Afscheid van de Fabiolazaal

Je kijkt verbaasd op, wanneer je het leest. Dat ze in het Boudewijnpark van plan zijn om hun lichtjes legendarische feestzaal te slopen. Dè zaal van het Boudewijnpark!
Voor we verder gaan met dit verhaal, komt voor de jongere lezer enige duiding van pas. Het gaat over feest en spektakel in ’t Boudewijnpark, over ontelbare herinneringen van een paar generaties Bruggelingen. Beurzen, buffetten en bierfeesten, concerten, te veel om op te noemen. Ik zou ze niet willen trakteren, de streekgenoten die daar op een fuif of een bal een lief tegen ’t lijf liepen.

De naam ‘Boudewijnpark’ hoeft dan weer geen uitleg, tenslotte spreken Bruggelingen niet van het ‘Boudewijn Seapark’, ze noemen dat oord nog altijd gewoon bij zijn oorspronkelijke doopnaam. Die naam maakt weinig uit, want al kent het pretpark vandaag niet meer de uitstraling van weleer, het geldt nog altijd als een moeilijk weg te denken hoek van de stad.
Dat is eigenlijk al zo sinds het verre 1971.

Héla, wacht eens even, oppert de attente Bruggekenner bij het lezen van dat jaartal, het Boudewijnpark opende toch al veel eerder zijn poorten?
En dat is nog waar ook.
Maar toen Michel Van Maele in de zomer van 1963 het feestlint van ‘zijn’ park doorknipte, deed hij dat nog niet als burgemeester van Brugge. In die dagen was hij burgervader van de nog zelfstandige gemeente Sint-Michiels. Pas acht jaar later, vanaf januari 1971 werd Sint-Michiels, samen met de andere randgemeenten, door het nieuwe Groot Brugge ingepalmd. En dus kwam het Boudewijnpark pas dan op Brugs grondgebied te liggen.

Misschien vroeg u zich, net als ik, wel eens af hoe het park ooit aan zijn naam kwam. Vandaag zou zo’n pretpark zich ongetwijfeld een meer flashy imago aanmeten. Zou ’t kunnen dat ‘Boudewijnpark’ in de sixties ook al niet bijzonder trendy klonk?
Laten we maar aannemen, dat de stichter zich liet inspireren door de naam van onze toenmalige koning, Boudewijn. Had Van Maele iets met het koningshuis? Daar lijkt het wel op, want kijk. In latere tijden was hij nauw betrokken bij de realisatie van een winkelpand in de Brugse Steenstraat, een doorsteek naar de Zilverstraat. En dat winkelcentrum doopte hij … ‘Alberthall’.
Boudewijn, Albert … hebt u hem?

Mogelijks zoeken we het wat ver, maar dateert Michel Van Maele’s neiging om bij de Saksen-Coburgs op een goed blaadje te staan al niet van jaren eerder? Laten we daarvoor nog een eind verder terugkeren in de tijd.
’t Is zondag 31 mei 1953. De stad Brugge maakt zich op voor een grootse, feestelijke gebeurtenis. De jonge koning Boudewijn komt! Zoals het een nieuwe vorst betaamt, maakt Boudewijn, die niet lang daarvoor zijn vader opvolgde, zijn officiële ‘blijde intrede‘ in de stad!

Het staatshoofd komt per trein naar Brugge en dus maakt de toenmalige burgemeester der stede, Victor Van Hoestenberghe, zich op om de koning bij het station te verwelkomen. Maar daar steekt iemand een stokje voor. Die iemand is de burgemeester van buurgemeente Sint-Michiels. Immers, Michel Van Maele – jawel, hij! – oppert een niet onbelangrijke bedenking.

Het recent gebouwde station van Brugge, waar de koning straks uit de trein stapt, is namelijk gebouwd op … grondgebied Sint-Michiels! En dus komt het de burgervader van die gemeente toe om de koning te ontvangen. Van Hoestenberghe, ge zijt dan wel burgemeester in Brugge, maar ge moet uw plaats kennen!
Zo geschiede. Terwijl een boogscheut verder een Brugse burgervader stilletjes staat te knarsetanden, wordt het staatshoofd bij het ‘Brugs‘ station verwelkomd door … de burgemeester van Sint Michiels. Die onder veel persaandacht de koning een paard cadeau doet. Welkom in Sint-Michiels, majesteit!
Michel Van Maele weet hoe je je profileert, ook op het hoogste echelon.
Tussen Michel Van Maele en de burgemeester van Brugge komt het niet meer goed. En Van Hoestenberghe’s opvolger, Pierre Vandamme, heeft het ook moeilijk met Van Maele. Enkele verkiezingen later, bij het tot stand komen van Groot Brugge, zal Michel Van Maele zijn partijgenoot zelfs opzij schuiven om zelf de grootstedelijke burgemeesterssjerp te omgorden.

’t Worden de gloriejaren van het Boudewijnpark dat, bij wijze van spreken, op zichzelf zowat de status van deelgemeente verwerft. Met zijn dolfijnen, zijn ijspiste, zijn animatie. En niet in de laatste plaats zijn feestzaal.

Terug naar vandaag. Er gaan en gingen hier bij ons de voorbije dagen een handvol iconische bouwwerken tegen de vlakte. Niet zelden plekken waar de Bruggeling zijn jonge jaren mee vereenzelvigt. In de Boeveriestraat het VTI, dieper in de binnenstad Sint-Andreas. En nu dus, straks, de Oberbayernzaal die de voorbije jaren degradeerde tot een soort stapelruimte.

O ja, jonge lezer, ‘Oberbayenzaal’, dat was de naam van de zaal waarover wij het hier al de hele tijd hebben. Ja, klinkt ook weer oubollig. Je denkt meteen aan schuimende bierkannen en lederhosen. Met haar wanden, getooid met Beierse taferelen, leende de zaal zich daar uitstekend toe.
Maar daar was in de loop van al die jaren veel meer te beleven dan dat.

Brugge viert oudejaar? Een studentenclub of een jeugdbeweging geeft een fuif? Een avond met een Vlaamse vedette of liever een recital van de grootmeester van het Franse chanson, Gilbert Becaud? Op naar ’t Boudewijnpark, naar de Oberbayernzaal!
Waarom Michel Van Maele die naam, Oberbayernzaal, koos? De vraag blijft eeuwig onbeantwoord.
Was hij onze stelling genegen, dat hij een boontje had voor het koningshuis, dan doopte hij die stek in het Boudewijnpark toch op zijn minst ‘Fabiolazaal’?

This entry was posted in Het Brugge van nu, Het Brugge van toen, Van Brugse politiek, Van feesten en vieren, Van zingen en spelen. Bookmark the permalink.

15 Responses to Afscheid van de Fabiolazaal

  1. STEPHAAN VANDEWALLE says:

    Dankjewel voor de leerzame uitleg.
    Mooie posters!!

  2. Johny Recour says:

    Tussen 1987 en 2000 was mijn jongste dochter lid van Boudwijnpark Schaats Club, afdeling kunstschaatsen. Ieder jaar kon een schaatsspektakel, meestal gebaseerd op de nieuwste Disney-film, georganiseerd worden met goedkeuring van Michel Van Maele.
    Voor één van die shows had premier Jean-Luc Dehaene beslist om samen met Célie te komen kijken. De helft van de cafétaria boven de ijspiste moest vrijgehouden worden en burgemeester Van Maele zat er te wachten. Geen spoor van Dehaene.
    Tot hij en Célie in trainingspak langs een zijdeurtje binnen kwamen, terwijl wij de decorstukken voor de show op het ijs aan het opstellen waren.

  3. Geert Sagaert says:

    Boudewijnpark … nostalgie! Met de gemeenteschool van Sint-Michiels elke week gaan zwemmen in hun kleine zwembad, te voet en passeren via drankencentrale… Van Maele. Familie van?
    De ijspiste. Het restaurant met de onmiddellijke doorgang naar de Oberbayernzaal. Een fuif meepikken, oldtimerbeurs gezien, voorstelling van de Cercle-ploeg toen Rodenbach de hoofdsponsor was.
    Maar voor mij vooral … het jaarlijkse kinderfeest van Sinterklaas, georganiseerd door de Middenstand van Sint-Michiels. Mijn vader was DE Sint! Jarenlang herkende ik hem niet. Jaren daarna wel, maar toen moest ik natuurlijk zwijgen voor die honderden andere brave kindjes.
    Oberbayern, familienostalgie!

  4. Richard Ranson says:

    In meer dan één opzicht hield het Boudewijnpark, met zijn infrastructuur waarover de stad Brugge niet beschikte, de vinger aan de pols.
    Na een voorproefje ‘Nationaal Festival van Moderne Muziek’, tijdens de zomermaanden van 1964, waaraan een paar Brugse orkesten deelnamen – The Ricky’s, The Nightflyers – volgde in augustus 1966 de organisatie van het eerste ‘Nationaal Zangfestival’ in het Boudewijnpark, met het TV-weekblad Humo als co-organisator.
    Deze wedstrijd werd gewonnen door het Brugse duo Ghislain Slingeneyer & Rony Kerkhove. Als ‘Duo Slingeneyer’ vulden beide heren ook de voorpagina van Humo dd. 27 oktober 1966.
    Een jaar later volgde de tweede editie van het Nationaal Zangfestival in het Boudewijnpark, wat de aanzet zou betekenen van “HUMO’s ROCK RALLY”.
    Net zo goed beschikte het Boudewijnpark over een eigen kunstgalerij, waar in juli 1971 ‘Liradiwa’ werd georganiseerd. Het was de enige ‘Popart’-tentoonstelling ooit in Brugge, gebaseerd op de visionaire en fabelachtige collectie van de Brugse dokter Hubert Peeters.
    De naam ‘Liradiwa’ ontstond uit een samentrekking van vier belangrijke Amerikaanse Popart-kunstenaars … Roy Lichtenstein, Robert Rauschenberg, Jim Dine en Andy Warhol.
    Tegenover de talrijke ambities van het levendige Boudewijnpark bleef het steeds een tamme bedoening in het kneuterige Brugge. Toen Michel Van Maele in 1976 de gemeenteraadsverkiezing verloor, en Frank Van Acker als nieuwe burgemeester de fakkel overnam, werden meteen alle plannen om in Brugge een internationaal relevant Popart Museum te openen van de tafel geveegd.
    Dokter Hubert Peeters verkaste toen ook naar Brussel. In 2015 deed hij zijn Popart-collectie gedeeltelijk van de hand via het veilinghuis Christies. De globale verkoop bracht een paar miljard op, uitgedrukt in Belgische franken.

  5. Johny Recour says:

    Jarenlang Ghislain Slingeneyer ‘gevolgd’ als opvolger van Eddy Dorsan zijn Westvlaamse Big Band, daarna geleid door André Jean Olstein en omgevormd tot de Swing Time Society.

    • Richard Ranson says:

      De Brugse dirigent Eddy Dorsan speelde met zijn grote dansorkesten de openingsconcerten van zowel het Jagershof te Sint Andries, 1961, als het Schuttershof in Sint Kruis, 1964. Maar het orkest viel in die periode ook te beleven in de zalen van Ter Groene Poorte en het Boudewijnpark.
      In het Boudewijnpark organiseerde dansschool Rose De Leyn danscursussen voor gehuwden en paren, op 450 vierkante meter parketvloer. Met dat lessenpakket in de benen kon je als koppel goed uit de voeten tijdens de dansconcerten van Eddy Dorsan!
      Door de opkomst van de populaire Twist, die men op haar of zijn eentje kon dansen, verdween vanaf 1962 de belangstelling voor het dansen met een partner. Tegenover de traditionele dansorkesten zette dit de opmars in van de luisterorkesten, zoals de Westvlaamse Big Band daarvan een voorbeeld was. Na Eddy Dorsan nam André Jean Muls, aka Jonathan Olstein het dirigeerstokje van de Big Band over. Pas later, periode 2006-2020 volgde Ghislain Slingeneyer die Swing Time Society enige tijd onder handen nam.
      Momenteel wordt deze Big Band geleid door trompettist Eric Verhaeghe.

  6. Dries says:

    Wat ik mij herinner uit de prille beginjaren van het Boudewijnpark … aan de ingang van het park stond toen een torengebouw, dat al vlug de naam kreeg van ‘de Halletoren van Van Maele’.
    En ook nog dit. De parkeerfaciliteiten in en rond het Boudewijnpark waren toen zo chaotisch, dat de politie bij avondevenementen vaak vaststellingen moest doen nopens schade aan koetswerken.

  7. Peter Bultinck says:

    Beste Pol,
    laten we maar aannemen, dat de stichter zich liet inspireren door de naam van onze toenmalige koning, Boudewijn. ‘Had Van Maele iets met het koningshuis?’ oppert u.
    Welnu. Koning Boudewijn werd in het naar hem genoemde Boudewijnpark door Michel Van Maele ontvangen op 23 oktober 1970. Leden van tal van Brugse (sport)verenigingen werden toen door Van Maele aan de vorst voorgesteld. Dit bezoek is niet onopgemerkt gebleven. Immers, enkele Brugse fotografen maakten van het bezoek uitgebreide fotoreportages. Dat waren de fotografen Coopman (Brugge), Jos. Sanders (Sint-Michiels), Maurice Platteeuw (Brugge).
    Er was ook een beroepsfotograaf aanwezig van buiten Brugge, die toen al grote naamsbekendheid had in binnen- en buitenland. Die naam houd ik voorlopig liever nog even voor mezelf.
    Hun omvangrijke fotoreportages van het koninklijk bezoek werden door Roland Van Maele (broer van) op 13 februari 2004 aan het Brugse stadsarchief geschonken. De fotoreportages werden, samen met ander beeldmateriaal uit de algemene fotoverzameling van het Stadsarchief, heel recent gedigitaliseerd voor ontsluiting op Beeldbank Brugge.
    Wij hopen daar nog dit najaar werk van te kunnen maken en een deel van dit beeldmateriaal on line te kunnen zetten.
    Met vriendelijke groeten,
    Peter Bultinck

    • Pol Martens says:

      Bedankt, Peter, voor je aanvulling vanuit het stadsarchief. Dat bezoek van onze vorst aan het Boudewijnpark was mij overigens volslagen onbekend.
      Het lijkt alvast mijn veronderstelling te bevestigen, dat Michel Van Maele zijn positie tegenover de koninklijke familie van groot belang achtte.
      Ik herinner mij in de stadsschouwburg, bij het zomerproject ‘De schouwburg vertelt’, een foto waarop Van Maele daar in de foyer aan de babbel is met de toenmalige prins Albert.
      Het lijkt een behoorlijk amicaal onderonsje, waarbij de ongetwijfeld trotse Bruggeling een vuurtje aanreikt voor de prins, wanneer die een sigaret bovenhaalt.
      Ik neem aan dat die foto ook afkomstig is uit het stadsarchief.

      • Peter Bultinck says:

        Beste Pol, ja, die foto met prins Albert bevindt zich eveneens in de algemene fotoverzameling van het Stadsarchief. Foto uit een fotoreportage, afkomstig uit een album, eveneens geschonken door Roland Van Maele.
        Inventarisnummer ALB_13_022 / ALB/13/022 (Beeldbank Brugge) ‘Europees Jaar van het bouwkundig erfgoed 1975’
        Omschrijving : “Zowel op de openings- als de slotzitting was prins Albert aanwezig. Deze foto werd genomen in de kleine foyer van de Stadsschouwburg. We zien burgemeester Michel Van Maele in gezelschap van prins Albert. Van Maele krijgt een vuurtje van prins Albert.”
        Met vriendelijke groet, Peter Bultinck

  8. Dries says:

    De ‘Blijde Intrede’ van koning Boudewijn in Brugge, 31 mei 1953 … Toen de trein aan het station arriveerde, werd hij opgewacht door Michel Van Maele, die de jonge vorst als geschenk een … paard wist te over te maken. Toen reeds was dat om in de verf te zetten, dat het station zich wel degelijk in Sint Michiels bevond. Het onverwachte cadeau wist zelfs een lach te toveren op het gezicht van “le roi triste”. Wat ik echter niet begrijp, is de commentaar bij de desbetreffende beeldbankfoto “dat kort daarna het station Brugs grondgebied werd”. Kort daarna: dus nog voor de Grootbrugse fusie?

  9. Johny RECOUR says:

    Wat mij eveneens is bijgebleven, een bijeenkomst op het terras van Oud Sint Jan waar ik beroepshalve naartoe ging.
    En Bernard Logghe zaliger, destijds directeur van ’t Boudewijnpark, ineens rechtstond en ons enigszins verplichtte hetzelfde te doen, want “De burgemeester is daar!”, alhoewel Van Maele het al jaren niet meer was.
    De rest van het gezelschap wist niet eens over wie het ging.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *