Het dakterras van ’t Concertgebouw … een pleidooi

De Eiffeltoren, ’t moet voor de Parijzenaars wat geweest zijn toen bij de wereldtentoonstelling van 1889 dat immense bouwwerk boven de Lichtstad oprees. Dat niet iedereen in de Franse hoofdstad er content mee zou zijn, stond in de sterren geschreven. Wellicht het meest tot de verbeelding sprekende verhaal daaromtrent is dat over Guy de Maupassant.

De schrijver was één van de meest fervente tegenstanders van het in zijn ogen megalomane bouwsel. En toch trof je hem om de haverklap in het restaurant, hoog in de toren. Daarop aangesproken, kwam hij met de melding voor de dag, dat hij die plek koos omdat je alleen daar die afschuwelijke Eiffeltoren niet zag.
Als hier bij ons iemand die historie kent, dan is dat zeker Jo Berten. Stadsgids Jo is romanist van opleiding en publiceerde één en ander omtrent de link tussen Franstalige auteurs en Brugge. En is daarenboven de man achter een handvol gedenkplaten daaromtrent aan Brugse gevels. Om maar te zeggen, hem hoef je die vertelling over de Maupassant niet uit te leggen.
Hij was het ook die een aantal middagen geleden bij een vraaggesprek op Radio Eén zijn stad presenteerde aan de wereld. Nou ja, aan de landelijke luisteraar. Onvermijdelijk passeerden de voorspelbare onderwerpen de revue. Het Venetië van het Noorden? Check! ‘Zie je van Brugge, zet je vanachter’? Check! Kant? Idem. ’t Was dan ook geen overbodige luxe dat Jo zijn eigen kijk op het Brugse doen en laten naar voor bracht. Soms verrassend, soms goed voor een bedenking.

Op de vraag, welke van de Brugse torens zijn voorkeur wegdraagt, kwam je te weten dat hij het belfort verkiest. Hoorde ik hem vertellen dat hij als gids zijn gasten doorgaans afraadt om de toren te beklimmen? Zijn argument? Een stad als Brugge hoor je van in zijn straten te ervaren. Wie zo’n oud stratenpatroon van bovenaf aanschouwt, reduceert de stad tot een soort Madurodam. Dus verken de straten en steegjes met je voeten op de kasseien!

En toen zijn tijdgenoot Marcus Gerards van de Brugse magistraat opdracht kreeg om een kaart te tekenen van de stad …

Welnu, Jo, weet ge wat ik denk? Ik denk iets anders. Ik zal ’t u maar meteen een keer zeggen zie, ge hebt overschot van ongelijk! En wel hierom.
Sinds mensenheugenis droomt de mens ervan om de wereld van bovenaf te aanschouwen. Brueghel schilderde een iconische Val van Icarus, toch? En wanneer zijn tijdgenoot Marcus Gerards van de Brugse magistraat opdracht kreeg om een kaart te tekenen van de stad, kwam hij aanzetten met een heus panoramisch meesterwerkje. En toen ondergetekende, die zijn naam zelfs niet in één zin durft vermelden met die van hogergenoemde grootmeesters, enkele jaren geleden de gelegenheid kreeg om met een luchtballon over Brugge te zeilen, kwam hij ogen en verbazing tekort. Om maar te zeggen, in onze stoutste dromen zijn we vogels.

Lang geleden stond de toren van Sint-Salvator
in de stijgers.

Wat niet wil zeggen, Jo, dat ik bij elke passage in de binnenstad de treden van het belfort ga tellen. Of een andere toren verover. Met Benoit Kerveyn kwam ik een hele tijd geleden in en op de toren van Sint-Jacobs en die van Walburga kon ik ook ooit verkennen. En nu ik ’t overdenk, ook het torentje van de Poortersloge en dat van de Sint-Sebastiaansgilde kan ik hieraan toevoegen. Maar daarmee is het lijstje rond.
Hola, bijna vergeten! Lang geleden stond de toren van Sint-Salvator in de steigers. En toen mocht ik helemaal tot bij de spits. De haan was weggehaald, weet ik nog.

Inviteert iemand mij ooit in die schilderachtige toren van de Jeruzalemkapel, denk ik geen twee keer na. En was een paar jaar geleden niet een vogelliefhebber in de weer met torenvalken in de toren van de Onze-Lieve-Vrouwekerk? Mocht die mens ooit een helpend handje van doen hebben, hij mag mij contacteren. Want ’t Hoogste van Brugge is dan wel de naam van een straatje bij ’t Zand, de spits van die kerktoren is het èchte hoogste van Brugge!

… de spits van die kerktoren
is het èchte hoogste van Brugge!

Torens, Jo, kan je om hun poëtische waarde heen? D’alletorre is met voorsprong het meest bezochte museum van de stad, zoals je zelf terloops meegaf in die radiobabbel. ’t Is de Eiffeltoren niet, daar passeren elk jaar evenveel toeristen als bij ons in de hele binnenstad. Maar er is in Brugge maar één toren waar je op kan klauteren, laat ons die troef koesteren.
Laat ons zeggen, ga die toren op! Laat u verbazen door deze stad. Door een Brugge dat zich lang geleden nestelde rond dit belfort. En zich ontvouwde, later, tot ver buiten zijn middeleeuwse vesten. En met een hoopvol uitgestrekte arm, het Boudewijnkanaal, wenkt naar de zee die haar eens verliet.

De nuchtere lezer merkt aan dat binnen afzienbare tijd dat belfort van ons een grondige restauratie ondergaat. Dat het een hele tijd ontoegankelijk zal wezen. Gedaan met al dat volk op de krappe trappen. En da’s nog waar ook.

… ons Concertgebouw
met zijn onovertroffen dakterras.

Maar niet getreurd, of toch maar een beetje. Dromers geven zich niet zomaar gewonnen. Daar is zowaar nog ons Concertgebouw met zijn onovertroffen dakterras. Ooit, in de jonge jaren van de cultuurtempel op ’t Zand, was dat bedoeld als troef voor het restaurant dat er nooit echt werd uitgebouwd. Vandaag kan je er heel af en toe terecht, bij het Concertgebouw Circuit. Of wanneer een receptie of privéfeest de locatie inpalmt. En ja, heel soms en heel voorwaardelijk kan een gezelschap met gids zich laten verrassen door een uitzicht, zo mogelijk nóg indrukwekkender dan dat op het belfort.

Die gids, af en toe is dat uw dienaar die mensen op sleeptouw neemt doorheen de stad en als verrassend en letterlijk hoogtepunt die grootse uitkijk achter de hand mag houden. En dan nog maar een keer zijn vraag oppert. De meerwaarde van zo’n dakterras dat permanent voor iedereen toegankelijk zou wezen, zoals we zeggen hier in Brugge, dat ‘gaapt toch gelijk nen oven’?
Heren en dames politici, mensen van musea en ’t Concertgebouw, het woord ‘pleidooi’ staat niet zomaar in de titel van dit … nou ja, pleidooi. Naar wij vernemen duurt het nog een tijdje voor ze beginnen met de restauratie van het belfort. Zal dat tijdje volstaan om daar hoog boven ’t Zand iets te verzinnen?
Dan zal, wedden wij, zelfs Jo Berten met plezier de lift nemen naar ’t zevende van het Concertgebouw. Want we gaan ’t hier maar toegegeven, Jo, die klim tot bij de klokkengaten van ’t belfort wordt voor lieden op jaren, de jaren van jou en van mij, stilaan een gedoe. Al houden we dat voor ons, niet?

This entry was posted in Het Brugge van nu, Van Brugse politiek, Van toeristen. Bookmark the permalink.

11 Responses to Het dakterras van ’t Concertgebouw … een pleidooi

  1. Saar says:

    Zo’n bezoek aan het terras met gids, hoe gaat dat in zijn werk, Pol?

  2. Richard Ranson says:

    Over vlaggen op de Onze-Lieve-Vrouwe-kerktoren … het ooggetuigenverslag van een werknemer bij een bekende Brugse ’tapijtsier’, rond 1960, zijn naam is Jan.
    “Telkens met Onze Lieve Vrouw Hemelvaart, moesten we twee dagen van voordien twee vlaggen op de toren steken van de Onze Lieve Vrouw kerk. Waar de torenspits begint, bevond zich een deurtje en daarachter een geultje op het vierkante deel rond de toren zelf. Van dat deurtje hing de sleutel, zo groot als een vuist, achter een schilderij.
    Eén Belgische vlag moesten we steken langs de kant van de Dijver, en één vlag met de Pauselijke kleuren, geel en wit, langs de kant van Groeninge. Met twee man en onze baas trokken we daar naar toe.
    Maar op een keer … het waaide geweldig die dag. “Zo’n wind ! Zo’n wind !” klaagde hij, “We zullen met drie moeten gaan!”.
    Op de toren dienden we de lange vlaggenstokken, die altijd boven bleven liggen, eerst nog weg te halen en door dat deurtje te steken.
    Die vlaggenstok dienden wij kaarsrecht te houden om ermee voetje voor voetje naar de andere kant van de toren te gaan, door dat geultje. We konden nauwelijks onze voeten zetten, en naast ons hadden wij slechts die lage balustrade.
    Onze baas stond een meter achter ons. “Pas op hé ! Pas op hé!” riep hij ongerust. “Mark! Leun niet zo voorover!”. Maar Mark kende geen hoogtevrees, hij was parachutist. Hoogtevrees had ik wel, maar als je aan het werk bent let je daar niet zo op. Nu kan je wel denken, als er beneden harde wind staat, dan is het bovenop de toren driedubbel zo’n harde wind.
    Onze baas heeft het mij nog verteld, hoe hij ’s nachts wakker werd, uit zijn bed stapte om met zijn Solex te gaan kijken of de vlaggen niet gescheurd waren. Want die vlaggen hingen vier dagen uit.
    Twee dagen na Onze Lieve Vrouw Hemelvaart moesten we opnieuw naar boven, eerst de vlag omlaag halen en de vlaggenstokken weghalen om ze weer op te bergen in de toren, tot het volgende jaar. Langs die draaitrap naar omhoog, langs die draaitrap naar omlaag.
    Bij de klokken gekomen, een lange ladder.
    Op een keer, toen we boven waren, begonnen die klokken te klepperen en te luiden, de ganse toren beefde mee. Dat was erg benauwelijk, laat maar zijn.
    Iedere keer was ik blij als dat gedaan was.”

  3. Ann Broeckaert says:

    Een boeiend verhaal, Richard Ranson. Ik heb weer wat bijgeleerd.
    Is de toren van Onze-Lieve-Kerk nu echt de hoogste van België en de tweede hoogste van Europa?

    • Pol Martens says:

      Ann, even op een rijtje … omtrent de Onze-Lieve-Vrouwkerk. De toren meet 115 meter.
      Dat is goed voor plaats tien op de lijst met hoogte torens van België.
      De OLV-kathedraal van Antwerpen staat met zijn 125 meter op plaats zes.
      Samen met die van Hoogstraten, 104 meter, zijn dat de drie Belgische kerktorens die honderd meter halen.
      De Brusselse Zuidertoren is met 150 meter de hoogste toren van ons land.
      De Brugse OLV-kerktoren is wel de hoogste baksteen toren van de Benelux.
      Op wereldvlak is de Sint-Martinuskerk van het Duitse Landshut de hoogte bakstenen toren.
      En ja, onze toren komt op die lijst op plek twee.
      Spelen we hier in Brugge een beetje vals? Je kan er de bedenking bij plaatsen dat de top van de spits niet in baksteen maar in natuursteen is uitgevoerd …

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *