Marec tekent ’s morgens de dingen

Ineens beseffen wij het, mijn huisgenote en ik, wij zijn cool. En dat zeggen wij niet zelf, ik lees het hier aan mijn ontbijttafel in een deftig tijdschrift met daarin een artikel, vooral foto’s eigenlijk, over kringwinkels. Blijkbaar zijn die vandaag trendy. En wie daar wel eens langs komt, die is cool.
Weet je nog hoe we vroeger spraken over winkels waar ze tweedehandsspullen verkochten? Was dat in termen als ‘trendy’ of ‘cool’? Nee, toch. Omdat die Engelse termen nog niet tot onze woordenschat waren doorgedrongen? Ook, ja, maar toch vooral omdat tweedehands iets was voor wie zich geen nieuwigheden kon permitteren. Waardeloze rommel, opgekocht door lieden die er hun waardeloze interieurs mee vulden, zoiets.
Maar vandaag, lees ik hier, pronk je ongegeneerd met wat je op de kop tikte in zo’n tweedehandsbedrijf. Waarbij je toehoorders liefst ook blije kreetjes slaken als je vertelt hoe weinig centen je ervoor neerlegde.

En tot dat soort volk horen nu dus ook mijn huisgenote en ik. Een tijdje geleden kreeg mijn vrouw de smaak te pakken en intussen kreeg ze ook haar wederhelft over de streep.

Marec maakt het lezers met genoeg Brugse jaren op de teller makkelijk om ze aan te wijzen, Frank Van Acker, Bob Vanhaverbeke, Jacques Devolder, Fernand Vandamme, Patrick Moenaert en Guido Maertens.

Haar wederhelft, die winkelen doorgaans als een noodzakelijk karwei beschouwt, struint zowaar ook wel eens met enige genoegdoening langs de rekken van zo’n kringwinkel. Je laten verrassen door het onverwachte. Het weerzien van een vergeten platenhoes of een oud boek.
Vorige week kwam ze thuis, mijn vrouw, met niet één maar drie boeken, propvol kostelijke cartoons van Marec. ‘Verrassing!’ klonk het, want oogden ze gloednieuw, misschien nog niet eens geopend.
Het wat gênante gevoel dat je overvalt wanneer je een cadeau krijgt waar je niks aan hebt, we kennen het allemaal. Was dat het lot dat deze boeken te beurt viel? En zo beland je, nieuw maar overbodig boek zijnde, in de recyclagewinkel. Tot iemand zich over je ontfermt.

En zo staan sinds kort in onze boekenkast flink uit de kluiten gewassen, getekende overzichten omtrent de voorbije drie jaar. We gaan ze koesteren, want onze Brugse tekenmeester is zijn gewicht in goud waard. Alleszins meer dan de spreekwoordelijke appel en het bijhorende ei die mijn vrouw voor de boekjes in ruil gaf.

En daarenboven brengt zo’n aanwinst de verzamelaar op een idee. Want in zijn collectie zit toch ook één en ander van Marec? Wie zoekt, die hoort te vinden en dus diepten we in de korte keren een overzichtje bijeen. Zeg maar ‘een overzicht’.
De oudste Marec in mijn verzameling is er eentje van vijfendertig jaar geleden. In die tijden is Marec huiscartoonist bij het Brugse blad Uitkrant.
’t Zijn verkiezingen in 1988 en de Volkshogeschool uit de Baliestraat organiseert een lijsttrekkersdebat  in ‘cultureel centrum Boterhuis’. Da’s in de Sint-Jacobsstraat, waar vandaag de Republiek en de Lumière huizen.

Twee jaar later tekent hij zijn eerste van wat een reeks van zes ‘Fietseling’-affiches zou worden. En van ’t Gezellejaar 1999 vonden we een kleinood van zijn hand.

” … een collage van Marec’s vroegere affiche-ontwerpen. ” Daarvoor komen de organisatoren overigens langs bij ondergetekende, zelf hebben ze de affiches niet meer in huis.

Marec is lang kind aan huis bij Exit Magazine, waarvoor hij een promoaffiche tekent bij het honderdste nummer en nog een keer bij de tiende verjaardag van het blad.
In 2012 wordt ‘Fietseling’ een eenmalig nieuw leven ingeblazen, goed voor een collage van Marec’s vroegere affiche-ontwerpen.
En tenslotte is dit jaar, met de terugkeer van de Ronde van Vlaanderen naar Brugge, in de Langestraat en Hoogstraat een etalagewedstijd goed voor een Marec-tekening.

Is dat hard labeur, zo’n vakmanschap verwerven? Of krijg je het mee van in de wieg? Of, wie weet, overvalt het je op een keer. Stel je voor, op een frisse ochtend is er bij ’t ontbijt ineens die drang om te tekenen wat de radio vertelt over de dingen van de dag. En voor je ’t weet staat op je servet een hilarisch prentje. Kranten en andere media verdringen mekaar om je tekentalent in huis te halen. En er komen boeken met cartoons van jou. In de betere boekhandel? Natuurlijk, maar ze zijn óók te vinden in kringloopwinkels!
Da’s het moment waarop je als auteur beseft … nu ben ik pas ècht cool!

This entry was posted in Het Brugge van nu, Het Brugge van toen, Van boeken en schrijven, Van Brugse politiek, Van schilderen en plaasteren, Van wielen en op weg zijn. Bookmark the permalink.

4 Responses to Marec tekent ’s morgens de dingen

  1. Schamper says:

    Ha, die Marec! Deugniet, al sinds zijn begindagen bij Kan’t!
    Lees ik hier toch wel in KW dat de sloeber net een nieuw boek uit heeft over de Provence … Hoe zit dat met het procentje dat je krijgt toegestopt voor je promowerk, Pol?

    • Pol Martens says:

      Pech voor mij, Schamper. Hoewel … misschien kan ik toch maar beter een keer informeren. In het stukje in de krant waarnaar je verwijst, vertelt Marec van een vast onderdak dat hij daar in ’t zuiden vond. Kan ik er vandezomer een paar weken op zijn kosten doorbrengen, dan moet ge maar een keer passeren, hé!

    • Saar Herreweghe says:

      Ik haalde zijn Provence-boek net in huis, heerlijk werkje!

  2. dries says:

    Een cartoon is vaak meer dan een grappige tekening van iemand of iets. Het is in essentie een spotprent, met commentaar of kritiek op actuele gebeurtenissen of maatschappelijke trends. In die betekenis heeft een cartoon ook, mede, de betekenis van een satire – soms op of over het randje.
    De twaalf doden van Charlie Hebdo zouden mij niet tegenspreken …

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *