Anselm Adornes, de roadtrip naar Jeruzalem

Dat mijn passage vanmorgen, in de krantenwinkel waar ik buiten wandel met de jongste Humo onder de arm, aanvoelt als een trip down memory lane, vergt wat toelichting.
Daartoe neem ik de lezer graag mee naar vroeger tijden.
’t Is voorjaar en in de schuur van mijn kinderjaren kan je niet om een chaotisch gestapelde berg papier heen. ’t Is weer ‘papierslag’! In het dorp gaat een jeugdbeweging van deur tot deur om papier in te zamelen. Papier is goed voor wat centen en de bescheiden opbrengst is allicht van nut voor één of ander zomerkamp. En dus geeft iedereen graag wat mee. Inpakpapier, het vuistdikke telefoonboek van het voorbije jaar, gazetten, tijdschriften. Er is nog lang geen sprake van de ophaaldienst van de gemeente die om de week papierafval meeneemt. Papier belandt in de stoof of waar dan ook. Maar in de lente is er steevast ‘papierslag’ en de buit wordt bijeengebracht bij ons thuis.

En wij, nieuwsgierige knaapjes, spenderen onze woensdagmiddag bovenop die papierberg – die lijkt in onze kinderoogjes huizenhoog. We zoeken en vinden er van alles dat ons boeit. Weekbladen met stripverhalen erin. En, tussen vrouwenbladen, kranten en ander serieus leesvoer, ook een heleboel Humo’s. Die we nauwgezet doorbladeren.
Want midden in elke Humo vind je een twee pagina’s grote foto. En die spreekt niet zelden tot onze verbeelding. De zanger van ’t moment of een filmster, Natalie Wood in bikini of Brigitte Bardot … Waarom de piepjonge snotneuzen die we zijn daarvan opkijken? We hebben een blozend vermoeden.
En dan, ineens, kijk hier! Batman! Onze onkreukbare held van op televisie en zijn kompaan Robin! Mijn buurjongen en ik, allebei verzot op de kostbare kleurenprent. Maar wie neemt ze mee? In een vlaag van wijsheid laten we de beslissing aan mijn oudere zus. Die ons een cijfer laat raden dat ze in potlood neerschrijft op een krant. Ik raad het. Vastgepind met duimspijkers belanden Batman en Robin in mijn slaapkamer, boven mijn nachttafeltje.

In latere dagen zou Humo nog af en toe mijn pad kruisen. In de zomers van onze jeugdjaren, wanneer Rock Torhout er aan komt. Omdat alles over het festival in dat blad te lezen staat.
Maar de tijd doet wat hij altijd doet, we zien de jaren en onszelf voorbijglijden tot waar we vandaag staan. Humo ligt nog elke week in de krantenwinkel, maar inmiddels verdiept deze ouderling zich in andere papieren wijsheid.
Zo herbergt zijn boekenkast, weliswaar bescheiden in omvang, nogal wat leesvoer omtrent zijn stad. En kwam hij onlangs thuis met weer een boek over eigen heimat, ‘Een hemels Jeruzalem in Brugge’. Over de Jeruzalemkapel en de bouwmeester van dat gebedshuis, Anselm Adornes.
Twee Bruggelingen met kennis van zaken, Noël Geirnaert en Jan Dumolyn, beten zich vast in die historie, wat resulteerde in een kloek boek. Een ferme boterham, propvol doorwrochte wetenswaardigheden over de lotgevallen van een avontuurlijk man en zijn prominente aanwezigheid in het middeleeuwse Brugge. Met zijn harde kaft, waarmee het zich een tijdloos elan aanmeet, staat het boek ook in letterlijke zin voor een gewichtig werk.

Op het Adornesdomein, in de schaduw van de Jeruzalemkapel, loopt overigens een kleine tentoonstelling over de reislust van Anselm Adornes, die een flink stuk van de toen bekende wereld afdweilde. Met een bij wijlen tumultueuze bedevaart naar Jeruzalem als absoluut huzarenstuk.
De expositie biedt een verrassend brede kijk op die hachelijke onderneming. En er komt meer aan bod dan enkel devotionele of geopolitieke duiding. Zo lees je in het bewaard gebleven verslag van die bedevaart hoe Anselm en zijn reisgenoten een tijd blijven rondhangen in Venetië. Daar is sprake van ‘zakencontacten, bals èn carnaval’. Het Italiaans schiereiland valt overigens in de smaak, omtrent Napels vinden ze de aanwezigheid van ‘veel schone vrouwen’ het vermelden waard. Anselm reisde niet enkel de wereld rond, hij wàs ook een man van de wereld.
Wat niet weinig contrasteert met de godvruchtige ernst die uitgaat van zijn pas gerestaureerde grafmonument in de kapel. De handen gevouwen in gebed, in stenen stilte hemelwaarts starend, liggen Anselm en zijn eega er schouder aan schouder.

Roerloos, zoals op dit eigenste moment ook het pas verschenen boek en de jongste Humo hier zusterlijk bijeen liggen op mijn bureau. Of boek en blad iets met mekaar van doen hebben? Wel, ’t waren de centen die ik voor het boek neerlegde die mij op het idee brachten om ook de Humo aan te schaffen. Na wat ik voor mijn boekenaanwinst spendeerde, konden de vier en een halve euro voor het weekblad er nog net af.

Want bij thuiskomst van de boekhandel was er de bedenking, voor dat boekwerk van de heren Geirnaert en Dumolyn leg ik net geen zestig euro neer. Is dat niet ietwat aan de dure kant? Heeft deze jongen het bij ’t rechte eind? Een onpartijdige afweging dringt zich op. En zodoende haalde hij bij de krantenmadam de Humo van deze week. Kampend met de vraag wat het meest kost, het dikke boek of het blad dat in zijn jeugdjaren gold als toonaangevend. Het antwoord kwam uit volstrekt onpartijdige èn onverwachte hoek. De hoek van het aanrecht in onze keuken, waar een weegschaaltje staat. De prijs per kilo, kan het objectiever? Alle papier is papier, tenslotte.
Ziehier de resultaten, weliswaar niet bevestigd door een deurwaarder maar in alle ernst waargenomen. Mijn nieuwe boek weegt één kilogram en achthonderd gram. Goed voor 33 euro per kilo. De Humo – spannend! – weegt 270 gram. Eén kilo Humo kost 17 euro. Conclusie? Al is de kans gering dat het weekblad straks in mijn boekenkast pronkt tussen brede boekbanden … Jan, Noël, voor jullie boek spendeert de consument meer per kilo dan voor de nochtans in sommige middens nog altijd hoog aangeschreven periodiek, genaamd Humo. ’t Is maar dat ge ’t weet.

Anderzijds, vergeleken met wat Anselm Adornes destijds betaalde om zijn bibliotheek te vullen, is uw schrijfsel een koopje. Alleen wie het helemaal gemaakt had, kon zich een boek permitteren. Zo’n manuscript, verfraaid met miniaturen, een lederen band eromheen.
Maar wacht eens even … De boekdrukkunst, de opkomst van die vinding heeft Anselm toch ook nog meegemaakt? Gedrukte boeken, het nieuwste van ‘t nieuwste!
Ook tijdschriften? Dat Anselm in de krantenwinkel op de hoek, daar in Sint-Anna, de Humo ging halen? De kans lijkt mij eerder gering.
Trouwens, in zijn gloriedagen was Adornes zonder meer een Bekende Vlaming! Na zijn spectaculaire trip naar Jeruzalem had Humo hem ongetwijfeld gestrikt voor een exclusief interview. ‘k Zie het blad zo voor mij. Met op de cover de globetrotter die zijn belevenissen uit de doeken doet. Een vraaggesprek met – dat is het weekblad aan zichzelf verplicht – af en toe wat spitante wetenswaardigheden.
‘Deze week in Humo, alles over Anselm Adornes!‘ Wie van de huisschrijvers van het blad laten we dat interview afnemen? Doe maar iemand die het met breedvoerige appetijt kan verwoorden. Delphine Lecompte?

Over de tentoonstelling ‘600 jaar Anselm Adornes’ leest u hier: https://www.adornes.org/
Een hemels Jeruzalem in Brugge’, het boek, verscheen bij uitgeverij Hannibal.

This entry was posted in Het Brugge van toen, Van boeken en schrijven, Van wielen en op weg zijn. Bookmark the permalink.

2 Responses to Anselm Adornes, de roadtrip naar Jeruzalem

  1. Dirk Michiels says:

    Ik heb het boek nog niet gelezen maar de tento wel bezocht.
    Het einde van Anselm was veel minder fraai. Hij werd beschuldigd van een belangrijke diefstal met alle gevolgen van dien. Toch een brede, grote, schandelijke vlek op zijn zo bejubeld en exceptioneel leven, reis naar Jeruzalem incluis.
    Maar het is zeker verdiend en het verdient alle lof dat daar nu de aandacht aan besteed wordt. Die de kapel en het ganse domein verdienen, mede door de inspanningen van de familie de Limburg Stirum, om het geheel te behoeden voor verval en dit uniek stukje erfgoed voor het nageslacht te bewaren.

    • Schamper says:

      Was het luxeleven van zo’n mensen niet één en al diefstal? Opdat meneer zich een uitstap van maanden zou kunnen veroorloven, werkten op het thuisfront Jantje en Mietje zich in bedenkelijke omstandigheden uit de naad om dat soort gekheden te financieren. Over hem worden boeken vol geschreven. Over Jantje en Mietje?

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *