin oogde lekker trendy, in dagen waarin het internet zich aandiende als hèt nieuwe ding. En op de affiche lieten ze één van de figuurtjes zeggen ‘Ik mail je morgen mijn offerte’. Zo van, kijk eens, we zijn dan wel een oude stad, maar wel mee met onze tijd!
Vandaag hebben we nog altijd een straatje dat Kraanrei heet. Stiekem onder de grond loopt daarlangs nog een waterloop. En wij, we hebben een goeie reden om hier ons aller Tony Willems ter sprake te brengen. Tony, in zijn gloriedagen gekend als regisseur van stoeten en processies, heeft een boontje voor die ondergrondse reie en wil de stad over de streep halen om dat waterloopje deels weer open te leggen.

Komt daar iets van terecht, dan hoort u het van ons, maar in afwachting stroomt dat stille water braaf onder het huidige Kraanpleintje door. Op de miniatuur van Simon Bening zie je hoe de stadskraan daar vlakbij dient voor het lossen van wijnvaten. En terwijl de ‘kraankinderen’ zich in het kraanwiel in ’t zweet werken, wordt lustig wijn geproefd.

Dorst? ’t Was in de buurt van het Kraanplein dat je moest zijn! En kijk, sindsdien is dat pleintje altijd dorstig gebleven. Weten we van diezelfde Tony Willems, die daar in zijn jonge jaren in de befaamde Korrekelder, het miniatuurtheatertje, in de weer was. Toneelmens, wat wil je. Laatst vertelde hij ons hoe toeschouwers èn acteurs in dat krappe keldertheatertje noodgedwongen langs de enige toegang binnen en buiten wandelden … voorbij de bar. Hoe je als acteur, eenmaal de schmink  van je snoet gewassen, geen andere keuze had dan met je toeschouwers aan de toog te blijven hangen. Dorstige buurt, het Kraanplein.



En dan vermelden we nog de Vuurmolen niet. Vele jaren lang dè stek waar je als Bruggeling ging feesten, doorzakken, een lief versieren of dat lief de bons geven en een ander lief binnendoen. En pinten drinken, dus. Tot een handvol jaren geleden, toen in de Vuurmolen het laatste lege vat werd buiten gedragen. Het Kraanplein bleef achter, verweesd en dorstig.
Maar ziet, de voorbije maanden werd dat stukje Brugge heraangelegd. En vandaag doet die hoek zijn reputatie opnieuw alle eer aan, kan je er weer terecht voor leute, vertier en bier. Ook weer in de Vuurmolen, hèt voormalige ankerpunt, dat zopas een nieuwe naam kreeg èn een heel nieuw elan. Het is, als vanouds, weer een plek waar je je dorst laven kan.
Dus ja, er is een gloednieuwe kraan op het Kraanplein.
Een tapkraan is ook een kraan. Toch?

This entry was posted in Het Brugge van nu, Het Brugge van toen, Over toneel, Van feesten en vieren, Van stoeten en processies. Bookmark the permalink.

8 Responses to Tony Willems, Simon Bening en een nieuwe kraan op het Kraanplein

  1. Rika says:

    Waar de nieuwe naam voor de Vuurmolen vandaan komt, heb ik kunnen lezen. Misschien weet jij ook waar “de Vuurmolen” naar verwijst, Pol?

    Mooie affiche van Lady Godiva in de typische stijl van Jeanine Behaeghel.

    • Pol Martens says:

      Rika, een ‘vuurmolen’ was een maalderij die werd aangedreven door stoomkracht. Of op die plek ooit zo’n tuig te vinden was, lijkt mij te betwijfelen.
      In één van zijn fameuze fotoboeken vertelt Jaak A. Rau over het Kraanplein als ‘de kleine kiekenmarkt’. Waarbij hij een foto uit 1971 voegt, met een verkoper die zijn pluimvee aan de man brengt.
      Jaak noemt het ‘de laatste stuiptrekkingen van de kiekenmarkt’. In de achtergrond zie je onmiskenbaar de Vuurmolen.
      Over dat pand in nog vroegere tijden meldt Jaak: “De Vuurmolen was destijds opgesplitst in twee zaken waarvan het gedeelte links ‘De Witte Engel’ noemde.”
      Dat West-Vlaams gebruik van het werkwoord ‘noemde’ komt, voor alle duidelijkheid, op rekening van Jaak.

  2. Ulrike says:

    O nostalgie, je prikt mijn lijf …
    En ja, op het Kraanplein werd de kraan in brand gestoken, door een blijkbaar misnoegde buurtbewoner. Toen dit nieuws uitlekte, en veel nieuwtjes genereerde en brandstichter viseerde, werd de pers gemuilkorfd. Een gerechtelijke vervolging is er nooit van gekomen, het mysterie dwaalt nog steeds rond. In ’t geniep werd een nieuwe kraan gebouwd en na 2002 ergens aan de Gistfabriek gestald.
    Tony Willems, een begenadigd visionair en ongemeen strenge stoetenbouwer, kleurde de talrijke recepties met zijn alomaanwezigheid in spijs en drank, Bourgondiër voor eens en altijd. Een fijne man, een heerlijke man waar je veel van leren kan.
    Ter ere en glorie. Dankjewel, Tony!

  3. Heel leuk om te lezen en zich in te denken, op dat pleintje te zijn.

  4. Johny RECOUR says:

    Herinneringen aan de Korrekelder en de legendarische sketch van Gerard Vermeersch
    en de Kwaremont, maar ook zoveel meer. Wie het niet heeft meegemaakt heeft ook geen
    nostalgie.

  5. Willy says:

    2002 Was het jaar dat ik Brugge het vaakst bezocht. Wat was er toen veel moois te zien en beleven. De kleurrijke poster van Hanze@Medici zit hier nog altijd in een lijst te pronken. Een Duitse versie kreeg ik mee. Ik vond die tentoonstelling geweldig. En die houten kraan was en stond daar op het plein zo mooi. Ik was blij verrast toen ik jaren later de nieuwe ontdekte, daar aan die kom aan het einde van de Lange Rei.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *