Jeugd en Muziek

Versleten muziek,
die kon alleen maar sufferig klinken.

‘Jullie zijn de zestig voorbij? Zo jong nog!’ Met de glimlach waarmee ze het zegt, ontwaakt in haar blik heel even het meisje dat ze lang geleden was. Meer dan negentig levensjaren leerden haar dat elke dag zijn waarde heeft. En dat al ons rusteloos streven en alle haast van vandaag niemendal aan die waarde toevoegt. ‘Ik was nooit erg streverig. Soms naïef, dat wel.’, besluit ze, ‘Maar dat stond mijn geluk nooit in de weg, integendeel.
’t Is een herfstige, lome zondagmiddag, zo’n dag waarop een houtkachel ronkt alsof hij content is en een paar glaasjes porto doen wat ze horen te doen. Op de radio zingt een dromerige cello, iets van Bach. Wat volstaat om ons bejaarde gezelschap tot nog een filosofische overweging te verleiden. ‘Muziek verzacht de zeden’, zucht ze.

Muziek verzacht de zeden’ … Hoe omschrijf je zo’n dooddoener ook alweer? Dat noemen ze ‘een gezegde’, toch? Woorden waarmee je doorgaans alle kanten op kan. En al helemaal als de zeden verzachtende eigenschap van muziek aan bod komt.
Lang geleden, toen ik zelf nog jong was en naïef, kwam het mij voor als kreeg muziek met die wijsvingerige woorden een slaapverwekkende eigenschap toebedeeld. En omdat ik niet beter wist, bracht mij dat als vanzelf bij wat we doorgaans omschreven als ‘klassieke muziek’. Versleten muziek, die kon alleen maar sufferig klinken.

Keren wij even terug naar dat ‘lang geleden’ van mij.
In die dagen ben ik een muziekkenner, of tenminste, zo schat ik mezelf graag in. Bijna elke week ga ik langs in de stadsbibliotheek op het Jan van Eyckplein. En daar in het Tolhuis neem ik keer op keer een handvol langspeelplaten mee, die kan je daar ontlenen. Bob Dylan, The Band, Boudewijn de Groot, dat soort namen, daarover wil ik kunnen meepraten. En ’t moet gezegd, dat lukt me aardig.

… in de stadsbibliotheek op het Jan van Eyckplein.
– foto Beeldbank Brugge –

Maar op een keer heb ik – misschien, of wellicht, per vergissing – tussen dat stapeltje platen eentje mee met muziek van … Johann Sebastian Bach. ‘Brandenburg Concertos’, het is zo’n dubbel-elpee, een hoes die je openvouwt met in elke vleugel een plaat. Ik leg toch maar een keer één van die schijven op mijn draaitafel.

Wat is me dat? Werd ik ooit zo van mijn sokkel geblazen als door de fijnmazige muziek van dit selecte talentenclubje dat ene Gustav Leonhardt rond zich verzamelde? Het ene moment jubelen houtblazers alsof we zonet in ’t aards paradijs zijn aangeland. Iets verderop buigen zich strijkers in trage, melancholische lijnen, warm kippenvel. Waarna het hele gezelschap uitpakt met de ambiance van een volksdans.

Weinig later breng ik uit de bib een langspeler mee van Duke Ellington, de jazzpianist. Af en toe iets van jazz in huis halen, dat maakt indruk op je kameraden. Achterop de hoes lees ik een kort interview met de grote jazzman.
Hij vertelt … ‘There is not such a thing like old music. There is only good music and the other thing’.
Muziek wordt nooit oud, er is alleen goeie muziek en andere. Ik heb Bach gehoord, ik weet wat Duke Ellington bedoelt …

Komen we terug naar recenter dagen.
Naar een vooravond, vooreerst, een paar weken geleden. Naar het Psychiatrisch Ziekenhuis Onze-Lieve-Vrouw, bij ’t station op Sint-Michiels. Middenin dat bakstenen complex, in de neogotische kapel, wachten drie muzikanten ons op, mensen van bij ons. Marcel Ponseele, de man met de hobo, aan het klavecimbel Bart Naessens en zijn wederhelft, de innemende sopraan Amaryllis Dieltiens.
Johann Sebastian Bach staat op het programma, en Händel en tijdgenoten.
En een week of wat later naar de Ezelstraat, de Ryelandtzaal. Een ensemble van vijf musici, vijf keer viola-da-gamba. Tijd voor Henry Purcell en John Dowland en nog wat namen die je minder vertrouwd klinken.
Twee concerten, twee keer de ervaring dat muziek nimmer oud wordt. En dat muziek tot meer in staat is dan je zou vermoeden. Muziek die je meeneemt naar toen. Naar dagen waarin je jong was en naïef.
En dan, het slotakkoord. En weer in het hier en nu bedenk je, jong zijn we al lang niet meer. Naïef? Ach, herinner je de raad van iemand die het weten kan … ‘Dat stond mijn geluk nooit in de weg, integendeel.’

This entry was posted in Het Brugge van nu, Het Brugge van toen, Van zin, zen en zijn, Van zingen en spelen. Bookmark the permalink.

10 Responses to Jeugd en Muziek

  1. Herman Vandeplassche says:

    Een mooi verhaal, Pol.
    Groeten,
    Herman

  2. Jef Swimberghe says:

    Moest er uit de kanonnen muziek komen,
    de wereld zou er anders uitzien.
    ‘Muziek verzacht de wereld’zou een betere slogan zijn dan ‘verzacht de zeden’.
    Groeten,
    Jef

  3. Dirk Devestel says:

    Zeker een mooi verhaal en ik herken mijzelf erin.

  4. Ann Broeckaert says:

    Klassieke muziek is wat hier de ganse dag in onze leefruimte klinkt. Wij genieten en hebben zelfs af en toe zeer emotionele reacties.

  5. Richard Ranson says:

    De koptitel ‘Jeugd en Muziek’ klinkt door als de echo uit een ver verleden.
    Als organisatie ontstond Jeugd en Muziek in Brussel in 1940, onder impuls van dhr. Cuvelier, die de directeur was van het Philharmonisch Orkest en Paleis van Schone Kunsten, thans BOZAR. Met zijn orkest organiseerde hij tegen voordelige tarieven ‘verstrooiing’ voor de jeugd, wat destijds bomvolle zalen lokte.
    ‘Jeugd en Muziek’ begon als nieuwe afdeling in Brugge in 1950, dankzij drie vooruitstrevende jonge dames. Anne De Meulemeester, dochter van brouwerij Aigle Belgica, Jeanine Dejaegher en Micheline Warson, directeur van het Lyceum langs de Spiegelrei. Die laatste werd de eerste voorzitter.
    Ook de Brugse tak van ‘Jeugd en Muziek’ kende van meet af aan veel succes. Ondanks het tijdperk van verzuiling, bleef ‘Jeugd en Muziek’ volledig neutraal. Alle scholen waren altijd vertegenwoordigd … vrij onderwijs, staatsonderwijs, stadsonderwijs, privé onderwijs, inclusief het Europa College. Meisjesscholen én jongensscholen samen, die gemengde aanwezigheid voor een jeugd van twaalf tot achttien jaar was revolutionair.
    Een twaalftal keren op jaarbasis werd een concert georganiseerd op woensdagnamiddagen van eerste en tweede trimester. In de Stadsschouwburg verzamelden zich telkens 550 à 700 scholieren van verschillende strekkingen dooreen, met enkele leerkrachten erbij. Na de voorstelling gingen die scholieren recht naar huis. In principe was dat zo. Nog tot ver in de jaren zeventig mochten de tieners niet uitgaan van papa en mama.
    Jeugd en Muziek kon in deze vorm gedijen tot begin de jaren tachtig. Toen brak een evolutie door, waarbij tieners op zichzelf naar de cinema mochten, op hun eentje uitgaan, ook de internaten lieten hun leerlingen vrijelijk vertrekken …
    Het laatste internaat dat aan ‘Jeugd en Muziek’ trouw bleef, was dat van Sint Leo, wat bewonderenswaardig was. Maar terwijl de jongste kinderen in de Stadsschouwburg nog aandachtig wilden luisteren, lagen de oudere lummels al helemaal onderuit gezakt in de zetels, ze zwierden hun benen over de rug van de rij zetels voor hen…
    Toen besliste Nicole Van Wassenhove, die op dat moment de stuwende kracht was achter ‘Jeugd en Muziek Brugge’ … “Als de jeugd zich niet meer kan gedragen, dan houden we er gewoon mee op”. Vanaf dat ogenblik schakelde ‘Jeugd en Muziek’ over op wat bekend zou worden als de ‘Kinderconcerten’ voor basisschool en kleuters.
    Het is dankzij de werking van ‘Jeugd en Muziek Brugge’ dat ik tijdens de jaren 1970 de klassieke muziek leerde ontdekken, inbegrepen de klassieke jazz … The Johnny Dover Big Band, januari 1971. Ik ben er de organisatie nog steeds erkentelijk voor en breng bij deze een postume hulde aan Nicole Van Wassenhoven (1943-2010), die vanaf 1963 de grote bezieler was van Jeugd en Muziek in Brugge.

  6. Johny RECOUR says:

    Begin jaren 1960 was ik ook een luisteraar van de concerten van Jeugd en Muziek in
    Veurne. Een leraar van het College die in 1960 teruggekomen was naar België door
    de troebelen bij de onafhankelijkheid van Congo zette er samen met zijn echtgenote
    de schouders onder. Bij gebrek aan een grote zaal in Veurne of omgeving werd het
    aanbod noodgedwongen kleinschalig gehouden. Voor wie interesse had was het hoe dan ook een kennismaking met het genre.

  7. Dries says:

    Vorige week, woensdag 22 november, overleed Bruggeling Patrick Peire, wiens leven reeds vanaf zijn kinderjaren in het teken van de muziek stond, en wiens verdiensten – onder meer als leider van het Collegium Instrumentale – hun erkenning vonden in de toekenning anno 2007 van de provinciale cultuurprijs.
    Zijn eerste stappen in de muziek zette Peire als lid van het knapenkoor en vervolgens van de schola van de Brugse Sint-Salvatorkathedraal.
    Een overstap naar het knapenkoor Ons Dorado – het schoolkoor van het Sint-Lodewijkscollege – was het logisch verlengstuk.
    Zo genoot Peire reeds van in zijn jeugdjaren de eruditie van twee befaamde Brugse muziekpedagogen, Paul François en Paul Hanoulle.
    Patrick Peire’s aanvankelijk plan – naar het Brugse muziekconservatorium te gaan – vond geen doorgang. De priesters van het Sint-Lodewijkscollege verzetten zich tegen het gemengd onderwijs dat aan het conservatorium werd georganiseerd.
    Pas in de poësis kreeg Peire de toestemming om drie keer per week de studie een uurtje vroeger te verlaten om zich in het conservatorium toe te leggen op zijn passie voor muziek.

    • Richard Ranson says:

      Wat Ons Dorado betreft … Daarvan bestaat een documentaire kortfilm, in 1958 gemaakt door de Brugse filmregisseur Antoine Carette (1911-1985).
      Een kwartier lang ziet en hoort men daarin het schoolkoor Ons Dorado in actie, onder leiding van stichter en dirigent E.H. Paul Hanoulle (1925-2018).
      Hanoulle was muziekleraar aan het Sint-Lodewijkscollege en pionier van de muziekpedagogie van Carl Orff. Hij stichtte Ons Dorado in 1957.
      Antoine Carette realiseerde destijds met zijn productiehuis Orion een resem van dergelijke kortfilms die vertoond werden in de Vlaamse cinemazalen, bedoeld als voorfilm bij de eigenlijke hoofdprent.

    • Inge says:

      Ja, de muziekwereld verliest een groot icoon.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *