
in Sint-Andries
– āt Zijn toch zulke meelopers, onze politiekers!
– Hoezo?
– ’t Is toch waar, zie ze op de kar springen van āt minste modegrilletje dat passeert! Daar was laatst een meisje van de televisie dat meende dat te weinig straten naar vrouwen zijn vernoemd. En kijk, daar komen de verkozenen onzer stede met het heugelijke nieuws: Brugge krijgt een paar vrouwelijke straatnamen! Meelopers zijn het!
– Tja, als ge ’t zo bekijkt …
Men vertelt mij dat ƩƩn van die straten wordt genoemd naar Marie Pintelon. Haar naam en faam hoort bij de kraamkliniek langs de Sint-Annarei. Veel Bruggelingen herinneren zich dat moederhuis. Als ze er al niet geboren zijn. Het moederhuis kwam er in de jaren dertig, op initiatief van onder meer vroedvrouw Marie Pintelon.
Een vroedvrouw stond aan de wieg van een moederhuis, flauwer kunnen we onze woordspelingen moeilijk bedenken.

eerste solotentoonstelling
in het Huidevettershuis, 1965


Affiches van Jeanine, onmiskenbaar kinderen van hun tijd …
En er komt een Jeanine Behaeghelstraat. Jeanine Behaeghel willen wij u met graagte duiden. Haar tachtigste verjaardag hadden we vorig jaar gevierd, mocht zij nog onder ons zijn. Jeanine overleed in 1993, amper drieĆ«nvijftig jaar jong. Het artistieke testament dat zij ons nalaat, beslaat nogal wat hoofdstukken. Nadat zij hier in Brugge de basis van haar grafische loopbaan legde als leerlinge van onder meer Albert Setola en Luc De Jaegher, trok ze naar de kunstacademie van Düsseldorf en naar London. De titel van haar expositie in āt Huidevettershuis, āStudio Behaeghel, publicitaire grafiek & fotografieā, zegt waar ze op dat moment, in 1965, voor stond. Geheel onbekend was ze toen al niet meer in Brugge.
Het logo-visje van de Korrekelder, dwergtheatertje aan het Kraanplein, was van haar hand. En nogal wat frisse afficheontwerpen waarmee de Korre in die jaren Brugge grafisch wakker schudde.
Maar Jeanine wou en ging vooruit. En gaandeweg liet zij boekomslagen, affiches en advertenties voor wat ze waren en ging zij schilderen. Een eigen taal bedenken. āPlastische stenogrammenā noemde zij haar werk. En ergens in de jaren tachtig ging ze beeldhouwen.
Komt u wel eens in de Biekorfbibliotheek? Het stille achtertuintje, waarlangs u de bib uit gaat, naar de parking, kant Naaldenstraat? Midden een in winterslaap gedompeld stukje groen prijkt op een grijze sokkel een getorste sculptuur. Een zweem van mos op het witte marmer geeft het beeld iets van berusting. āPenelopeā van Jeanine Behaeghel.

Wat een parcours: van speelse affiches voor een vestzaktheatertje naar een universum dat van steen is, maar eigenlijk van leven. Het is het parcours van Jeanine Behaeghel, naar wie straks een nieuwe straat wordt genoemd, ergens bij de Sint-Pietersplas, op een boogscheut van de plek waar ooit haar atelier en woonst was.

Jeanine was met veel meer doende dan met affiches. Maar toch, een straatnaam, de afficheverzamelaar wordt daar stil blij van. Een paar straten die aan dames worden toegekend, āt is een voornemen van onze politici. Onze politiekers, zijn ’t meelopers? Ik loop met plezier een eindje mee.

(1940-1993)

Met een budgetvriendelijke correctie kan de Balstraat, in centrum Brugge aan de Jeruzalemkerk, ook nog bijgestuurd worden tot de “Sonia De Balstraat”. Mevrouw De Bal was jarenlang directeur van de stedelijke schouwburg. In die functie en in die periode zette zij cultureel Brugge op de kaart.
Meneer Ranson, uw voorstel zal ongetwijfeld bijval kennen. Dat mevrouw Debal haar familienaam aaneen gespeld wordt, zou geen bezwaar mogen zijn voor het aanpassen van de straatnaam.
Maar ik wed dat Sonja zelf dat voorstel liever nog wat laat wachten. Immers, het āDecreet tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinenā voorziet, meen ik, dat het toekennen van persoonsnamen voorbehouden is aan overledenen.
Er is het binnenkoertje bij de stadsbibliotheek dat elk jaar een naam van een nog in leven zijnde Brugse inwoner krijgt toebedeeld. Maar dat betreft een āinformeleā titel, geen officiĆ«le toekenning. Maar een goed voorstel blijft het wel.
Nico Blontrock heeft er in de laatste gemeenteraad voor gezorgd dat ook fietspaden een naam kunnen krijgen. Fietspaden die niet langs een openbare weg gelegen zijn. Voorbeeld: fietspad tussen Krakeleweg en Pathoekeweg.
Politici, t’ zien achter lopers! Brugse straten verdienen al tientallen jaren en meer namen van verdienstelijke vrouwelijke personen op hun palmares. Te veel mannen versierden tot heden onze straatborden: ’t wordt stilaan tied dat mannen plaats maken voor straffe madammen.
’t Is geen excuus, maar de meeste straatnamen (ook in andere steden) dateren van toen mannen nog het meest in de kijker (mochten) lopen: de meeste vrouwen waren “moeders aan de haard”. In de hedendaagse context reeds naar een pariteit M/V streven zou te veel kosten meebrengen voor de straatbewoners (berichten van adreswijziging sturen) en voor de gps-toestellen. Overigens: de vroegere Leopold II tunnel (een van de belangrijkste toegangswegen van Brussel, komende uit Vlaanderen) werd recent omgedoopt tot de Annie Cordy-tunnel : een vooral, zo niet uitsluitend in Franstalig Belgie bekende zangeres.
Opvallend welke vrouwen wĆ©l hun naam geven aan Brugse straten: Koningin Elisabethlaan, Maria van Bourgondielaan … Misschien van mijnentwege ƩƩn suggestie: kan de Boninvest niet worden herdoopt in de Moeder Agnesvest (er was daar indertijd een instelling voor gerechtskinderen, door Moeder Agnes met strakke hand geleid). Nu is er een verwarring met de Jan Boninstraat en de Buiten Boninvest. De stad plant het optrekken van een groot appt-gebouw, dus is het nu het juiste moment.
Mag ik veronderstellen dat je meer weet over die ‘moeder Agnes’, Dries? Trouwens, ook omtrent die instelling maak je ons nieuwsgierig …
Ik heb het stadsarchief van Brugge geconsulteerd, en heb niets concreter gevonden, beste Pol. Spijtig…
Brugge kent wel een “Schottinnenstraat” (wijk Sint Gillis). Deze persiflage verwijst gewoon op het feit dat Schotse mannen rokken dragen. De (huidige) Torenbrug heette vroeger de Schottenbrug, wat alludeert op de Schotse natie die er in de 16de eeuw handel dreef (vlak naast de Spaanse natie).
De originele foto van Marie Pintelon die hoofd van de vroedvrouwenschool was in de Sint-Annamaterniteit, komt van mij. Ik heb die gekregen van een nicht van mijn vader die vroedvrouw was en die door Marie gevraagd was om in de Sint-Annamaterniteit te komen werken bij haar. Die nicht heeft mij nog een aantal leuke anekdotes verteld uit de tijd van die bloeiende materniteit, waar trouwens alle kinderen uit ons gezin geboren zijn.
Het is deze foto en ook die van DR. A. Vandermersch die ik ingescand heb om te laten publiceren in het boekje āBarmhartig Brugge.ā