Heb je ’t al gehoord van de Smedenpoort?

Op een dag is hij er niet meer, de buiten eigen proporties uitgegroeide treurwilg bij de Smedenpoort. En achteraf, zo gaat het altijd, realiseren wij ons het beeldbepalende van wat altijd is geweest. Beeldbepalend voor een alledaagse plek waar je ontelbare keren voorbijkwam. “You don’t know what you’ve got till it’s gone”, Joni Mitchell wist het lang geleden al.
Dag in dag uit fietste je, een loopbaan lang, door de Smedenpoort ’t stad in. Vroeger door de smalle doorgang, tussen haastige auto’s. Maar sinds lang leiden twee slanke voetgangersbruggen de wandelaar om de poort heen en rij je als fietser door de zijdoorgang, onder de laag hangende takken van de prompte boomkruin.

Misschien wou hij gewoon de poort aaien met zijn weelderige kruin.

De bejaarde treurwilg en de Smedenpoort, ze leken onafscheidelijk. Dat de wilg zo nadrukkelijk naar het poortgebouw toe leunde, was dat van ouderdom? Misschien wou hij gewoon de poort aaien met zijn weelderige kruin.
Weet je nog, hoe je op winderige ochtenden al fietsend het hoofd afwendde, om de natte blaren van een laag zwiepende tak te ontwijken? Wie weet, wilde de boom ook jou een bemoedigend schouderklopje geven.

Da’s iets van ‘t verleden, de treurwilg is weg. In een helse stormnacht scheurde zijn oude stam. Met zijn laatste krachten wist hij zijn eigen fatale val nog te breken, bang om zijn trouwe metgezel, de stadspoort, te bezeren. De poort kon hij sparen, maar zelf was de boom verloren voor goed.
Maar de Smedenpoort houdt onverschrokken stand, ook zonder de nabijheid van haar vertrouwde boom. Meer dan voorheen lijkt haar bakstenen vacht zich te koesteren aan het licht van een gulle herfstzon. Alsof ze zeggen wil, ik kom hier wel doorheen, ‘k heb al meer meegemaakt.

Daar valt wat voor te zeggen. De Smedenpoort staat hier al meer dan zes eeuwen en dan komt veel geschiedenis langs. Het rijke Brugge van weleer, havenstad waar de halve wereld over de vloer kwam, bouwde stadspoorten als burchten. In een uithoek van een schilderij van één van onze Vlaamse Primitieven ontwaar je de poort zoals ze was in haar gloriejaren.

En op zijn befaamde panoramische kaart tekent ook Marcus Gerards de Smedenpoort zoals de bouwmeesters haar ontwierpen. Maar het verhaal van stadspoorten is er een van verbouwingen. Van aanpassingen waarbij deze poort veel van haar oorspronkelijke uitstraling moest prijsgeven.
Met het klokhuisje dat sinds lang op de nok van haar dak prijkt als doekje voor het bloeden. En ja, het verhaal is bekend van dat bronzen doodshoofd op de gevel. Over de belegering van de stad door Franse troepen, waarbij een gewiekste collaborateur de vijand een handje wou helpen door hem stiekem binnen te laten. Zijn plan werd verijdeld en hij verloor er het hoofd bij. Dat we nog altijd over hem praten is zijn enige, magere troost.

En de poort? Ze blijft haar onverstoorde zelf.

Al zijn er ook vrolijker histories omtrent onze poort. Zoals het soort visitekaartje dat ik hier laatst terugvond tussen papierspullen. Het zou dateren van voor de Eerste Wereldoorlog en heeft het over … een kantwinkel in ‘la vieille Porte Maréchale’!

En nu we ’t over wereldoorlogen hebben, de Tweede viel de poort bijzonder zwaar. Toen de Nazitroepen het naar ’t einde toe afdropen, vonden ze ’t leuk om de Smedenpoort half in puin achter te laten. Ein schönes Andenken, danke!

Hoe vreemd, een half leven lang rijd je naar ’t stad en weer huiswaarts, vaak met je gedachten ver weg. Zelden bedenk je dat weinig gebouwen je zo nabij zijn als de Smedenpoort, terwijl je nooit de kans kreeg om haar binnenruimten te verkennen.

Tot een Open Monumentendag, een tijd geleden. Dus ja, ik was erbij, die keer. Naar boven langs de wenteltrap, naar de kelders ook. De bescheiden ruimten voldoen aan je verwachting, een geruststellende gedachte. Een verrassend uitzicht op de Smedenstraat krijg je er cadeau.

Maar ben je verlekkerd op oude verhalen, dan koester je het aangename weten dat je er ooit binnenkwam.
En de poort? Ze blijft haar onverstoorde zelf. Ze mist haar vriend, de ouwe, stille treurwilg, maar geeft geen krimp. Hoewel. Gisteren, in die somber druipende herfstavond, kwam je er langs. Het vaalgeel van haar kletsnatte gevel glom in het licht van de straatlantaarns … Waren het regendruppels?

This entry was posted in Het Brugge van nu, Het Brugge van toen. Bookmark the permalink.

12 Responses to Heb je ’t al gehoord van de Smedenpoort?

  1. Roel Struyve says:

    Een melancholieke tekst, passend bij het jaargetij en de weersomstandigheden.
    Even ter info: de voetgangersbruggen dateren – nog maar – van 2012. Een peulschil natuurlijk in vergelijking met de eerbiedwaardige ouderdom van de poort zelf.
    Als men er dan nog bij bedenkt dat de brugjes in 2014 in de prijzen vielen en te Londen een ‘Footbridge Award’ in de wacht sleepten …. Maar dat zeven jaar later de stad Brugge de ontwerper van de bruggen voor de rechter sleept wegens ‘abnormale slijtage’, veroorzaakt door ‘ontwerpfouten’..
    “Het kan verkeren”, zei een zekere Amsterdammer eind 16e eeuw …. En daar weten ze ook een ding of twee over bruggen en kanalen!

  2. Saar says:

    Op welk schilderij vond je die afbeelding van de Smedenpoort, Pol?

    • Pol Martens says:

      Saar, het gaat om een zijpaneel van een werk van Petrus Christus. Het enige wat overblijft van wat mogelijks een triptiek was.
      Maar we hebben ’t hier niet bij ons, je moet ervoor naar het Cleveland Museum of Art en da’s niet in de buurt.
      Op het net zijn meerdere afbeeldingen te vinden van ‘Saint John the Baptist’.

  3. Ann Broeckaert says:

    Hoewel ik zelf geen Brugse roots heb, ontwaar ik toch een emotioneel gevoel terwijl ik de geschiedenis van de Smedenpoort lees. Ik vertel zo’n details aan de leden van mijn familie die Brugge komen bezoeken en er graag wat meer over vernemen.

  4. Françoise VdC says:

    Goed van deze reminder, was de mooie treurwilg al compleet vergeten.
    Wel jammer dat hij er niet meer is.
    Dankzij jou toch weer eventjes terug!

  5. Zeer mooi geschreven, passend in de sfeer van het seizoen!
    Leuk om lezen, het bracht een glimlach op m’n gezicht.

  6. Vancoppenolle Ewald says:

    Zo ook de linde aan de versmarkt, bij ’t Pannenhuis, op de hoek Gistelse Steenweg en Zandstraat.
    Ook kreunend afgezaagd, met het Mariakapelletje erbij.

  7. Ann Deprest says:

    Jawel, ik mis die boom nog elke dag als ik onder de poort de binnenstad in fiets !
    Mooi eerbetoon, Pol.

  8. Moniek Adam says:

    mooi en ontroerend

  9. Robin Maekelbergh says:

    Gaf de imposante treurwilg niet al de geest vóór storm Ciarán? Alsof hij voorvoelde … dit wordt moeilijk te weerstaan, ik zal mij nu al maar rustig neervlijen zodat ik straks mijn geliefde poort niet verwond.

    • Pol Martens says:

      Wie zal ’t zeggen, Robin, de stam van de wilg scheurde twee dagen voor Ciarán onze contreien aandeed.
      Bomen, hoe ze bestaan en wat ze ervaren … Peter Wohlleben schreef er een aantal jaren geleden ‘Het verborgen leven van bomen’ over, een bestseller.
      Hij kan het schoon uitleggen, maar hij krijgt mij niet mee.
      Die mens heeft omtrent het lot van ‘onze’ wilg ongetwijfeld een boeiende verklaring, maar zelf hou ik het liever bij een gewoon verhaal …

  10. Dries says:

    Ook aan de Ezelpoort staan er treurwilgen. De Ezelpoort, is dat niet het einde van ’t Stil Ende? Melancholie troef …

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *