Hebt u het ook gehoord, dat de stad op zoek is naar een nieuwe conciërge voor het belfort en de stadshallen? De huidige conciërge gaat binnenkort met pensioen. Hoe die man hartverwarmend vertelt over zijn lotgevallen! En over het ruime appartement van waar hij al die jaren uitkeek over de Markt!
Dat ook de conciërges van het Groeningemuseum èn van het stadhuis de voorbije dagen enige persaandacht kregen, is uiteraard niet vreemd aan de belangstelling voor dit vacatureverhaal. ’t Is dan ook geen alledaagse bezigheid. Kan je op de vraag “Wat doe jij voor werk?” antwoorden “Ik ben conciërge van het Brugse belfort”, dan word je getrakteerd op verbaasde blikken.
Kan je leren voor conciërge? Hoe dan ook, om zich over ‘d Alletorre te ontfermen daagden enkele tientallen kandidaten op.
Conciërge, stond u ooit stil bij de warme klank van dat woord? De klankkleur van woorden, we gaan er achteloos aan voorbij. Alsof dat merkwaardige woord ‘klankkleur’ zonder enige reden in ons woordenboek terecht kwam. Echt waar, veel meer dan wij vermoeden, laten we ons meevoeren door het timbre van een woord.
Een voorbeeld? Neem nu ‘snoep’. Dat woord heeft in zijn ondeugende klank iets van “Dat peuzelen we toch maar lekker stiekem naar binnen!” Al kan het niet tippen aan onze West-Vlaamse “spekken”. Da’s pas een klank om je vingers bij af te likken, toch?
Anderzijds kan de kleur van een woord ook behoorlijk tegenvallen. Zo vraagt ondergetekende zich wel eens af waar zijn aversie voor het woord ‘discipline’ vandaan komt. Omdat discipline niet meteen als een rode draad doorheen zijn bestaan loopt? Ook, ja, maar er is ook de kleur van dat vermaledijde woord. Klinkt ‘discipline’ niet alsof je het haalt in de apotheek? Op voorschrift van je huisarts, “Twee keer per dag een half pilletje discipline zal helpen”, hoor je hem bemoedigend mompelen, “Met een slokje water, liefst voor het eten.”. In de bijsluiter, een handvol venijnige bijwerkingen.
Gelukkig gunt onze woordenschat ons soms de kans om, wanneer we iets benoemen, te kiezen uit twee woorden. Dan pas blijkt, hoezeer klankkleur de waarde van een woord bepaalt.
Want, even terug naar het begin van ons verhaal, er is ‘conciërge’ en er is ‘huisbewaarder’. Ze betekenen allebei hetzelfde. Maar je ziet hem zo voor je, de huisbewaarder. Een lange, schichtige vent die je vanachter muffe brilglazen achterdochtig gadeslaat. De onverholen tegenzin waarmee hij zijn sleutelbos uit de zak van zijn grijze stofjas opdiept.
En de conciërge? Ach, de goedige conciërge laat je met de glimlach binnen, vraagt wat hij of zij voor je kan doen en begint een babbeltje over ’t weer en de dingen van de dag.
Zal de verzamelaar die stelling even illustreren met een affiche?
Misschien kwam u vorige zomer ook langs in de stadsschouwburg voor ‘De schouwburg vertelt’. Het team van het Cultuurcentrum spaarde kosten nog moeite om hun paradepaardje, dat andere jaren in zomerslaap gaat, feestelijk uit te dossen. Al wie dat wou, kreeg de kans om alle uithoeken van de cultuurtempel te verkennen. En om dat feest kenbaar te maken, werd een affiche aangemaakt.
Welnu, de fraai uitgedoste dame die op de affiche dat jongetje wegwijs maakt in de schouwburg, wie is dat? Dat is Marilyn. En tot voor kort was Marilyn … conciërge in de schouwburg. Jarenlang stond zij als eerste en laatste paraat om de dagelijkse en nachtelijkse – bestaat het woord? – beslommeringen van ‘haar’ schouwburg te behartigen. En wat meer is, ook zij woonde op haar eigen werkplek.
De achterdeur van de schouwburg is niet enkel de artiesteningang, het was ook de voordeur van haar flatje. Wie kan zeggen dat Herman van Veen, Arno, Jan Delceir, Joan Baez of Irene Papas bij haar aanbelden? Marilyn kan het! En zeg nu zelf, wat voor uitstraling verwacht je van een conciërge? Het antwoord staat op deze affiche.
Was u, bij het lezen van dit verhaal, in uw verbeelding heel even conciërge in het belfort? Jammer, de vacature is afgesloten. Maar ik bedacht een plan. Misschien fluister ik de burgemeester een keer een voorstel toe. Heeft ook onze stad niet enige behoefte aan een conciërge? Iemand die, zoals van conciërges wordt verwacht , instaat voor van alles en nog wat? En weet u wat, ik ben uw man, burgemeester!
Mijn taken? Ach, een lijstje is gauw bedacht. Op koude winterdagen voorzie ik de koetsiers op de Markt van een verwarmende borrel. In zwoele zomertijden ga ik bij de bootjesmannen langs met ijsjes. En in het sashuis aan ’t Minnewater draai ik de kraan open als de reien wat water missen. En we voeren een gebruik van lang geleden weer in, laat op de avond sluit ik de stadspoorten. Voor dat soort dingen, burgemeester, is een conciërge onmisbaar, toch?
Welaan dan, ik sta paraat! De burgemeester en ik, we gooien het vast en zeker op een akkoordje. Tenminste, als hij mij niet aanspreekt met ‘huisbewaarder’. Of vraagt hoe het gesteld is met mijn discipline.
Nu het belfort voor een lange tijd in restauratie gaat, wacht de conciërge ongetwijfeld een pittige periode. Niet alleen zijn of haar werkomgeving zal daardoor bepaald worden, de conciërge zal ook op de werf wonen.
Weet iemand of de beiaard tijdens de restauratie zijn kwartiermelodieën zal blijven spelen? En of de beiaardier verder zijn ding kan doen?
Dag Cécile. Dat is nog onduidelijk als en hoe lang de beiaard zal moeten zwijgen tijdens de restauratie. Het architectenbureau heeft me gezegd dat we hieromtrent nog zullen samen zitten. Bedoeling zal sowieso zijn om de impact op instrument zo veel als mogelijk te beperken.
Mvg, Wim Berteloot, stadsbeiaardier
Ooit en meer dan eens vroegen Amerikaanse toeristen “wanneer de poorten van dit ‘middeleeuws’ pretpark sloten?” Overtuigd dat ’s avonds de stadspoorten nog altijd gesloten werden. Haal dus de ‘sleutels’ maar boven!
Da’s inderdaad een historie die ik ook al héél lang hoor vertellen, Johny. Maar sta mij toe, ook na bijna een kwarteeuw gidsenbelevenissen is die vraag mij nooit gesteld.
En ik had ook nog nooit het genoegen om de collega-gids te ontmoeten die dat heeft meegemaakt. Zou ’t kunnen dat verhalen waarheid worden, gewoon omdat ze vaak genoeg worden doorverteld?
Marylin was – is – goud waard, een conciërge zoals haar zal niet terug komen, denk ik .
Je lovende woorden zijn ongetwijfeld volkomen terecht, Koen.
Laat mij, helemaal terzijde daarvan, opmerken dat de paar korte contacten die ik de voorbije weken had met haar opvolger, hartelijk verliepen.
Volgens de lokale pers zijn er voor het Belfort 58 kandidaten.