Brood en spelen in het Grootseminarie

‘Panem nostrum quotidianum da nobis hodie’ … Nu heb ik het gevonden, ge begint met een handvol Latijn en mensen denken, die is lang naar school geweest. Maar geloof het of niet, dit zinnetje zat echt nog in mijn hoofd. En misschien ook wel in dat van u, want in ’t schoon Nederlands staat er ‘Geef ons heden ons dagelijks brood’. Juist, ja, uit het Onze Vader. En samen met andere oudjes herinner ik mij iets van de Latijnse tekst, zoals we ze als kind mee mompelden in de mis.
We sloegen geen acht op wat het betekende, al betrof het woorden van redelijk belang. Wij aanbidden u, God, en gij zorgt voor het nodige brood op de plank, een treffelijke deal.

Hoe dat gezang uit mijn kinderjaren zomaar kwam aanwaaien? Wel, dit weekend kon wie dat wou, op hoog culinair niveau zijn honger stillen in de imposante tuinen van het Grootseminarie, aan de Potterierei. Kookeet, de jaarlijkse hoogmis voor fijnproevers, streek er voor het eerst neer. En wie weet, hoor je daar mits geduldig luisteren, langs de hoge muren nog een vage echo van plechtstatig Gregoriaans gezang.
Want in de middeleeuwen was dit pand een soort pied à terre van de prestigieuze Duinenabdij in Koksijde. In de zeventiende eeuw pakten die paters daar in de polders trouwens hun spullen en verhuisden voor goed naar dit veiliger oord in de binnenstad. In de jaren 1830 werd het de ‘school‘ waar je voor priester leerde, het seminarie. Om maar te zeggen, Latijn gold hier eeuwenlang als lokaal dialect.

Panem nostum, dus, met Kookeet. De proevertjeskermis, in 2011 een eerste keer gehouden op de Markt, verhuisde later naar het plein aan de balkonrotonde, bij het station. Maar dit jaar sloegen ze dus hun tenten op in de voormalige Duinenabdij. Waar je mits betaling kon vaststellen dat simpel panem nostum iets is voor dutsen die zich geen treffelijke oesters met champagne kunnen veroorloven.

Het Grootseminarie leerde ik kennen in de aanloop naar ‘Besloten Wereld, Open Boeken’. ’t Was in het voor gidsen nog altijd legendarische Culturele Hoofdstad-jaar 2002. Als nog niet eens zo lang ‘afgestudeerde’ stadsgids de gelegenheid krijgen om op die tentoonstelling bezoekers rond te leiden, ’t waren hoogdagen. We maakten kennis met een greep actuele kunst. Zagen er voor het eerst werk van David Claerbout en werden in de kerk verrast door de duiven van Jose Maria Sicilia. En boven alles verdronken we in het adembenemende, eeuwenoude boekenarsenaal van die plek.

Panden die bogen op een religieus verleden, we hebben er op overschot en zitten er stilaan mee verlegen. Ook dit abdijcomplex zoekt vandaag zijn weg. Met een invulling waar niet iedereen zicht op heeft. Dat er zoiets bestaat als de Universiteit van de Verenigde Naties, hoeveel Bruggelingen weten dat? Laat staan dat die instelling een deel van het seminarie in gebruik heeft. Ook het Europacollege doet er één en ander, liet ik mij vertellen.
Dat de tuinen en weiden achter de gebouwen elke zomer worden ingepalmd door Cirque Plus, da’s al meer bekend. ‘Als er in het stadscentrum van Brugge één plaats is waar je je op de buiten waant, is het daar’, staat er op de website van Kookeet en op dat punt hebben ze alvast overschot van gelijk.


Cirque Plus, dat zijn acrobaten en clowns die een kloostertuin op stelten zetten … Af en toe een keer de dagelijkse sleur weglachen? Dat soort zottigheden dient daarvoor.
Trouwens, soms hebben de fratsen van zo’n podiumvolk meer diepgang dan het uitgebluste gezang van een devote samenscholing. Wie, ik zeg maar wat, ooit een voorstelling van Circus Ronaldo meemaakte, weet dat.

Het Brugs Grootseminarie, plaats voor culinair genot èn circus. Of, voor wie er nog eentje wil … ‘Panem et circenses’, brood en spelen.
Dit keer kon je er dus, midden de pastorale charme van fruitbomen, langs gaan bij Kookeet. Proeven van lekkernijen, kostelijk in meer dan één betekenis. Geruchten als zouden een paar gerenommeerde chefs dit keer forfait geven, gooiden wat roet in het ongetwijfeld voortreffelijke eten. Jammer voor wie daaraan tilt. Ze moesten het met een paar meesterkoks minder doen. Gewichtig probleem? Kom er maar een keer mee af bij wie thuis aan de keukentafel zijn schamele centen bijeen raapt voor wat panem nostrum.

This entry was posted in Het Brugge van nu, Van boeken en schrijven, Van feesten en vieren, Van proeven en smaken, Van schilderen en plaasteren. Bookmark the permalink.

4 Responses to Brood en spelen in het Grootseminarie

  1. Richard Ranson says:

    Pol, je schrijft zeer terecht over ‘Kookeet’ in Grootseminarie “Waar je mits betaling kan vaststellen dat simpel ‘panem nostum’ iets is voor dutsen die zich geen treffelijke oesters met champagne kunnen veroorloven.” De recente versies van Kookeet werden kennelijk te ‘goedkoop’ bevonden wegens een te groot publieksbereik. Dat platvloerse succes wilde men terugdraaien naar een elite van begoede fijnproevers. De betrokken chefs argumenteren dat het eigenlijk gaat om gastronomische teambuilding, want zo leren zij elkaar ‘beter kennen’ (sic) en is het succes van Kookeet verzekerd.
    Dat klinkt vreemd in de oren, in een stad die volop inzet op de kwantiteit van het massatoerisme, en niet op de kwaliteit van het verblijfstoerisme. Daarenboven is Kookeet niet eens zo’n origineel idee. Het concept werd schaamteloos gepikt van Preuvenemint op het Vrijhof in Maastricht, dat sinds 1982 jaarlijks boven de 100.000 culinaire smaakbelevers aanlokt, telkens in de laatste week van augustus. Typisch voor Brugge, dat altijd van anderen kopieert maar nooit eens uitpakt met een eigen origineel initiatief.
    Ik vermoed overigens dat de organisatoren van Kookeet zich in de handen wrijven met de tegenvallende ticketverkoop.
    Behalve de verhoopte bezoekers, die het massaal laten afweten, kampen zij met nog een ander gebrek : een groot personeelstekort – aan kwalitatief geschoold personeel in het bijzonder. Wie zou thans de tienduizenden bezoekers van Kookeet bedienen? Familieleden van de chef in kwestie?
    Op de site van het Grootseminarie, dat traditioneel een centrum voor vorming is, hadden de idealistische chefs van Kookeet net zo goed kunnen uitpakken met een hoogwaardig programma.
    Zoals “Wat doen wij met de voedselverspilling in de wereld?
    En hoe kan hun publiek ‘schaarmaaltijden’ vermijden? Schaarmaaltijden zijn het soort maaltijden waarbij je eerst een schaar nodig hebt om het voedsel uit de plastic verpakking te bevrijden.
    Of waarom besteden deze chefs geen aandacht aan de ecologische voetafdruk van hun producten?
    Zou dat geen profiel kunnen zijn voor een maatschappelijk betrokken imago van Kookeet, tegenover een commercieel imago, onder impuls van een geëngageerd Brugs stadsbestuur?
    Oei, oei, oei… wat wordt dat moeilijk. Kookeet kunnen we maar beter in eigen sop gaar laten koken.

  2. Johny RECOUR says:

    Enkele jaren geleden was er toch een foodtruckfestival in het Koning Albert 1-park? Naar mijn jaren-60-normen een beetje hippy en alternatief, wereldkeukenachtig. De locatie was wat anders dan de rotonde achter het station of ’t Zand. Ik ken mensen die gratis alles gingen proeven want dat was een maaltijd uitgespaard. En andere die de maandag gingen omdat je dan à volonté gratis kon eten.
    Ik dacht dat het originele Kookeet-concept iets was om onze chefs in de kijker te zetten, want ik zat ooit in “Le Procope” in Parijs voor een huwelijksverjaardag en de dames naast ons zeiden ons boudweg “Waarvoor komen jullie naar Parijs met al die schitterende restaurants, met of zonder sterren, in Brugge?” Het weze gezegd.

  3. dries simoens says:

    Vers uit de krant: Kookeet ‘nieuw concept’ lokte dit jaar amper 4.600 bezoekers, in plaats van de verwachte 15.000. Onder meer het toegangsgeld van 10 euro per persoon heeft velen afgeschrikt … kon aan die 10 euro nu echt geen gratis drankje worden verbonden?

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *