Die voorjaarse zaterdagavond open ik, net voor het slapen gaan, nog even mijn mailbox en vind er een late mail van een zekere Toby Glickman. Wie mag Toby Glickman wezen? De mail is in het Engels, met zo’n naam mag dat niet verbazen. Wat mij wel verbaast is de afbeelding die erbij steekt. Het is een affiche over een Brugse tentoonstelling, ‘Anonieme Vlaamse Primitieven’. In de zomer van het verre 1969 overtrof de volkstoeloop in Groeninge alle verwachtingen, het was één van onze eerste ‘stormlooptentoonstellingen’.
Toby Glickman heeft een exemplaar van de affiche in huis, zo valt in de mail te lezen, maar het oude document is helemaal verbleekt onder invloed van het licht. Mag niet verbazen, bedenk ik, na al die jaren. En Toby vraagt meteen of ik een ‘nieuw’ exemplaar kan missen.
Zo’n redelijk onverwachte mail maakt een mens nieuwsgierig. Uit welke hoek van de wereld komt die vraag? Het bericht spreekt niet van een ‘exhibition’ maar van een ‘exhibit’. Is dat niet eerder een Amerikaans soort Engels? Vast staat, als Toby een halve eeuw geleden die tentoonstelling zag, is hier geen jongmens aan het woord. Overigens, is Toby een hij of een zij?
Zoals elke sterveling hebben ook verzamelaars zwakke kantjes. Zo kan deze jongen er nu en dan op betrapt worden, van nogal wat affiches een dubbel exemplaar opzij te leggen. En zodoende gaat ie op zoek in een paar mappen waar ‘dubbels’ op staat. En, u raadt het, in één van die mappen zit, uit 1969, een affiche ‘Anonieme Vlaamse Primitieven’. Dat wordt hier nog boeiend.
Intellectuele luiheid is nog zo’n zwak punt en dus ga ik er makkelijkheidshalve van uit dat Toby een meneer is en spreek ik hem aan met ‘Mr’. Om hem te melden dat ik inderdaad een dubbel in huis heb. Fris document, zonder plooien of scheuren. De affiche is relatief zeldzaam, oud en in goede staat, ik kan mij een redelijke vraagprijs permitteren. En terloops vraag ik waar ze heen moet.
Inmiddels vertel ik mijn wederhelft over dit merkwaardige mailverkeer. Waarop zij er fijntjes op wijst dat Toby ook best een dame kan wezen. Dus toch? Weet je wat, ik vraag het Toby gewoon, en informeer meteen naar een adres en zo.
En ja, dus, Toby Glickman is een dame. Die mij gerust stelt, haar naam zorgt wel vaker voor verwarring. En zoals ik vermoedde woont ze niet om de hoek. Wel in Queens, New York.
Wat volgt is een vlotte correspondentie. Zoals lang geleden, toen we jong en schools waren … Jongens, ik heb een pennenvriendin, helemaal in Amerika!
Zij vertelt van de reis die ze destijds maakte, met haar inmiddels overleden wederhelft en drie dochtertjes. ‘We visited many cities and villages, including Bruges.’ Hoort Brugge in deze zin bij de dorpen? Hoe dan ook, de tentoonstelling in ons dorp maakte indruk. Dat Toby en haar echtgenoot, allebei musici, helemaal weg waren van muziek uit Middeleeuwen en Renaissance speelde uiteraard mee. En zo komt het dat sindsdien een oude affiche een ereplaats kreeg in een huis in New York.
Hun oudste, Ann, was tien in die dagen en het reisdagboek dat het kind bijhield heeft moeder Toby al die jaren bewaard. Daarin lees je over die keer toen ze in Brugge waren. Over de tentoonstelling die ze er bezochten en hoeveel indruk die maakte, ook op
een schoolkind. Enthousiaste en toch bedachtzame woorden voor een kind van tien. Voor de kleine jongen die ik toen zelf was zou ze een boeiend correspondentievriendinnetje geweest zijn.
Over de affiche die ze van die expositie meenamen schrijft ze niet, maar de tentoonstelling krijgt een prominente plaats tussen ontwapenende kinderkrabbels die haar moeder voor mij ontcijferde.
Drukwerk en zonlicht kunnen niet zo goed met mekaar overweg. Meer is dan ook niet nodig om zo’n souvenir zijn kleurwarmte, zijn uitstraling te laten verliezen. Kan je niks aan doen, tot je op het wereldwijde web iemand vindt die met Brugse affiches doende is.
En die er eentje kan missen. Alles komt goed. In New York is iemand content met een ongeschonden herinnering aan levenslustige tijden. En hier in Brugge is deze verzamelaar content met de gedachte dat hij … iemand content stelde.
In een stevige koker gaat de affiche de oceaan over, helemaal tot in New York. Waar ze in Toby’s huiskamer verwijst naar een reis die jonge mensen maakten naar het oude continent.
Jammer alleen, dat wie de affiche opmerkt, thuis bij Toby Glickman, en zich opmaakt om de ‘exhibit‘ te komen bekijken, net iets te laat langs komt. Drieënvijftig jaar, om precies te zijn.
Pol, heb je nog dubbels van oude Brugse affiches? Misschien kan je mij wel helpen aan iets dat me al lang intrigeert … Zou uiteraard vergoed worden.
Vriendelijke groet,
Saar
Er ligt hier na al die jaren uiteraard wel één en ander, Saar.
Stuur je mij een mail, dan kunnen we verder …
Mooi en pakkend verhaal Pol… Maar toch enige voorzichtigheid is geboden met Amerikanen.
Voor je het beseft hebben ze misschien wel je hele collectie in hun bezit 🙂
Vraag maar eens aan L&H!
Grapjasje! En dat verneem ik hier van iemand die intussen al zowat heel de USA op zijn duimpje kent!
Een schitterend verhaal, weldoener Pol!
‘Elke dag een goede daad, Marc, weet je nog van in onze padvinderstijd? Al moet deze jongen bekennen, dit keer heeft hij aan zijn goede daad ook een cent verdiend …
Ik heb nog zo een affiche thuis liggen.
ik werkte toen in 1969 in het Groeninge museum tijdens de tentoonstelling.
Spijtig dat steeds meer affiches door websites worden vervangen…
Tijden en hoe ze veranderen, Dries. Je kan het de initiatiefnemers niet kwalijk nemen. Het digitale is niet alleen handig, je bereikt er veel volk mee in één keer.
Trouwens, de eerste keer dan in Brugge een ‘cruciaal’ project doorging waarvoor wel veel propaganda werd gemaakt zonder affiche was het kampioenschap tijdrijden, vorig jaar.
Anderzijds blijft het aantal affiches dat verschijnt zowat constant. Tegenover het gemak van digitale communicatie staat het gemak waarmee elkeen die dat wil vandaag de dag een redelijke affiche ontwerpt op pc.
Akkoord, maar affiches behouden toch één voordeel: ze trekken je aandacht, je kan er niet naast kijken – tenminste als ze op de juiste plaatsen “geafficheerd” worden én een aantrekkelijke vormgeving vertonen. Dat laatste is bijvoorbeeld niet het geval, neem ik aan, met het product van pc-ontwerpen. En affiches zijn niet even “vluchtig” als websites – deze laatste komen en gaan: eens het evenement voorbij, zijn ze verloren. Affiches kan men verzamelen, websites niet, denk ik dan …