Naar Brugge-aan-Zee, de frigobox mee!

Een tocht door de polders …

Ronald heeft een wijngaard. Een wijngaard in de Biezenpolder. Vanuit Brugge is dat een half uurtje rijden, een boogscheut over de Zeeuwse grens, naar de boerderij die zijn grootvader daar ooit bouwde. Een dikke twintig jaar geleden plantte mijn neef Ronald er de eerste wijnstokken.
Dat daar nu wijnranken opschieten, ’t Biezenhof kijkt er amper verbaasd van op. Die buurt beleefde in de loop van de geschiedenis wel vaker ongewone avonturen. Werd het buurtschap de Biezen op ’t eind van de zestiende eeuw niet vakkundig onder water gezet tijdens de Tachtigjarige Oorlog, alleen maar om Alexander Farnese, die moeial, te beletten om met zijn troepen naar het noorden op te rukken? ’t Waren de dagen van versterkte forten en ander onheil. Dagen waarin Zeeuws-Vlaanderen trouwens voorgoed aan de Nederlanders ‘verloren ging’. Om maar te zeggen, een veld, gevuld met wijnranken is echt niet het meest bizarre dat die streek ooit meemaakte.
Weer op weg naar Brugge wil mijn wederhelft graag nog even halt houden in Sluis. Ha, daarom moest de frigobox in de wagen! Ze heeft een idee omtrent een visschotel en in het Zeeuwse stadje weet ze een plek waar we vast en zeker het nodige vinden.
Het is aangenaam toeven in Sluis. Ik neem haar mee op een wandeling op de wallen omheen de stad, da’s lang geleden. En die vestingen zijn nog van veel langer geleden, daar heb je die nodeloze krijgshaftigheden weer.
Trouwens, gaan we nog wat verder terug in het verleden van onze kuststreek, dan is Sluis, net als Damme en nog wat plaatsen aan het Zwin, met wat goeie wil een voorstad van Brugge, toch?

De kanalen, de Stinker en de Blinker …

Een wandeltoertje, een dampende koffie op een fris terras, onze visaankoop en huiswaarts zijn wij. In het landschap van onze terugweg snijdt de A11 als een betonnen mes de bomenrijen langs het Schipdonkkanaal en het Leopoldkanaal genadeloos middendoor. Heel even hapt de horizon naar adem.

Huizenhoge boten, roerloos aan een kade, containers en vrachtwagens, een roestige buurt.

Die kanalen, de Stinker en de Blinker, vertrouwde tweeling die gemoedelijk zijn weg zoekt naar zee. Een verhaal dat lang in vraag werd gesteld, u herinnert zich het vermetele plan. Het voornemen om de bedding van die vaarten te benutten voor een breed kanaal waarlangs de binnenvaart Zeebrugge zou bereiken. De commotie daaromtrent, denken we er nog een keer aan wanneer we straks in ons aloude Brugge met tegenzin de sluis bij de Dampoort meer ruimte geven?

Net wanneer we de  middendoor gesneden bomenrijen naderen, komt mijn eega aanzetten met nog een aardig voorstel. Zeg, nu we hier toch in de buurt passeren, in Zeebrugge openden ze onlangs een nieuwe kringwinkel! Laten we daar nog een keer een kijkje nemen!
Een wegwijzer meldt heel zakelijk ‘afrit 19, kaaien 400 tot 999‘.

Ook die aan de oude vissershaven …

De vertrouwde weg die Lissewege rakelings passeert, die nemen we gewoonlijk als ’t naar Zeebrugge gaat. Maar hier leidt de gps ons dwars doorheen de bevreemdende omgeving van de haven. Huizenhoge boten, roerloos aan een kade. Stapels containers, luidruchtige vrachtwagens. Een roestige buurt. Hoe je ook in eigen omgeving ver van huis kan zijn.
Maar wij hebben iets met het soort blij makende verrassingen waar kringwinkels in uitblinken. Ook die aan de oude vissershaven in Zeebrugge speelt die rol voortreffelijk.
In de koffer een handvol flessen wijn, de belofte van een lekkere visschotel en een paar tweedehands spullen, meer hoeft niet voor een geslaagde uitstap.

Alleen onze frigobox is teleurgesteld. Op weg naar Zeebrugge, Brugge aan Zee, keek hij uit naar zijn middagje frigoboxtoerisme. In Zeebrugge mag dat, maar ‘t zal voor een andere keer zijn.

Een Zeebrugge-tip … nog tot zondag 21 april loopt daar in de Sint-Donaaskerk een tentoonstelling
‘Honderd jaar Ferry Boats’, een project van verzamelaar Chris Vantorre.

This entry was posted in Het Brugge van nu, Over oorlog, Van proeven en smaken, Zeebrugge, de haven. Bookmark the permalink.

5 Responses to Naar Brugge-aan-Zee, de frigobox mee!

  1. Richard Ranson says:

    Oei! Werd het buurtschap de Biezen onder water gezet tijdens de Tachtigjarige Oorlog, om Alexander Farnese op afstand te houden Toevallig in diezelfde periode schreef Simon Stevin uit Brugge zich in aan de Universiteit van Leiden. Deze Simon Stevinius Brugensis bleek daar zeer praktijkgericht te zijn en werd kwartiermeester-generaal van het leger van de Staten-Generaal, Noord-Nederland.
    Onder Maurits van Nassau gaf Simon Stevin advies over het bouwen van windmolens, sluizen en havens. Hij bedacht ook een manier om, in geval van nood, binnenvallende legers de weg te versperren door laaglanden onder water te zetten middels het openen van sluisgaten in dijken. Dat systeem van overstroming wordt ‘inundatie’ genoemd.
    Ook op de Wikipedia-pagina van Simon Stevin valt te lezen … ‘De kunst van het onder water zetten leidt tot een compleet systeem van waterlinies, waarvan de Hollandse de bekendste is.’
    Zou het mogelijk zijn dat Alexander Farnese zich in buurtschap de Biezen vastliep op een militaire defensie-strategie, ontwikkeld door onze Brugse Simon Stevin?

    • Pol Martens says:

      ’t Zal wel zijn, Richard, Stevin is één van de velen die naar het Noorden immigreerden, niet zelden omdat het hen hier als protestant te warm onder de voeten werd.
      Het was een ware braindrain richting onze noorderburen die zich in die dagen voltrok. Simon Stevin was overigens lang niet de enige die daar naam maakte. Ook vandaag is zijn naam nog altijd veel bekender in Nederland dan hier bij ons. En ja, zijn kennis kwam er ook strategisch van pas.

  2. Michel en Françoise Lowagie-Van de Casteele says:

    Leuk hoe je vlotte pen ons steeds mee op sleeptouw neemt!

  3. Johny RECOUR says:

    Ooit had ik een groottante die in Namen woonde en wanneer ze naar Brugge kwam wilde ze absoluut naar Sluis om er goedkope, roze garnalen te kopen.
    En eind jaren 1970 had ik een Antwerpse collega die om de 10 dagen een dag naar Zeebrugge moest komen om het lossen en laden van een containerschip op te volgen. Als het werk gedaan was zei hij steevast in plat Antwaarps “Ik ga naar oys via Sloys. Vies gan kopen en een wieteke gan drienken”.

  4. dries simoens says:

    Het is een feit, destijds door havenschepen Fernand Traen aan de kaak gesteld, dat de Belgische zeehavens onvoldoende aansluiting hebben met de binnenvaart. Hierdoor moet het transport van en naar deze havens vooral gebeuren via het spoor en de weg, wat leidt tot congestie op de wegen. Met bijvoorbeeld het kruispunt van Lissewege als schrikwekkend voorbeeld. En inefficiëntie in het transport.
    Ideaal zou zijn dat een derde van het vervoer zou gebeuren per binnenvaart, langs de weg en over het spoor. Rotterdam toont dat deze verdeelsleutel haalbaar is, én rendabel, zowel economisch als ecologisch. Beginnen we dus aan de Dampoort? Of geldt ook hier, dat tussen droom en daad wetten in de weg staan én praktische bezwaren?

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *