Een iconische Triënnale?

Bij de Sleutelbrug zegt ze dat ze de roerloze, bronzen laarzen op het wateroppervlak best wel schoon vindt. Schoon en poëtisch. Maar anderzijds, ’t is braaf brons en de stad staat daar al vol van. “Die Triënnale moet veel stouter!” meent ze.
Mijn nichtje dat ik mee op sleeptouw neem, zit niet om een portie kritiek verlegen, dat is mij bekend. Maar kan ik haar ongelijk geven? Een vlotte gids leidt ons langs het gros van de kunstwerken en met zijn deskundige duiding kom je een heel eind. Maar of elk van die creaties mij raakt?
Een halve eeuw geleden”, zeg ik, “toen de stadsdiensten zich haastten om op de reien de houten zwanen weg te halen waarmee Roger Raveel onze toen heel onfrisse stadswateren in vraag stelde, zo’n Triënnale deed stof opwaaien! Nationaal nieuws was het!” Mijn relaas laat haar glunderen.

Zo’n Triënnale deed tenminste
stof opwaaien!

Tussen ’t Zand en het station, waar het VTI plaats ruimde voor een chaotisch bouwkluwen, komen we bij een volgend kunstwerk. De houten toren waarop een klok wacht op het moment waarop we haar luiden.
Het eindwerk van een laatstejaars van de kunsthumaniora?” grijnst ze. Ik knipoog naar onze gids, die intussen door heeft dat mijn gezelschap zich doorgaans moeilijk laat overtuigen. Op een infobord lezen we over het idee achter het bouwwerk. Ik zie hoe ze geërgerd met de ogen draait.
Wat zit je dwars?” “Het modewoord!”, zegt ze, “Het alomtegenwoordige woord, het staat hier! Iconisch, ineens is alles iconisch!
Hoezo?” “Er is geen ontkomen aan! Kijk, ‘k heb hier nog de folder bij over de heropening van ’t Provincaal Hof. Da’s een iconisch gebouw, lees ik. Laatst was er in de schouwburg een avond rond het repertoire van Burt Bacharach. In een stadsmagazine heet die mens de iconische Burt Bacharach!

“Het alomtegenwoordige woord,
het staat hier!

En zoek je ’t verder van huis, dan hoorde je ongetwijfeld in ’t nieuws hoe in Parijs de wieken naar beneden donderden van de iconische Moulin Rouge! Vandaag is al wat langer dan veertien dagen meegaat iconisch!

De volgende middag. Ik neem haar mee naar de Poortersloge. Omdat daar een handvol plaatselijke kunstenaars naar aanleiding van de Triënnale hun ding mogen doen. En wat blijkt? Wat we daar treffen, daar gaat ze helemaal in mee! Het zijn niet de makkelijkste verhalen die de kunstwerken vertellen. Maar ze maken haar nieuwsgierig. En mij ook, geef ik toe. Het wat rommelig opgemaakte informatieblad dat je bij de aanvang van de tentoonstelling meekrijgt mocht wat overzichtelijker. Maar dat kan de pret niet bederven. Nou ja, veel pret hangt hier niet in de lucht, maar wel word je bij je nekvel gegrepen door verrassend origineel materiaal. Dat de stilte in de Poortersloge – veel volk is er niet – bijna gewijd aanvoelt, helpt uiteraard. Neen, ’t is hier geen stormloop. Wat mij herinnert aan de commotie rond de intussen opgeborgen stedelijke plannen om het historische pand te verkopen. En die medewerker van het Cultuurcentrum die al wie het oneens was met dat voornemen, uitnodigde om massaal langs te komen in de Poortersloge om er de tijdelijke exposities te bezoeken. Om de nodige druk op de ketel te houden. Met als extra troef meer belangstelling voor de kunst in dat huis.
De verontrustende sculpturen van Pierre Goetinck, de contrasterende fotoreeks die Ria Verhaeghe brengt en de eigenzinnigheid van een paar anderen … Jasper Rigole toont in een heus cinemazaaltje niet zomaar een filmpje. Terug op straat beseffen we welke merkwaardige dingen we hier aantroffen.
Op een terras op het Jan van Eyckplein profiteren we nog van een onverwacht zomers aanvoelende middagzon. Mijn nichtje hoort mij uit over de Poortersloge. Ik vertel haar over de lobby-plek voor de happy few in de late middeleeuwen. En het was ooit de wieg van de kunstacademie, de straat hier vlakbij heet niet voor niets Academiestraat. Het rijksarchief dat vele jaren het gebouw inpalmde maar inmiddels verhuisde naar een nieuwe stek aan de Coupure. En sinds enkele jaren vind je hier dus van tijd tot tijd tentoonstellingen van het Cultuurcentrum.

… de opvolger van De Bond aan de Smedenpoort?

Of dit dan de opvolger is van De Bond aan de Smedenpoort, waar het Cultuurcentrum lang uitpakte met exposities? In zekere zin wel, ja. Al gaat daar op dit moment ook iets door dat met de Triënnale verband houdt. “Ach, die Triënnale!”, zucht ze met gespeelde ergernis.

Al kijkt vanop zijn sokkel Jan van Eyck in sombere gedachten verzonken op ons neer.

’t Is aangenaam toeven op dit voorjaars plein. Al kijkt vanop zijn sokkel Jan van Eyck in sombere gedachten verzonken op ons neer. We bestellen er nog eentje. Zij diept haar e-reader op uit haar handtas. Ze is helemaal mee met haar tijd, zo ken ik haar. Zelf blader ik, een echte opa, door de jongste editie van de papieren EXit. Er staat iets in over ‘Mirage’, dat zich straks presenteert als opvolger van het Airbag-festivalletje. Net als zijn voorganger gaat dat feest door aan de molens, lees ik, in dezelfde … iconische spiegeltent. Zwijgzaam blader ik door, rep met geen woord over het adjectief dat ik net las.
Maar amper een bladzijde verder ziet ze mij heimelijk grinniken. “Waarmee lach je?” wil ze weten. “Hier staat een artikeltje over de expositie die we net bezochten”, zeg ik. “Ze hebben het over de vele mogelijkheden van dit iconische bouwwerk.
Heel even doet het nichtje alsof ze haar e-reader naar mijn hoofd wil keilen. “’t Zou zonde zijn‘, zeg ik, “Zo’n iconische machine!

This entry was posted in Het Brugge van nu, Van schilderen en plaasteren. Bookmark the permalink.

11 Responses to Een iconische Triënnale?

  1. Johny RECOUR says:

    Bij iedere Triënnale in Brugge heb ik zoiets van ‘Waar blijven ze het uithalen?’ en toch zijn er iedere keer werken die mij de moeite waard blijken en bijblijven en best mogen behouden worden in het stadsbeeld. Maar er is ook wel een deel ‘kunst’ bij die enkel door zelfverklaarde kunstenaars of soortgelijke kunstliefhebbers kan gewaardeerd worden.
    De ‘dolfijn’ bij de vorige editie had zeker bewaard mogen blijven, zoals destijds de Afrikaanse olifanten op het strand bij ooit een Beaufort editie op het strand van De Panne.

  2. Roland Rotsaert says:

    Eigenlijk interesseert het hele triënnale-gedoe mij niet. Ik zal wel eens gaan kijken en als er een toren te beklimmen valt zal ik daar zeker van profiteren, maar wat nu gebeurt is niet meer van deze tijd. Over een paar maanden verdwijnt het grootste deel van de kunstwerken in de afvalcontainer. Past zoiets in het duurzaamheidsbeleid van onze stad?
    Het is droevig te moeten horen dat de installatie in Zonnekemeers bedoeld is om het stadsbestuur ertoe aan te zetten iets te doen met de vroegere verbindingsweg tussen Sint-Jan en de Minnewater-kliniek. Het ziekenhuis is al een halve eeuw geleden verhuisd, de negentiende-eeuwse ziekenzalen zijn zorgvuldig gerestaureerd en er is een buurtparking aangelegd achter de huizen van de Oostmeers, maar daarna is alles verzand in geruzie en nimby-acties. Niemand, zeker het stadsbestuur niet, is erin geslaagd de neuzen in dezelfde richting te krijgen. Met het geld van het kunstwerk had men het bruggebouw over Zonnekemeers tenminste een opfrisbeurt kunnen geven, maar neen, straks zal het daar weer staan te verkommeren, zoals de rest van de omgeving. Plannen zijn er genoeg, maar eensgezindheid om ze uit te voeren…

  3. Rudy De Nolf says:

    Eindelijk iemand die wat kritiek durft geven over die ‘Triënnale’.
    Misschien moeten ze in De Brugse gemeenteraad het verhaaltje ‘De kleren van de keizer’ eens lezen…

    • Richard Ranson says:

      Eindelijk? Mijn kennissenkring zit vol met mensen die kritiek hebben op de Triënnale, dat pure citymarketing is en louter bij gratie van een fietstocht of een gezondheidswandelingetje in de sportieve sfeer bestaat. Mensen in beweging krijgen, dat is het wat telt. Het is zodanig zot voor woorden, dat mijn omgeving er geen woorden meer wil aan vuil maken. Het College van Burgemeester en Schepenen zal dezelfde mening toegedaan zijn … geen woorden aan vuil maken. Politici, ook lokale, zijn met andere zaken bezig dan cultuur. Cultuur weegt niet op het beleid, zelfs een blinde kan dat zien.

      • dries simoens says:

        Als de bedoeling inderdaad is, mensen aan het fietsen of wandelen te zetten, dan draagt de onduidelijkheid van de folder daar zeker toe bij. De ‘constructies’ van de Triennale vinden is een hele karwei – die er een ware zoektocht van maakt, ten behoeve van wie niet ziet op een kilometertje meer of min.

  4. Johny RECOUR says:

    Wie herinnert zich nog de carwash van de gouverneur ? Wat werd daar niet aan verspild
    en niet alleen woorden maar ook geld van ons. Voor mij mocht de maquette van de Sint
    Donaaskerk er zeker hebben blijven staan. Als gids kon je nog iets relatief visueel vertellen over Karel de Goede. Ondertussen kan je ook al de fundamenten onder de Crowne Plaza niet meer bezoeken, ondanks de eerder gemaakte afspraken met Stad Brugge bij de bouw van het hotel.

    • Pol Martens says:

      Wat herinnert aan een voorstel – van wie kwam dat ook weer? – om een ‘nieuwe’ Sint-Donaas te bouwen.
      Een kleinschalig, hedendaags antwoord op de oorspronkelijke kerk, waar de kunstwerken herenigd worden die destijds in dat gebedshuis thuis hoorden, de ‘Madonna met Van der Paele’ voorop.

      • Richard Ranson says:

        Pol, er werden in de periode ‘Brugge 2002, Culturele Hoofdstad van Europa’ meerdere voorstellen geformuleerd om een ‘nieuwe’ Sint-Donaas te bouwen. Zo durfde onder meer William Degroote luidop dromen van een ‘Cyber Architectuur’ voor dat nieuwe gebouw, ik zal het nooit vergeten.
        Het belangrijkste criterium om over na te denken bestond erin dat de historische Burg destijds een besloten plein was, dat veel kleiner aanvoelde door de monumentale aanwezigheid van Sint Donaas. Wat al de suggesties voor een nieuwe Sint-Donaas met elkaar gemeen hadden, was die beslotenheid van dat plein in ere herstellen. Het zou dus nooit een kleinschalig hedendaags antwoord geworden zijn op de oorspronkelijke kerk, des te meer een hedendaagse reconstructie van het oorspronkelijke bouwvolume. En dat had dus ook gekund in, wel ja, Cyber Architectuur.
        Maar we hoeven ons geen illusies te maken als zelfs de carwash van de gouverneur het niet wist te overleven. In de plaats staan er nu reeksen van zwerfmeubilair, die ongetwijfeld de nieuwe pistachekleurige kerkstoelen van Sint-Donaas verbeelden.

  5. Christel Verstraete says:

    Beste Pol, ik wil je graag complimenteren met de prachtige manier waarop jij je blogs over ‘Brugge in affiches’ verwoordt. Ik leer altijd veel bij en geniet van de manier waarop je de juiste woorden weet te vinden om jouw verhaal tot leven te laten komen.
    Het is duidelijk dat je veel inspiratie hebt maar het vergt talent om dit dan ook mooi op ‘papier’ te krijgen.
    Hartelijke dank voor het delen van je kennis en passie voor Brugge.

  6. Bob Vanhaverbeke says:

    Het was Luc Devliegher die voor het eerst met het idee kwam om het Burgplein weer af te sluiten met een gebouw waar de St Donaaskerk had gestaan.
    Het Toyo Ito paviljoen – de carwash! – was bedoeld voor 1 jaar tijdens Cultureel jaar 2002, maar het is nooit uitgevoerd zoals het ontworpen was wegens de enorme kostprijs. Omdat de initiatiefnemende architectuurvereniging geen sponsors kon vinden en de stad Brugge als organiserende culturele hoofdstad dan maar een afgezwakte factuur heeft betaald.
    Enkele jaren later, toen het paviljoen al erg verloederd was, had ik contact met een Japanse firma die het paviljoen wilde kopen om het in Zeebrugge of in Japan te plaatsen als ode aan hun befaamde kunstenaar. Toen ik dat voorstelde op de gemeenteraad was de furieuse reactie van burgemeester P. Moenaert “Dat verkopen we nooit!”.
    Enkele jaren later werd het afgebroken en gratis weggegeven…

    • dries simoens says:

      Beste Bob, het paviljoen van Toyo Ito is thans te bewonderen – ook zichtbaar vanop de A11 – naast de toegang tot het bedrijf ICO in Zeebrugge. Dat bedrijf ontvangt Japanse auto’s vanuit de Noordzee, en verspreidt die dan over West-Europa.
      Daar neergezet, symboliseert het kunstwerk de band tussen Japan, de haven en de stad Brugge. De ontwerper heeft zich met deze verplaatsing akkoord verklaard.
      En inderdaad, de aanvankelijke opstelling op het Burgplein ‘in de lengte’ was bedoeld om dat plein een ‘vierde wand’ te bezorgen en een ‘beslotenheid’ te creëren. Ergens cynisch, dat het thans moet wijzen op de ‘openheid’ van een bedrijf.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *