Brugge, Brussel … hoezo, Art Nouveau?

Een zonnige zondagochtend op het Vossenplein. Midden die Brusselse rommelmarkt staat ze daar ineens voor mij, na al die jaren. En tot mijn verwondering is ze nog altijd het kokette, slanke figuurtje van toen. Ik kijk naar haar en zucht. Mijn wederhelft merkt mijn verbazing en vraagt wat er scheelt. Hoe zoiets uitleggen? Hoe vertellen dat een simpele vaas je van je stuk brengt, heel even?
Het kleinood brengt mij terug naar de thuis uit mijn jongenstijd. Een interieur zoals je er destijds ontelbare vond. Waar elk ding van alledag, elk meubel en al het decoratieve zijn vaste plaats had, dat gaf rust aan wie er woonde. Daar, op de schouw in de voorkamer, bij het bureautje waaraan ik verondersteld werd mijn huiswerk te maken, stond het vaasje. Wellicht naast een Mariabeeld en een kader met een oude familiefoto. Die herinner ik mij amper, maar wat sprak mij zo aan bij het ranke, lichtgroene vaasje met die geëmailleerde lelies erop?
Een half leven verder staat de jongen van weleer, de knaap met meer verbeelding dan studieijver, onverwacht oog in oog met identiek dezelfde vaas. En nu pas ziet hij, ze heeft iets van een tenger meisje. Dat had ze toen ook. Maak jezelf niks wijs, jongmens, daarom en daarom alleen bleef ze je bij.

Het somptueuze Hotel Hannon

Pas later leerde ik dat er zoiets bestaat als art nouveau. In die bescheiden thuis van ons stond weinig van grote waarde, die vaas was ongetwijfeld gewoon een serieproduct. Maar wie ze maakte, wist van art nouveau. Van de sierlijk ranke ‘zweepslagstijl’ die in de jaren voor de Groote Oorlog heel even de kunstwereld een dromerig florale wending gaf.

Mijn levensgezellin en ik treinen elke zomer wel eens van Brugge naar Brussel en flaneren dan graag langs ’t Vossenplein, moeder van alle rommelmarkten, midden de Marollen. Om er vandaag die vaas te treffen. Jammer, bij nader toezien blijkt ze gebarsten. Wie weet, hoe dikwijls werd ze hier al neergepoot tussen alle andere spullen? Of neem ik ze toch maar mee?

Laat ze maar staan, laat ons van deze trip nu een keer ons Brussels dagje art nouveau maken, wat denk je? Met dat voorstel haalt mijn eega mij over de streep. En dus laat ik, tussen stapels boeken en dozen vol overjaarse spullen het vaasje, dat slanke meisje, achter. Zij begrijpt het, zegt ze.

Privat Livemont stond schouder aan schouder met zijn tijdgenoot Alfons Mucha

Er zijn meerdere Brussels en Sint-Gillis is er één van. Op een handvol straten van het morsige Vossenplein ontvouwt zich een heel andere, statige buurt. Het herenhuis Hotel Hannon opende er pas kortgeleden, na een nog niet helemaal voltooide restauratie, zijn deuren voor ’t publiek. Het somptueuze pand werd in volle bloeitijd van de Art Nouveau gebouwd voor een koppel uit het florissante kringetje rond industrieel Ernest Solvay. Een status die hen toeliet om dit juweel te realiseren. Want een juweel is het, dat hoekhuis waarin elk detail zich schikt naar het gracieuze geheel. Dat het tropisch hardhout dat hun huis sierde slavenwerk vereiste in het verre Belgisch Congo, kwam die gedachte bij hen op? Al het schone heeft zijn schaduwzijde.

Een uurtje stappen van het statige Sint-Gillis naar Schaarbeek, die smeltkroes van mensen en kleuren, loont de moeite. Vooral voor deze afficheliefhebber, want daar loopt in het Maison Autrique, één van de eerste realisaties van art nouveau-meester Victor Horta, een tentoonstelling rond Henri Privat Livemont. Die Belgische schilder-decorateur staat als afficheontwerper schouder aan schouder met zijn tijdgenoot, de legendarische Alfons Mucha. En in het wereldje van art nouveau wil dat wat zeggen.

De dag nadert de avond en wij sporen weer naar ons Brugge. Zware regendruppels striemen de ramen van de trein en mijn gedachten dwalen af naar wat Brugge te bieden heeft omtrent art nouveau. Veel is dat niet, al kan je in de Geldmuntstraat een heel

charmant staaltje aantreffen, een winkelpui van de Brusselse architect Joseph Lenoir. Jawel, nen Brusseleir. Wie als Bruggeling met architectuur in de weer was tekende doorgaans braaf binnen de lijntjes van de neogotiek.

En dan is er nog die eerder voorzichtige poging tot art nouveau in de schaduw van de Onze-Lieve-Vrouwekerk. De gevel van het dubbelhuis ‘Dageraad’ en ‘Avond’, bedacht door Gentenaar Jules-Pascal Ledoux.
Maar omtrent die gevel is al even iets gaande. Iets verontrustends. Eén van de boogvelden, ‘Dageraad’, is al een tijd botweg verdwenen. Weg! Op het resterende cement ontwaar je enkel nog een vaag spoor van wat ooit was.
Iemand die ’t weten kan, vertelde mij dat de oorspronkelijke, vergane figuratie al lang vervangen was door … een op doek geschilderde repliek.

Als terloopse passant merkte je dat niet, maar toen het canvas tijdens een stormnacht scheurde, werd het naar een restauratieatelier gebracht. Als het boogveld wacht op de ook al dringende restauratie van de volledige dubbelgevel, kan dat best nog even duren.
En hoe zit het met art nouveau en Brugse affiches? Ach, in heel mijn collectie is er amper één te vinden, uit 1903. Art nouveau, de niet zo bijster getalenteerde ontwerper had er al

Het markante verhaal achter de affiche, daar komen we bij gelegenheid op terug …

van gehoord, maar daar houdt het ongeveer op. Het markante verhaal achter de affiche, daar komen we bij gelegenheid op terug, maar haar ‘art nouveau-niveau‘ … de betere kindertekening.
De trein die ons dichter bij huis brengt, laat de regen achter zich in het binnenland. Waar ze op een plensnat plein in de Marollen inderhaast hun spullen bijeen rapen en in bananendozen werpen. Haastig en hardhandig. Tè hardhandig voor een broos, gekneusd vaasje. Het breekt. Zal nooit meer terugkeren naar het Vossenplein.
In de trein staar ik naar buiten, naar voorbij glijdende weiden. Op het vensterglas zoeken de laatste regendruppels traag hun weg naar beneden. De gebogen lijnen van een kunstvorm van lang geleden.

This entry was posted in Het Brugge van nu, Het Brugge van toen, Van schilderen en plaasteren. Bookmark the permalink.

13 Responses to Brugge, Brussel … hoezo, Art Nouveau?

  1. Schamper says:

    “Dat het tropisch hardhout dat hun huis sierde, slavenwerk vereiste in het verre Belgisch Congo …”
    Lucas Catherine schreef een indrukwekkend boek over de schaduwkant van art nouveau … https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2023/03/23/art-nouveau-een-blik-achter-de-kunst-met-de-k-van-kongo/

  2. Richard Ranson says:

    Pol! Heb je geen oude affiche van De Kelk in jouw collectie steken, periode Rudy Geldhof, de bekende cafébaas en toneelschrijver tijdens de jaren zeventig? Alle fuiven, concerten en activiteiten die doorgingen in De Kelk werden aangekondigd op die typische affiches in een neo-pseudo Art Nouveau-stijl… En daarbij nog de gietijzeren Singer naaimachines die met hun marmeren tafelblad dienden als cafémeubilair in De Kelk… Je reinste kitsch maar zo kon het ook in Brugge.

    • Pol Martens says:

      Van de Kelk heb ik – uiteraard, hoewel te weinig – een aantal affiches in mijn collectie, met die typische ‘art nouveau’-omkadering.
      Ze zijn weliswaar al wat op leeftijd, maar ik kon mijn lezers moeilijk wijs maken dat ze van voor de Groote Oorlog dateren.

  3. Saar says:

    Bedankt voor alweer een mooi verhaal, Pol.
    Wij hebben twee van die Tiffany-lampen in huis. Hoort dat ook tot art nouveau?

    • Pol Martens says:

      Merci, Saar, voor je lof.
      Wat je lampen betreft, dat hangt ervan af, Saar. De vroege ontwerpen van Tiffany kan je zeker tot de art nouveau rekenen.
      Na de Eerste Wereldoorlog kwamen er ook Tiffany-lampen in art deco op de markt.
      Maar de nog altijd meest populaire zijn die art nouveau-lampen. Ze worden nog altijd gemaakt.
      Bij de oorspronkelijke producent zou dat overigens nog altijd manueel gebeuren.
      Heb je een oorspronkelijke Tiffany in huis, uit de periode, dan is die op veilingen goed voor zotte prijzen.

  4. Johny RECOUR says:

    Bij iedere rondleiding hou ik halt aan de enige twee ‘art nouveau’-huizen die Brugge rijk is.
    Rechts woonde Jean Stiénon du Pré. Een Franstalige Vlaming van adel en een zeer verdienstelijke illustrator, die onder andere illustraties voor boeken van de Antwerpse
    Franstalige Marie Gevers verzorgde. Uitgave Desclée Debrouwer – Brugge – 1931.
    Zijn goede vriend, schrijver Michel de Ghelderode, kwam er regelmatig logeren.
    En wat de commentaar over de slavenarbeid betreft om het hardhout uit Congo naar hier te krijgen, kan ik alleen maar aan Schamper antwoorden dat de Franse staat een echte industrie-annex-handel gemaakt heeft van het verschepen van exotische houtsoorten uit hun diverse Afrikaanse kolonies.
    Eind jaren 1970, begin 1980, werden die in containers aangevoerd in Zeebrugge door de rederij Delmas-Vieljeux.

    • Dries says:

      Michel de Ghelderode had inderdaad een speciale band met Brugge, in die mate dat de Openbare Bibliotheek Brugge vorig jaar de mooiste privé-collectie rond deze auteur aankocht. Het gaat om één der belangrijkste Franstalige Belgische auteurs.
      Voor de geinteresseerden: over het werk van Ghelderode en zijn band met Brugge – waar zijn hart lag – loopt er in de Hoofdbibliotheek Biekorf een tentoonstelling van 29 september tot 4 november 2023.

  5. Robin Fonteyne says:

    Bedankt voor dit prachtig verhaal, Pol.

  6. Roland Rotsaert says:

    In de binnenstad is niet veel Art Nouveau, maar in de randgemeenten, net buiten de vesten, is heel wat ‘kleine’ Art Nouveau te vinden. Enkele jaren geleden was er een Art Déco-wandeling in de rand; misschien is de tijd rijp voor een Art Nouveau-wandeling.

    • Dries says:

      Roland, bedoel je bijvoorbeeld de Koningin Elisabethlaan op Christus Koning? Dan ben ik het volledig met je eens. Zie onder meer het hoekhuis met de Ezelstraat.

    • Martine Sanders says:

      Dag Roland,
      enkele maanden terug bezocht ik de Marollen en de gids illustreerde met veel enthousiasme de schoonheden van een art deco- en een art nouveautijl. In Assebroek vinden we de art deco stijl in de Sint-Katarianakerk. Kun jij mij vertellen of de art deco wandeling van de Brugse rand ergens te vinden is?
      Mvg, Martine

      • Roland Rotsaert says:

        Ik denk dat het een jaar of vijf geleden is, maar van wie het uitging weet ik niet meer. Het kan het toenmalige VormingPlus, nu Avansa geweest zijn, of de Gidsenbond of Gidsenkring… Het was een fietstocht door onder meer Christus Koning en Sint-Andries. Misschien leest een der organisatoren hier mee…

  7. Erik Everaert says:

    Mooi verhaal, vol melancholie,… “De trein der traagheid” ?

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *